Buitenland
Ian Paisley (1926-2014): Luidruchtig en godvrezend

BELFAST – Weinig predikanten en politici kunnen zeggen dat ze zowel in kerk en staat in de naoorlogse tijd zo dominerend zijn geweest als de overleden ds. Ian Paisley.

12 September 2014 14:06Gewijzigd op 15 November 2020 12:52
Paisley (2006). beeld EPA
Paisley (2006). beeld EPA

Het is stil in Martyrs’ Memorial Church in Belfast, op deze zondagavond. Het loopt al tegen het begin van de dienst, maar de ”Big Man” trekt niet meer zulke volle banken als voorheen. In de jaren zeventig werd deze kerk neergezet voor meer dan 2500 mensen. Nu blijft het bij hoogstens honderd, verspreid door het hele gebouw.

De organist tovert op zijn Hammondachtige instrument alle melodieën in om een swingende deun. De Free Presbyterian Church of Ulster heeft een eigen liedboek, verzameld uit de schat van Engelse hymns en andere liederen.

Ds. Paisley bestijgt de preekstoel. Hij is gekleed in het donker met een wit boordje, zoals veel traditionele Britse predikers. Hij preekt over Jezus, Die de eenzaamheid zocht „maar niet verborgen kon blijven”. Aan alles is te merken dat de preek grondig is voorbereid. Zijn studie ervoor doet hij vaak tussen de vele bedrijven door, bijvoorbeeld in de auto, die bestuurd werd door de politie. Hij sluit af met een vermaning deze Christus te zoeken. „Er is geen kostbaarder plek op aarde dan de wonden van deze Jezus”, stelt ds. Paisley.

Populist

Dit was Paisley op zondagavond. In een zwart pak. Als politicus viel hij doordeweeks in het Britse Lagerhuis juist door zijn opvallend lichte outfit tussen het saaie donkerblauw en grijs. Paisley was een man van grote contrasten.

Op de preekstoel was hij een diep ernstig man, vol eerbied voor de heiligheid van God en de ernst van de zonde. Altijd met een dringend appel tot Christus te komen, in de lijn van Whitefield en Spurgeon.

Als politicus was hij een model-populist, vol spot over de autoriteiten die de dingen een slag anders zagen dan hij. Predikatie en provocatie lagen bij hem in elkaars verlengde. De ingetogenheid die Nederlandse calvinisten kenmerkt, is hem geheel vreemd.

YouTube staat vol met tientallen filmpjes van zijn openbare optredens in de afgelopen decennia. Hij genoot van pleinen vol met mensen, die kwamen kijken wat de oude deugniet nu weer uithaalde. Het hoogtepunt was dan zijn toespraak, boordevol vileine spot. Ernst en humor vormden bij hem geen tegenstelling. Zelden heeft de wereld mensen met zulk groot retorisch vermogen voortgebracht.

Paisley werd geboren als zoon van een baptistendominee. Als 20-jarige kreeg hij zelf een beroep van een presbyteriaanse gemeente, die als snel op zichzelf kwam te staan. Dat werd het begin van de Free Presbyterian Church of Ulster in 1951.

Inmiddels is dit in het kleine Noord-Ierland een behoorlijk kerkverband, met ongeveer 12.000, en nog ruim 5000 in de Verenigde Staten. In het kerkelijk leven is Paisleys stempel duidelijk te herkennen. Dat stempel is terug te zien in de leer van de Reformatie, maar tegelijk het verwerken van de erfenis van het methodisme.

Die mengeling toont zich het sterkst rond de doop. Anders dan (vermoedelijk) alle andere presbyterianen ter wereld praktiseren Paisley’s Free Presbyterians de kinderdoop niet. Maar zodra ouders die toch wel voor hun kind begeren, wil de kerk die wel bedienen. Het vrije van deze presbyterianen toont zich dus onder meer in hun flexibiliteit.

Op enkele punten zijn de ”Paisley-ieten” –zoals ze soms spottend worden genoemd– weer heel strikt. Sommige van die punten roepen ook in Nederland herkenning op, zoals het gebruik van de oude King Jamesbijbel en de vrouwelijke hoofdbedekking tijdens samenkomsten. Verder zijn de ambten in de FP Churches voorbehouden aan mannen.

Burgerrechten

Als jong predikant kreeg ds. Paisley in de jaren zestig te maken met burgerrechtendemonstraties van de katholieke bevolking van Noord-Ierland, die eigenlijk niet bij Groot-Brittannië maar bij Ierland wilde horen. Zij eisten een gelijkwaardige positie in de samenleving als de protestantse Britten. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de mooiste baantjes naar de protestanten gingen.

Het verlangen van de Ieren was dus wel begrijpelijk. Het ging alleen gepaard met geweld. Tegen dit geweld verzette Paisley zich, maar het is de vraag of hij besefte dat de katholieken terecht voor zichzelf opkwamen.

In deze tijd merkte hij dat het talent waarmee hij volle kerken trok, ook op straat werkte. De halve stad liep uit als Paisley met borden door Belfast liep met daarop teksten als: ”Met Christus naar de overwinning – met Rome naar het vagevuur”, of ”Jesus saves - Rome slaves.” Predikatie en provocatie lagen bij hem in elkaars verlengde. Hij hield van shockeren. Braaf zijn was bij hem geen deugd. De opvatting dat christenen niet behoren te demonstreren, zou hij naar hartenlust hebben bespot.

Zo bezocht hij ook de arme stadswijken. Hier vertelde hij dat mensen op grond van de Bijbel het recht hadden hun huizen te verdedigen tegen gewelddadige katholieken, zeker indien de politie dat weigerde. Hij heeft nooit toegegeven dat hij het geweld hiermee alleen maar aanjoeg. De protestantse paramilitairen in deze buurten hebben pas het afgelopen jaar alle geweld afgezworen (wat niet uitsluit dat er nog steeds wapens zijn).

In deze arbeiderswijken vond Paisley zijn aanhang. Hier sloeg zijn boodschap aan. En de mensen voelden zich door hem verwoord.

In het Lagerhuis en het Europees Parlement vertegenwoordigde Paisley jarenlang echter een gewoon kiesdistrict in Noord-Ierland. De katholieke bevolking van dat district, Ballymena, heeft al die jaren tegen verbaasde buitenlandse verslaggevers gezegd dat hij hen uitstekend verdedigde. Hij gunde dit deel van de bevolking dus ook zijn rechten.

Bewaker

Paisley was het meest in zijn element als hij luidruchtig kon zijn. Hij stelde dan zijn eigen recht. Meermalen belandde hij in de cel. In de gevangenis schreef hij onder meer een boek over de Romeinenbrief. Een baptistendominee die hem eens in de cel bezocht, William Mullan, vertelde later dat hem pas daar de grote gestalte van Paisley was opgevallen. „Toen wij samen baden, was Ian op zijn knieën nog groter dan de bewaker recht op zijn benen.”

Met zijn provocatieve instelling had Paisley geen chemie met de Ulster Unionist Party (UUP). Dat was hem allemaal veel te netjes. Ook op het politieke vlak vestigde hij dus zijn eigen beweging, de Democratic Unionist Party (DUP).

Critici van Paisley hebben altijd gezegd dat ”Big Ian” overal ruzie bracht als hij niet de baas mocht zijn. Wie terugkijkt, ziet dat dit waar is. Toch betekent dit niet dat hij alleen maar sektes stichtte, waarin alleen kloontjes van hem welkom waren. De werkelijkheid toont juist het tegendeel.

Zijn partij is uitgegroeid tot een brede volkspartij (die in het Britse Lagerhuis momenteel de vierde partij is), waarin heel wat talentvolle politici zich hebben ontwikkeld. Ook in de FP Church blijken diverse originele denkers hun ei kwijt te kunnen.

Opening

Paisley kreeg in 2007 rond de verkiezingen voor de Noord-Ierse volksraad voor het eerst in eigen kring te maken met kritiek op zijn leiderschap. Het was duidelijk dat hij een opening zocht naar een coalitie met de Ierse nationalisten van Sinn Fein, zodra zij het geweld zouden afzweren. Binnen de partij was ontevredenheid nog binnen boord te houden. De gretigheid om te regeren bleek te groot. Paisley werd dan ook daadwerkelijk premier van de eerste succesvolle samenwerking van protestanten en katholieken in deze Britse provincie.

Binnen de kerk was de oppositie echter groter. Ds. Ivan Foster sprak er in deze krant schande van dat Paisley zich verbond aan „terroristen en moordenaars die niet de minste spijt hebben.” Hij uitte het vermoeden dat deze politieke ommezwaai kwam door een theologische verandering.

Of dat laatste waar is, valt trouwens te betwijfelen. Bij het pauselijk bezoek aan Schotland najaar 2010 stond de oude Paisley opnieuw in Edinburgh om tegen dit bezoek te demonstreren. En in 2008 zei hij in deze krant de paus altijd nog als de „antichrist” te beschouwen.

Hoe dan ook eindigde Paisleys politieke carrière in tranen. Maar zijn erfenis is zo groot dat die niet snel zal worden vergeten.

Zijn hoofdmissie was mensen tot Christus te leiden. Zijn politieke werk was daarvan een afgeleide. „Wie geen zielen wint, is als een waardeloze boekverkoper die geen omzet maakt”, zei hij eens. En de vrucht mag er zijn. Zeer velen hebben getuigd door de prediking van deze man tot de Zaligmaker te zijn gekomen.


Lees ook in Digibron:

Een nieuwe geest in Noord-Ierland : Interview Ds. Ian Paisley: Het is een eer om als dienaar van het Woord te provoceren, (RD, 07-03-2008#bit.ly/Zjf4wB})

Loopbaan van Paisley eindigt in tranen, (RD, 05-03-2008)

Ds. Paisley: IRA-verklaring is lofzang op de moordenaars, (RD, 29-07-2005)

“Ik zie bij deze mensen geen berouw” : interview met Ds. Paisley over Noord-Iers vredesakkoord, (RD, 20-05-1998)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer