Binnenland
Nabestaanden: Wij vergeven de daders achter de vliegramp

ALBLASSERDAM. In één ogenblik verloor Samantha van Breugel-Camfferman (30) haar beide ouders. Anton en Lianne Camfferman (beiden 55) uit Dordrecht kwamen om bij de ramp met vlucht MH17. In hun rijtjeswoning in Alblasserdam vertellen Samantha en haar man Freek (29) over de afgelopen ingrijpende weken.

J. Visscher
23 August 2014 14:24Gewijzigd op 15 November 2020 12:30
Freek en Samantha van Breugel met hun twee kinderen. beeld Niek Stam
Freek en Samantha van Breugel met hun twee kinderen. beeld Niek Stam

Samantha: „Mijn ouders zouden op vakantie gaan naar Vietnam. Met een tussenstop in het Maleisische Kuala Lumpur. Ze hielden van reizen. Eerder waren ze al in landen als Egypte, Jordanië, Indonesië en Thailand geweest. Anders dan de vorige keren zouden ze nu een zogeheten ”reis met bouwstenen” maken. Dan bepaal je zelf waar je iedere dag naartoe gaat en trek je niet op met een groep.

Mijn moeder had de begin- en einddatum van de reis gemaild, maar ik wilde graag dat ze een compleet reisschema zou doorgeven. Dan wist ik waar ze iedere dag zouden zijn. Vader was al jaren werkzaam bij tankopslagbedrijf Vopak in Rotterdam. Hij was daar operator, zat in de ondernemingsraad. Moeder werkte als leerling-assistente op een christelijke basisschool in Dordrecht. Op de vrijdag voor de vliegramp ben ik voor het laatst bij mijn ouders in Dordrecht geweest. Op vrijdag pasten mijn ouders altijd op hun kleinkinderen. Ik bracht ’s ochtends om halfzes onze dochters naar hen toe. Ik legde ze daar beiden in een bedje, dan hoefden mijn ouders er niet uit. Daarna moest ik naar mijn werk in Zwijndrecht.

Toen ik om zes uur ’s avonds weer terugkwam in Dordrecht, zag ik dat Shannah en een neefje achter elkaar aan zaten met sambaballen, speelgoed met balletjes in de bol. Mijn moeder had gezegd dat ze dat niet mochten doen. Maar mijn vader ging juist meedoen met de kleinkinderen, achter ze aanrennen. Mijn ouders waren allebei gek op de kleinkinderen. Ze vonden het heerlijk dat ze kwamen. Shannah, die best terughoudend is, sprong heel makkelijk bij haar opa op schoot.”

Geen pleister

Samantha: „Mijn moeder schreef vaak in een oppasboek. Die laatste vrijdag ook. Shannah had zich bezeerd aan haar voet. Moeder schreef vanuit het perspectief van ons dochtertje: „Mijn grote teen heeft de stenen gekust. Ik wilde geen pleister. Oma deed mij een sok aan, zodat ik het wondje niet meer kon zien.”

Per telefoon heb ik de dag voor de vliegramp nog met mijn ouders contact gehad. Moeder zei toen dat ze heel druk was geweest met een musical voor school. Tegen vader vertelde ik dat ik die dag een grapje had uitgehaald met een collega. Ik vertelde hem dat meneer De Leeuw voor hem had gebeld. Ik gaf die collega een telefoonnummer door van Ouwehands Dierenpark. Vader vertelde dat ze op het werk dat soort geintjes ook wel uithaalden. Zo had een collega een keer een heel vreemd werkrooster rondgemaild. De roostermaker was, zogenaamd dan, meneer R. Ooster. Een collega trapte erin, belde kwaad op en wilde onmiddellijk meneer R. Ooster spreken over dat rare rooster. Thuis zijn we opgevoed met humor. Maar als we serieus moeten zijn, dan zijn we dat ook.”

Foto

Samantha: „Op de dag van de vliegramp belde m’n jongere zus om kwart over vijf ’s middags naar ons in Alblasserdam. Ik was in de keuken eten aan het klaarmaken. Ze zei dat ze van een huisgenoot had gehoord dat er boven Oekraïne een vliegtuig was neergestort. Dat het toestel op weg was naar Kuala Lumpur. Ze vertelde dat papa en mama in dat vliegtuig konden zitten.

Eerst dacht ik dat dat niet waar kon zijn. Ik verkeerde in de veronderstelling dat hun vliegtuig allang Oekraïne voorbij moest zijn. Ik had van moeder gehoord dat ze om zes uur in Kuala Lumpur zouden landen. Ik dacht van zes uur diezelfde donderdag. Maar ze doelde natuurlijk op de volgende dag. Intussen werd er volop naar ons gebeld. Mijn jongere zus en haar vriend en mijn oudste zus met haar partner besloten om naar Alblasserdam te komen.”

Freek: „Toen ik thuiskwam, zat mijn vrouw Samantha huilend op de bank. Ook ik kon eerst niet geloven dat mijn schoonouders in het vliegtuig zaten en wilde de tijden controleren. Maar het bleek dat mijn schoonouders wel degelijk rond twaalf uur die dag op Schiphol op het vliegtuig waren gestapt, richting Kuala Lumpur. Mijn schoonvader had die donderdagmorgen via onze familie-WhatsApp nog een foto van het vliegtuig gestuurd.

Ik wilde meteen naar Oekraïne. Toen deed ik iets wat uw achterban misschien raar zal vinden. Toch hebben we het in ons hart gekregen dat te vertellen. Ik heb mijn portemonnee en paspoort gepakt en heb me opgesloten in de wc. De Bijbelse Filippus, die met de kamerling sprak, verdween en dook heel ergens anders weer op. Ik bad God: „Als zoiets in de Bijbel gebeurt, kan het nu toch ook nog gebeuren?” Ik geloof dat God me van het ene op het andere ogenblik in Oekraïne kon neerzetten. Maar het gebeurde niet.

Toen ik de wc weer uitkwam, kwam mijn 28-jarige broer Johan bij ons op bezoek. Hij begon over een reis naar Oekraïne. Dezelfde avond sprak ik een vrachtwagenchauffeur uit onze evangelische gemeente. Ook die zei: „Laten we naar Oekraïne gaan. Ik wil wel rijden.” En even later meldde zich een overbuurman met een soortgelijk idee. Opmerkelijk. Drie mensen die over hetzelfde beginnen. Drie is een Bijbels getal. We zijn uiteindelijk niet naar Oekraïne gegaan. Dat had met twee dingen te maken. Aanvankelijk had Malaysia Airlines het plan om met een vliegtuig met nabestaanden naar Oekraïne te vliegen. Daar zouden we ons dan eventueel bij aansluiten. Uiteindelijk is dat plan van de luchtvaartmaatschappij niet doorgegaan. Verder speelde voor mij mee dat ik in deze moeilijke tijd mijn gezin niet zomaar wilde achterlaten.”

Bemoedigen

Freek: „Ik besloot die avond in onze tuin met ons lifeteam, ongeveer vijf mensen, te gaan bidden. Het lifeteam is een groep christenen die tweewekelijks bij elkaar komt. Om elkaar te bemoedigen, getuigenis af te leggen, te bidden voor bijvoorbeeld zieken. We evangeliseren ook. Deze zaterdag willen we langs de deuren in Brandwijk, een dorp hier in de Alblasserwaard. Net als Paulus doen we dat niet met een veelheid van woorden, maar in de kracht Gods. We vertellen over Jezus Christus en Die gekruisigd.

Op de avond van de ramp baden we in onze tuin dat God bij de ramp gevallen doden wilde opwekken. Of dat Hij ervoor wilde zorgen dat er overlevenden zouden zijn. God kan dat. In de Bijbel worden verschillende doden opgewekt. Samantha’s ouders waren niet gelovig, al heeft haar moeder in haar jeugd wel belijdenis gedaan. Het allerergste zou voor ons zijn dat ze ongelovig zouden overlijden. Maar we geloven dat het met hen goed is gekomen.”

Samantha: „Ik ben ervan overtuigd dat mijn ouders, net als de moordenaar aan het kruis, in de allerlaatste ogenblikken de Heere Jezus hebben aangenomen. In een visioen liep ik in een tunnel. Die werd steeds lichter en ik ervoer steeds meer vrede. Ik geloof dat mijn ouders op een goede plek zijn. We hebben vaak met onze ouders over het geloof gesproken. Soms hele avonden lang.”

Freek: „Mijn schoonvader begon op een verjaardag bijvoorbeeld over een documentaire over de Bijbel die hij had gezien. Hij had het erover dat wetenschappers hadden bewezen dat de Bijbel in de Babylonische tijd geschreven was. Ik vertelde hem dat dit niet klopte.”

Campingbedje

Samantha: „Op de avond van de ramp zijn we met twee auto’s naar Schiphol gereden. Daar zouden we mogelijk meer informatie krijgen. De passagierslijst. We waren met z’n zevenen. Wij als drie zussen met onze partners. Ook onze baby Hadassah was mee. We kwamen terecht in een hotel. Daar waren zo’n honderd mensen. Er heerste een gespannen sfeer. Mensen huilden. In een hotelkamer gaf ik ons kleintje borstvoeding. Ik kreeg handdoeken, een campingbedje. Dat was goed geregeld.”

Freek: „Ik heb buiten een tijdje staan bidden. Toen ik het hotel weer binnenkwam, vroeg een man: „Was je buiten aan het bidden? Krijg je daar steun uit?” Ik bevestigde dat en zei hem, achteraf gezien op een te directe manier: „U hebt last van uw rechterknie.” Dat bleek zo te zijn. Sinds 1985. Frappant, dat is mijn geboortejaar. Ik mocht voor de man bidden. Een jongere hulpverlener die erbij was gaan zitten, zei: Maar als dat waar is, dan..., dan... Het bleef stil, waarschijnlijk besefte de hulpverlener het bestaan van God. God had mij, door een woord van kennis, verteld dat die man pijn had in zijn rechterknie. Voor uw lezers is dit misschien een lastig punt. Maar ik kan terugvallen op 1 Korinthe 12. Daar gaat het over de gaven van de Geest. Alles is van Hem.”

Nette manier

Samantha: „Om halftwee ’s nachts kwam de passagierslijst. Die was diverse keren gekopieerd. Het bekendmaken van de namen van de slachtoffers gebeurde op een nette manier. De lijsten werden aan de mensen om de verschillende tafeltjes gegeven. Zodra iemand een naam herkende, hoorde je mensen huilen.”

Freek: „Jij had in die nacht moeilijke momenten als het gaat om vergeving.”

Samantha: „Ik was eerst boos op de mensen die de aanslag op het vliegtuig hadden gepleegd. Maar de Bijbel zegt: „Vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven onze schuldenaren.” Op de terugweg in de auto kon ik de daders vergeven. Ik had vrede in mijn hart.”

Freek: „Het is verschrikkelijk als wrok je gaat beetnemen. Als het echt zo is dat het vliegtuig is neergehaald, heeft satan de mensen die de raket afschoten, verleid. Als zij zich niet bekeren, wacht hun een rechtvaardige straf. Op mijn werk in Leiden heb ik een mail over de vliegramp rondgestuurd, mede ondertekend door Samantha. Daarin hebben we geschreven dat we de daders achter de vliegramp vergeven. Dat vinden mijn collega’s heel raar. Het maakt hen nieuwsgierig. Ze willen praten over het geloof. Zo wordt zoiets slechts als de ramp ten goede gekeerd.”

Politieke spelletjes

Freek: „Wat mij betreft is het nog niet zeker dat pro-Russische separatisten het toestel hebben neergehaald. Amerika en Europa geven de separatisten de schuld. Rusland wijst met de vinger naar Oekraïne en Europa. Er worden te veel politieke spelletjes gespeeld. Ik denk dat het nieuws in het Westen eenzijdig pro-Oekraïne is.”

Samantha: „De separatisten worden hier in het Westen als heel slecht afgeschilderd. Op de bijeenkomst voor nabestaanden in Nieuwegein, de maandag na de ramp, was premier Rutte heel boos op de opstandelingen. Hij baseerde zich op een foto waarop een separatist op het rampterrein een knuffel van een slachtoffertje omhooghield. Als je echter de video over dat incident bekijkt, blijkt die man zich juist respectvol op te stellen. Door bijvoorbeeld zijn pet af te doen.”

Freek: „Bewoners rond de rampplek zullen vast wat spullen van het rampterrein hebben meegenomen. Maar bedenk dat het vaak arme mensen zijn én dat mensen spullen weer hebben teruggegeven aan onderzoekers. Ik zag beelden van een oud vrouwtje dat een schoen bij een brokstuk legde. Ik stoor me aan de opvatting dat de bewoners volop aan het plunderen waren.

Op de bijeenkomst in Nieuwegein waren ook koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Ze namen alle tijd voor de nabestaanden. Wel vind ik het jammer dat koning Willem-Alexander na de ramp niet over God heeft gesproken. Ik zou graag met hem willen babbelen over het geloof, over Jezus. Als hij me uitnodigt: ik kom.”

Trompetsignaal

Samantha: „We waren op de dag van nationale rouw op Vliegbasis Eindhoven. Toen de eerste vliegtuigen met lijkkisten in Nederland aankwamen. Heel bijzonder hoe het hele land respect betoonde aan de slachtoffers. Aangrijpend hoe je geraakt kunt worden door een enkel trompetsignaal. Het indrukwekkendst vind ik de beelden van al die mensen langs de snelweg. Ik krijg er kippenvel van.”

Freek: „Het is voor alle slachtoffers eeuwigheid geworden. God keert alle dingen ten goede voor hen die Hem liefhebben.”

Samantha: „De afgelopen weken hebben we een keer of vijf onze familierechercheurs op bezoek gehad. Het voelt alsof die rechercheurs familie zijn. Ze 
praten over van alles, ook over 
zoiets als eten. De rechercheurs zijn 24 uur per dag bereikbaar. Ze 
zijn open, je kunt alles aan hen vragen. Van mij en mijn zussen is met een borsteltje aan de binnenkant van onze wang DNA afgenomen, in verband met de identificatie.”

Auto

Samantha: „De auto van mijn ouders stond drie weken op een parkeerplaats van Schiphol. Nu staat hij bij mijn oudste zus. Ik heb even achter het stuur gezeten. Ik wilde vader ruiken. Hij had ook een boordcomputer. Daarop konden we terugluisteren wat ze tijdens hun laatste autorit, naar Schiphol, hebben gezegd. Maar het was heel stil. Soms denk je: Zeg nou wat. We hebben naar het mobieltje van moeder gebeld. Dat ging over. Ze had haar telefoon niet thuis in Dordrecht laten liggen. Vodafone meldde ons dat haar mobieltje in Oekraïne is gelokaliseerd. Toen we vaders mobiel belden, kwam er geen enkele reactie. Ik had graag zijn voicemail nog eens gehoord.

We krijgen veel medeleven vanuit onze evangelische gemeente en van andere broers en zussen in Christus. Die eerste dagen werd er voor eten voor ons gezorgd. Mensen bidden voor ons. Dat geeft heel veel rust. Iemand zei: „Het enige wat we voor jullie kunnen doen, is bidden.” Ik zei: „Maar dat is heel erg veel.” De eerste zondag na de ramp zijn we naar de dienst in onze gemeente gegaan. Op welke plek kun je beter zijn dan bij God? Tijdens de dienst werd ”Ik zal er zijn” gespeeld; een prachtnummer van de christelijke band Sela. Ook werd mijn dooplied gezongen. De kracht van Uw liefde, nummer 488 uit de bundel Opwekking. Mensen vinden dat ik heel rustig ben. Ik voel me door God gedragen.”


Freek en Samantha van Breugel

Freek (29) en Samantha (30) van Breugel-Camfferman 
uit Alblasserdam zijn lid 
van de Evangelische Gemeente Jozua Alblasserwaard. Die komt bijeen in Alblasserdam. Freek groeide op in 
een oud gereformeerd gezin. Samantha kreeg geen kerkelijke opvoeding, al zat ze 
wel op een christelijke 
school. Het echtpaar heeft twee kinderen: Shannah (2) 
en Hadassah (8 maanden). Vanuit hun liefde voor Israël staat op de geboortekaartjes van hun kinderen ook de Hebreeuwse vertaling van de namen. Freek werkt in Leiden bij een bedrijf dat onderzoek doet naar nieuwe medicijnen. Samantha is in Zwijndrecht parttime actief in de thuiszorg. Samantha en haar twee zussen (32 en 24 jaar) verloren bij de vliegramp op 17 juli in Oost-Oekraïne hun beide ouders.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer