APELDOORN. In West-Afrika heerst sinds februari een ebola-uitbraak. Deze begon in het regenwoud van Zuidoost-Guinee, maar heeft zich ondertussen uitgebreid naar Liberia, Sierra Leone en Nigeria. Ruim 725 mensen zijn aan de ziekte overleden.
Wat is ebola?
Ebola wordt veroorzaakt door een virus. Tot 90 procent van de patiënten overlijdt eraan.
Waar komt de ziekte vandaan?
Uitbraken ontstaan in dorpen in Centraal- en West-Afrika waar mensen in contact komen met dieren in het tropisch regenwoud: chimpansees, gorilla’s en bosantilopen. Vaak worden ze ziek na het eten van besmet vlees. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vermoedt dat vleermuizen de echte bron van ebola vormen.
Wat zijn de ziekteverschijnselen?
De eerste symptomen zijn niet specifiek voor ebola: koorts, spierpijn, hoofdpijn, zere keel en een slap gevoel. Later ontstaan er ernstiger verschijnselen zoals overgeven, diarree, huiduitslag en een verminderde nier- en leverfunctie. Sommige patiënten krijgen interne en uitwendige bloedingen. Iemand kan 2 tot 21 dagen na besmetting ziek worden; meestal treden de eerste symptomen op na 8 tot 10 dagen.
Zijn er medicijnen tegen ebola?
Nee, er is geen vaccin of medicijn tegen ebola. De behandeling in het ziekenhuis heeft als doel de conditie van de patiënt zo veel mogelijk op peil te houden en uitdroging te voorkomen. Sommigen winnen de strijd tegen het virus. Anderen overlijden; het lukt hen niet een goede afweerreactie te ontwikkelen.
Is ebola besmettelijk?
Jazeker. Het virus verspreidt zich via lichaamsvloeistoffen: bloed, ontlasting, urine, sperma, braaksel en zweet. Familie en vrienden, verplegend personeel en artsen, kunnen besmet raken via direct contact met de zieke of indirect via besmette kleding, naalden of beddengoed van de ebolapatiënt.
Wat de WHO zorgen baart, zijn de traditionele begrafenispraktijken waarbij mensen de dode aanraken. Ze bevorderen verspreiding van de ziekte binnen een gemeenschap.
Hoe wordt de ziekte bestreden?
Ebolapatiënten én zij die mogelijk de virusziekte hebben, moeten geïsoleerd worden verpleegd. Ieder die bij hen in de buurt komt, moet beschermende kleding dragen – mondmasker, schort, dikke rubberhandschoenen– en uiterst hygiënisch werken. De WHO erkent dat dit eerder is gezegd dan gedaan. Het gaat immers om landen met beperkte voorraden en waar voorschriften niet altijd worden nageleefd.
Wat de bestrijding verder bemoeilijkt, zijn bijgeloof en wantrouwen onder de bevolking. Buitenlandse artsen worden er wel van beschuldigd het virus zelf mee te brengen.
Loopt Nederland een risico?
Het RIVM acht de kans dat een reiziger ebola mee terugbrengt naar Nederland uiterst klein omdat landen zoals Sierra Leone en Liberia geen vakantiebestemmingen zijn. Wel heeft het RIVM afspraken gemaakt met hulpverlenings- en repatriëringsorganisaties om mensen die mogelijk besmet zijn goed op te vangen.