De angst voor SARS had dit jaar vanaf begin februari velen in zijn greep. Pijlsnel verspreidde de mysterieuze longziekte zich vanuit China over de wereld. Dagelijks vielen er doden. Inmiddels is de ziekte vrijwel uit het dagelijkse nieuws verdwenen. Maar is daarmee ook de dreiging van een nieuwe uitbraak van de baan?
„Nee, zeker niet”, zegt viroloog prof. dr. W. J. M. Spaan, verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Spaan is halverwege de decembermaand net terug uit Brussel van een tweedaagse bijeenkomst met collega’s uit andere Europese landen en China op uitnodiging van het bureau onderzoek van de Europese Commissie. Onderwerp van bespreking: het Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS). De longziekte eiste eerder dit jaar 774 levens. Ruim 8000 mensen werden ziek, maar overleefden de aandoening.
Op 13 maart slaat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) alarm nadat de Chinees-Amerikaanse zakenman John Chen op 48-jarige leeftijd aan de geheimzinnige longziekte overlijdt. Antibiotica en intensieve medische zorg baten niet. In zijn kielzog raken diverse gezondheidswerkers besmet, onder wie de arts Carlo Urbani, die als eerste zijn bazen bij de WHO waarschuwt voor SARS. Urbani overlijdt eind maart zelf in Hanoi aan de aandoening die dan ook al in Hongkong, Toronto en Singapore diverse slachtoffers heeft gemaakt.
Later blijkt het spoor terug te voeren naar het Metropole Hotel in Hongkong. Half februari verblijft een 64-jarige arts uit de Zuid-Chinese provincie Guangdong in het gerenommeerde hotel. De man heeft kort voor zijn vertrek uit Guangdong -de bakermat van de epidemie- diverse patiënten met een longontsteking behandeld. Eenmaal in Hongkong wordt hij zelf ziek en sterft. Ondertussen besmet hij in het hotel twaalf andere gasten -waar wie John Chen- die vervolgens naar diverse bestemmingen in de wereld vertrekken. Zo wordt het Metropole Hotel de springplank voor de wereldwijde export van SARS.
Virologen uit diverse universitaire centra maken onder leiding van de WHO overuren bij hun zoektocht naar de verwekker van SARS. Half april bevestigt de organisatie dat een coronavirus de verwekker is van de longziekte.
„Waar het virus vandaan is gekomen, is ook nu, eind 2003, nog steeds onduidelijk”, aldus viroloog Spaan. Als mogelijke bron doken in mei zogeheten civetkatten op. Deze dieren, die behoren tot een inheemse wilde diersoort, worden in Zuid-China gefokt. Het kattenvlees geldt als delicatesse. Bij diverse civetkatten in fokkerijen en op markten is het virus aangetoond. En eenderde deel van de eerste SARS-slachtoffers in Guangdong was voedselhandelaar. „Maar”, aldus Spaan, „het is toch onzeker of de civetkatten het reservoir vormen waaruit de epidemie is ontstaan. Het genoom van de virussen bij deze katten wijkt namelijk toch iets af van het genoom van het virus dat bij mensen is gevonden.”
Het kan volgens Spaan best zo zijn dat de katten niet de oorspronkelijke bron zijn, maar op hun beurt zijn geïnfecteerd door andere inheemse dieren of misschien wel door de mens zelf. „De EU wil daarom onderzoek financieren om allerlei Chinese wilde inheemse diersoorten op het coronavirus te onderzoeken.”
De Chinezen doen zelf ook allerlei onderzoek, maar rapporteren daar volgens Spaan weinig over. „Het land is wel een stukje opener geworden, maar er bestaat lang niet dezelfde openheid als in westerse landen. Op de achtergrond spelen daarbij ook economische belangen.”
Inmiddels wordt er volgens Spaan bij Chinese bloedbanken onderzoek gedaan naar antistoffen tegen het virus in bloedmonsters die de afgelopen jaren bij mensen uit Guangdong zijn afgenomen. „Op die manier is het wellicht mogelijk te ontdekken of het coronavirus al jaren eerder in de menselijke populatie is doorgedrongen.”
De komst van een vaccin kan volgens Spaan nog jaren op zich laten wachten. De Chinezen zelf beweren bij apen recent successen te hebben geboekt met een vaccin. Ze testen het momenteel op menselijke vrijwilligers, een operatie die volgens Spaan voor deze vrijwilligers niet geheel zonder risico’s is. „Mensen zijn geen apen en het kan zelfs zo uitpakken dat zo’n virus je gevoeliger maakt voor SARS.”
Zolang niet duidelijk is wat de precieze bron van de epidemie was, blijft de dreiging van een nieuwe uitbraak volgens Spaan volop aanwezig. „Het intensieve dier-mens-diercontact op markten in Guangdong biedt virussen uitstekende kansen om over te springen en al of niet genetisch te veranderen. Op de markten zitten de dieren opgepropt in kooien, verschillende soorten door elkaar. Ik heb een illegaal genomen foto onder ogen gehad, gemaakt door een Europeaan. Wat je daarop ziet, is verschrikkelijk. De Chinezen zijn daar dus niet al te openhartig over. Zulk intensief mens-diercontact in dichtbevolkte gebieden en onder volstrekt onhygiënische omstandigheden biedt ideale omstandigheden voor het ontstaan van nieuwe infectieziekten.”