Niet alleen veeziekten, maar ook problemen die werden veroorzaakt door de inlaat van zout water teisterden deze zomer de landbouwsector. J. Slingerland, statenlid van Zuid-Holland voor de SGP en waarnemend dijkgraaf van hoogheemraadschap Krimpenerwaard, blikt terug op de gebeurtenissen. „We hebben een les gehad dat we elke dag afhankelijk zijn.”
Slingerland benadrukt dat we „meenden op alles voorbereid te zijn, maar dat deze zomer weer bleek dat we in alles afhankelijk zijn van de natuur. We moeten leren dat onze technieken kunnen falen. Er zijn enkele verrassingen geweest. Op een aantal incidenten na, zoals in Wilnis en Rotterdam, kunnen we zeggen dat we hebben kunnen inspelen op de omstandigheden.”
Door de droogte kwamen bepaalde gewassen in de tuin- en akkerbouw en de sierteelt in de problemen. „Deze gewassen zijn afhankelijk van kwalitatief hoogwaardig zoet water.”
Als er ooit nog eens water moet worden ingelaten, moet er volgens het statenlid helderheid komen over de vraag of dat wel verzilt water moet zijn. „Technisch zijn we er op ingesteld om voldoende zoet water te hebben. Door het afdammen van rivierarmen die in zee uitmondden is een enorme buffer aan zoet water ontstaan. Neem bijvoorbeeld de Zuid-Hollandse Eilanden. Door het sluiten van de Haringvlietsluizen is de toevoer van zoet water veilig gesteld.”
De agrarische sector heeft hier, volgens Slingerland, gebruik van gemaakt door tuinbouwgewassen en vollegrondsgroenten te telen die meer afhankelijk zijn van zoet water. „Daardoor is veel ruimer omgesprongen met beregening. Landbouwers willen immers een zo hoog mogelijk rendement.”
Deze zomer hadden vooral de landbouwers en de binnenschippers met de droogte te maken door de lage waterstanden in de rivieren. Het daardoor oprukkende zoute water vanuit het westen vormde een gevaar voor de landbouw in een groot deel van Zuid-Holland en het Rijngebied.
De ex-landbouwer uit Berkenwoude vindt de discussie erg opgeblazen: „Er is geen zout water ingelaten maar water met een verhoogd zoutgehalte. Als je dat water geproefd had, zou je overigens geen verschil met zoet water proeven. De overweging om dit water in te laten, deed veel stof opwaaien. Veel gewassen zijn erg gevoelig voor zout en boeren zagen hun opbrengst door het zout wegsmelten.”
De vraag of de inlaat van zout water nodig was of dat het IJsselmeer -„een gigantisch zoetwaterreservoir”- moest worden aangesproken, is volgens de waarnemend dijkgraaf nog steeds heel actueel. „Er is nogal wat opschudding over ontstaan. Velen vinden dat er in de winter extra zoet water moet worden opgeslagen.” Deze discussie is volgens de waarnemend dijkgraaf buiten haar verband getrokken. „Er is zo veel water nodig, dat kun je nooit opslaan in de winter.”
Het is volgens Slingerland zaak ervoor te zorgen niet afhankelijk te zijn van zeewater als de hoeveelheid regen onvoldoende is. De dijken in Nederland moeten volgens de normen worden versterkt, zodat ze de maximale hoeveelheid water die de rivieren af kunnen voeren, aankunnen, meent hij. „Nu komt er bovenstrooms, in bijvoorbeeld de Amerongse polder, meer opslag voor geleidelijke afvoer naar de zee. Dat zijn goede ontwikkelingen, maar je kunt zeer beperkt natuurgebieden gebruiken als zoetwaterbuffer. We moeten zuinig zijn op onze schaarse grond.”
Om problemen rond verzilting in de toekomst te voorkomen, is het volgens de waarnemend dijkgraaf goed dat er een studie komt naar de gevoeligheid voor verzilting. „Dan gaat het niet alleen om de gevoeligheid van gewassen maar ook om de flora en fauna in bijvoorbeeld het IJsselmeer.”
Nederland is verrast, erkent Slingerland als hij de balans opmaakt van de afgelopen zomer. „We hebben geleerd dat vooral in droge zomers de secundaire waterkeringen en waterkerende kades problemen kunnen geven. Hiervoor moeten we op zeer korte termijn een plan maken, zodat het in de toekomst niet meer voorkomt.”
Toch kan de landbouw volgens het statenlid niet spreken van een ’slecht’ jaar. „Als het zo nat was geweest als het nu droog was, hadden we grotere problemen gehad. De producten brengen een redelijke prijs op en dat compenseert de verminderde oogst. De droge herfst was ideaal om te oogsten. Het is belangrijk om met beide benen op de grond te blijven staan. We hebben geleerd dat de technieken kunnen falen en we moeten weten dat we afhankelijk zijn van de Schepper en Onderhouder van het leven.”