PERTH. Het spant erom. Onderzoekers hebben in de Indische Oceaan signalen opgepikt, mogelijk afkomstig van de vermiste Boeing 777. De tijd dringt. De batterijen van de zwarte doos moeten bijna uitgeput zijn.
De intensieve zoektocht naar vlucht MH370 van Malaysia Airlines, die vier weken geleden met 239 inzittenden spoorloos verdween, lijkt alsnog een gunstige wending te nemen. De opgevangen signalen zijn „de meest bemoedigende aanwijzing” tot nu toe, aldus onderzoeksleider Angus Houston. „Meer informatie is echter nodig.”
De zoektocht blijft echter een race tegen de klok. De levensduur van de batterijen in de zwarte doos zou ongeveer maandag eindigen. Daarna doven de ”pings” langzaam en is het zoeken vele malen moeilijker. Australië zet bij de zoektocht dertien vliegtuigen en elf schepen in op een gebied van 220.000 vierkante meter, 1700 kilometer ten noordwesten van Perth.
Zaterdagmiddag ving het Chinese schip Haixun 01 voor het eerst een signaal van 37,5 kilohertz op, de frequentie van zwarte dozen. Het Australische marineschip Ocean Shield heeft later, honderden kilometers verderop, tot twee keer toe eenzelfde signaal opgevangen, de eerste keer gedurende 2 uur en 20 minuten. De Ocean Shield maakt daarbij gebruik van een Pinger Locator, het meest geavanceerde akoestische onderwatersysteem ter wereld.
Het opvangen van signalen hoeft nog niet te betekenen dat onderzoekers nu ook snel het wrak kunnen vinden. De oceaan is ter plekke 4,5 kilometer diep. Australië kan hiervoor de Bluefin 21 inzetten, een voorgeprogrammeerde drone met sonartechnologie om de oceaanbodem af te zoeken. Een enigszins vergelijkbare zoektocht naar een gecrashte Airbus in de Atlantische Oceaan heeft echter twee jaar geduurd.