CEBU (ANP). „Het is opvallend in wat voor tempo mensen in de getroffen gebieden op de Filipijnen weer proberen een onderkomen te bouwen”, vertelt woordvoerster Barbara Bosma van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) dinsdagmorgen na een bezoek van een Nederlandse delegatie aan het eiland Cebu.
Relatief veel mensen bouwen letterlijk met spijkers, een hamer en wat hout weer aan hun toekomst. „Ze maken erg veel haast met wederopbouw”, aldus de woordvoerster. „Je vraagt je bijna af of ze ook niet even stil moeten staan bij wat ze hebben meegemaakt en dat ze ook na moeten denken over wat ze bouwen omdat het wel zo bestendig mogelijk moet zijn tegen eventuele nieuwe rampen.” De Filipijnen worden regelmatig getroffen door natuurgeweld.
Een delegatie onder leiding van actievoorzitter Henri van Eeghen bezoekt deze week het getroffen gebied om zelf te kunnen zien waar de noden van de bevolking liggen. De woordvoerster spreekt over een dag van saamhorigheid nadat de delegatie een bezoek heeft gebracht aan een sporthal in Cebu waar 50 families uit Tacloban naar toe zijn gevlucht en tijdelijk verblijven.
„We spraken een verslagen vrouw die blij is dat ze haar zes kinderen nog heeft, maar dat is dan ook alles. Met een uitdrukkingsloos gezicht vertelt ze haar verhaal en tegelijkertijd lopen er kinderen rond die vol energie zijn.” Lokaal worden de vluchtelingen op allerlei manieren geholpen. Naast sociaal werkers komen meisjes uit de stad Cebu tijdens de lunch deze mensen bijstaan.
Omdat de wederopbouw sneller gaat dan aanvankelijk werd gedacht, kijkt de SHO ook naar de volgende fase van hulpverlening. „Hoe kunnen we in de wederopbouw stappen gaan zetten, met respect voor de cultuur en context waarin de mensen leven?” Het gaat dan om structurele hulp, zoals huizenbouw en hoe die bestand moet zijn tegen eventuele nieuwe rampen.