Analyse: Waar kan het kabinet steun vinden?
DEN HAAG. De Tweede Kamer spreekt woensdag en donderdag met het kabinet over de plannen voor volgend jaar. De hamvraag tijdens deze algemene politieke beschouwingen is met welke partijen de VVD/PvdA-coalitie de komende tijd het meest kansrijk zaken kan doen. De belangrijkste kandidaten op een rij.
De coalitie van welwillenden
Begin 2011, toen PVV-leider Wilders de deur van het Catshuis dichttrok, pakten D66, ChristenUnie en GroenLinks elkaar stevig beet en reikten de door de wandelgangen dolende demissionare ministersploeg de hand met een lenteakkoord als resultaat.
In diezelfde gangen klinkt nu dat GroenLinks mijlenver op afstand staat van zijn voormalige partners. De partij wil namelijk niet een klein beetje minder bezuinigen dan het kabinet, GroenLinks wil helemáál niet bezuinigen. Met die keuze lijken Van Ojik en de zijnen zich niet alleen buiten de realiteit te plaatsen, maar ook buiten de ‘Kunduzclub’.
D66, dat samen met GroenLinks het kabinet in de Senaat aan een meerderheid kan helpen, nam de afgelopen dagen in zekere zin al afscheid van GroenLinks door zich in de media met de ChristenUnie te afficheren als een soort ”twee halen, één betalen”-aanbieding voor het kabinet.
De SGP, die de zeven zetels van CU en D66 in de Senaat kan completeren met de waardevolle achtste, lijkt de meest voor de hand liggende derde partner. Niet toevallig schoten deze drie partijen het kabinet al eens te hulp met het woonakkoord. Eén ding is echter helder; voor nieuwe steun zal het kabinet diep in de zakken moeten tasten. De eisen zijn fors: minder lastenverlichting, meer hervormingen, minder bezuinigingen en meer aandacht voor gezinnen.
Het CDA
Nóg diepere zakken lijken echter nodig voor het kabinet om het CDA binnenboord te trekken. Ja, in theorie zijn de christendemocraten, vanouds dé partij van het maatschappelijk middenveld, dé partij om een klap te geven op alle al eerder door het kabinet gesloten maatschappelijke akkoorden.
Maar in de praktijk vraagt partijleider Buma in zijn tegenbegroting van de coalitie haast het onmogelijke, namelijk om radicaal een streep te zetten door de extra bijdragen van hogere en middeninkomens aan het bestrijden van het begrotingstekort.
Toch, anderzijds: onder druk wordt alles vloeibaar. Daarom kan het niet anders of Ruttes ogen zullen woensdag voortdurend en onweerstaanbaar naar de rechterkant van de vergaderzaal worden getrokken, waar immers een partij huist die hem in de Senaat in één klap aan de fel begeerde acht zetels kan helpen. Een partij waarvan de woordvoerder, Buma, in elk geval een tóón aanslaat die bereidheid tot onderhandelen suggereert.
De grote vraag is waarom het CDA inhoudelijk zijn eisen zo scherp heeft geformuleerd. Om straks ergens in het midden uit te komen? Of om er straks met ere van af te zijn en te kunnen zeggen: wíj waren constructief, maar helaas, de coalitie wilde niet?
De SP
Toegegeven, als grootste politieke concurrent van de PvdA zullen weinig SP’ers staan te trappelen om het kwakkelende kabinet de helpende hand toe te steken. Toch moeten we, al was het maar als gedachte-experiment, de socialisten ook weer niet te vroeg afschrijven. Immers, alle analyses van een dolende Samsom die met zijn PvdA de komende weken punt na punt zal moeten inleveren bij de overwegend rechtsere partijen in de oppositie, kunnen linea recta weer de prullenbak in als SP-leider Roemer vandaag of morgen de woorden uitspreekt die uit zijn mond eigenlijk niet eens zo vreemd zouden klinken: „Dat sociaal akkoord met de vakbonden, dat is best heel aardig. En ook het belastingplan, dat bol staat van de nivellering, heeft wel wat. Beste coalitie, wij komen er samen wel uit.” Maar hoewel Samsom en Roemer de afgelopen weken de koppen al eens bij elkaar staken, lijkt de kans op deze nachtmerrie voor Rutte uiterst klein. Zeg maar gerust nihil. Daarvoor liggen de wensen van de coalitie (veel bezuinigen) en de SP (veel investeren) te ver uiteen.