Buurtschap Harskamp groeide na komst schietkamp uit tot een dorp
Harskamp is een christelijk dorp. Bij de gemeenteraadsverkiezingen behalen SGP, ChristenUnie en CDA er steevast meer dan 60 tot 70 procent van de stemmen. Het dorp heeft een hervormde, een gereformeerde en een hersteld hervormde kerk. Dat was vroeger anders. Toen kon je horen mompelen dat Harskamp een ”zuupdaarp” was.
Een uit de kluiten gewassen dorp met 3500 inwoners waar bedrijven zijn gevestigd en dat nog voldoende middenstand heeft om zichzelf te kunnen bedruipen: Harskamp. Er is een gezondheidscentrum, het heeft een bloeiende protestants-christelijke basisschool en een kleine openbare, het heeft drie kerken, een bioscoop (fanfarezaal), een gerestaureerde molen (voor bewoning), twee bakkers, een slagerij, een supermarkt, twee warenhuizen, een Chinees en ettelijke cafés en kroegen. Het ligt in de achtertuin van het wereldberoemde Kröller-Müller Museum en Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Wat wil een dorp nog meer?
Aan de rand verrijst een algemeen christelijk verzorgingshuis met negentig woningen: de Smachtenburg. Vorig jaar werd er 600.000 euro vrijgemaakt om sportzaal De Spil op te krikken tot het formaat van een multifunctioneel dorpshuis.
Verrassend is dat dit Veluwse dorp een militair gezicht heeft. Zoals in veel andere plaatsen zijn er kerkelijke en niet-kerkelijke dorpelingen, waarbij de kerkelijken in de meerderheid zijn. Opmerkelijk is dat de wat strengere reformatorischen zich terugtrekken uit het publieke domein: het smaldeel geeft de toon aan in de kerken.
Legerplaats
Eind negentiende eeuw was Harskamp niet veel meer dan een buurtschap met wat boerderijen en een café. Het ontleende de naam aan het huis Harscamp van J. Ph. Knuttel, die hier een 330 hectare groot landbouwbedrijf exploiteerde. Harskamp werd de locatie van een legerplaats die aan vier bataljons, zo’n 3000 man, onderdak moest kunnen bieden. Op 16 september 1899 viel het eerste officiële proefschot in aanwezigheid van de minister van Oorlog en van Binnenlandse Zaken. Na de feestelijke lunch werd een toost uitgebracht op de koningin, waarna zij op Paleis Het Loo het eerste officiële telegram vanuit het Infanterie Schietkamp Harskamp (ISK) in ontvangst kon nemen.
Harskamp kreeg met de schietbanen en het kampleven te maken. Uniformen maakten de dienst uit. „Gasten brengen altijd vreugde aan, is ’t niet bij ’t komen dan wel bij ’t gaan”, klonk het onder de dorpelingen bij aankomst en vertrek van de diverse lichtingen soldaten. De bouw van het ISK betekende voor de Harskampers wel vast of tijdelijk werk en de immigratie van commercieel ingestelde lieden die brood zagen in een winkel of café.
Dat was het moment dat de dorpskern Harskamp ontstond. Het luidde het einde in van de kerkgang naar Otterlo en de tijd dat de dokter uit Lunteren kwam om spreekuur te houden. De Vergulde Leeuw, een uit 1850 daterend etablissement, werd grondig gerenoveerd en was in trek bij militairen die er een borrel kwamen drinken als ze het weekend moesten overblijven. Vanwege die militaire presentie ontstonden er relatief veel cafés in een klein dorp. Vandaar dat Harskamp door deze of gene een ”zuupdaarp” werd genoemd.
Museumpark
Harskamp en Defensie raakten onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er kwamen militaire tehuizen, voor rooms-katholieken en protestanten. Op het terrein van het militaire schietterrein Harskamp werd na de Tweede Wereldoorlog in mei 1945 een kamp ingericht waar meer dan 4000 Nederlanders die bij verschillende onderdelen van de SS hadden gediend, onder erbarmelijke omstandigheden werden ondergebracht.
In het Museumpark is tot in detail terug te vinden wat Harskamp en het ISK samenbond. Vrijwilliger en adjudant buiten dienst Henk van Bodegom (86) verzorgt enthousiast een rondleiding langs uniformen, zwart-witfoto’s van de wisseling van de wacht en van beroemde bezoekers: van generaal Montgomery en prins Bernhard tot prins Willem-Alexander, die hier kwam leren schieten. Van Bodegom wijst op de tanks en de voertuigen die buiten staan opgesteld en buigt zich over een maquette van het terrein waarop onder andere de gevechtsbaan en het spoorlijntje om munitie te vervoeren zijn te zien zijn.
Reformatorischer
Onder militairen die in Harskamp waren neergestreken, groeide de behoefte aan een eigen kerk. Eerst kwamen gereformeerden samen in het protestants militair tehuis, later gingen ze met een bus naar Ede ter kerke. Daarna werd Harskamp een zelfstandige wijkgemeente van Ede. Ds. Lunshof is sinds 2006 voor 33 procent aan Harskamp en voor 66 procent aan Ede verbonden. In Harskamp telt zijn gemeente 300 zielen.
De laatste decennia lijkt de aanwezigheid van uitgesproken hervormde predikanten de invloed van de Gereformeerde Bond in Harskamp te hebben versterkt. Het dorp werd allengs reformatorischer van inslag, een proces dat zich ook voltrok in de buurdorpen Wekerom en De Valk. Dit manifesteert zich onder meer in de aanleg van een ‘eigen’ begraafplaats in Wekerom en de wens in om naast de bestaande School met de Bijbel in De Valk een „eigen reformatorische” basisschool te laten verrijzen.
In een documentaire begin dit jaar zoomde de VPRO in op een paar aspecten van deze ontwikkeling. „Niet over het geloof praten. Niet mee bemoeien. Alles laten zoals het is”, waarschuwt boer Arjen programmamaker Michael Schaap –alias ”de Hokjesman”– van de VPRO. Niet de was buiten hangen op zondag; niet grasmaaien. Geen trekkertrek op zondag. In het wilde land van de Veluwe, zo ervoer de Hokjesman, is men conservatief, streng in de leer, en eigengereid.
„Bruggen bouwen”
Hoewel Harskampers bekendstaan als stoere harde werkers die verknocht zijn aan hun dorp, zijn ze minder snel in beweging te krijgen als ze daadwerkelijk iets voor hun woonplaats moeten doen. Zo waren er een jaar geleden geen vrijwilligers meer te krijgen die zitting wilden nemen in het meer dan tachtig jaar oude dorpsvereniging Harskamps Belang.
Nadat twee jonge Harskampers hun nek uitstaken en ook SGP-raadslid Cornelis Mosterd een laatste poging waagde om mensen te rekruteren, kon het Harskamps Belang op 16 april een doorstart maken. Mosterd (1984) is onderwijzer aan de School met de Bijbel De Zaaier in Harskamp. „Ik ben betrokken op mijn dorp. We moeten het samen doen”, zegt hij. Hij wil bruggen bouwen tussen de gelovigen en de ongelovigen in het dorp. Door hem gingen twee kerkelijke mensen nadenken over deelname in Harskamps Belang naast twee niet-kerkelijken die popelden om de club weer vlot te trekken.
Vanuit zijn kerkelijke gemeente spant Mosterd zich in om door middel van een basiscursus christelijk geloof mensen kennis te laten maken met geloof en kerk. „Ik probeer op verschillende wijzen de kerken ervan te overtuigen mee te doen in de lokale samenleving en besluitvorming”, licht hij toe. „Doe mee en denk mee vanuit je eigen identiteit”, luidt zijn devies.
De zondagsrust in Harskamp lijkt vooralsnog heilig. En de middenstand? Die kan alleen overleven als de Harskampers zelf hun winkels in de lucht houden. Op Facebook plaatste Mosterd de slogan: „Alleen de klant kan de middenstand redding bieden.” Hij kreeg hierin bijval van Harskampers die vinden dat de leefbaarheid van het dorp in de handen van de Harskampers zelf ligt.
Volgens de bevlogen Mosterd ontbrak er nog iets essentieels in het Harskampse. Hij merkte bij zijn leerlingen dat ze weinig wisten van de geschiedenis van hun dorp. In samenwerking met het archief van Ede en studenten van de Christelijke Hogeschool Ede ontwikkelde hij een lespakket. „Er zullen er nog meer volgen.” Want wie zijn verleden niet kent, kent ook zijn heden en toekomst niet.
Belangen
Past het Harskamp van de eenentwintigste eeuw in bestuurlijk opzicht nog wel bij het grootsteedse Ede? Een begrijpelijke vraag, erkent het in Harskamp woonachtige CDA-raadslid Addy Ruitenbeek. „Op een aantal vlakken ben je geneigd te denken dat Harskamp misschien wel beter bij de gemeente Barneveld zou passen dan bij Ede. Hier wordt soms met een scheef oog gekeken naar de manier waarop Kootwijkerbroek nu onder Barneveld floreert. Wat vroeger nooit kon en mocht, krijgen ze daar nu voor elkaar. Waarom kan daar wel wat hier niet kan?”
Ruitenbeek wijst erop dat Ede een stedelijke gemeente aan het worden is met meer dan 100.000 inwoners. „De belangen om Ede als stad te promoten en op de kaart te zetten, zijn niet altijd dezelfde belangen om de behoeften van de dorpen en het buitengebied te dekken.”
Zijn advies: let op de belangen van een dorp als Harskamp. Bijna de helft van de inwoners van de gemeente woont in het buitengebied of in een van de zeven dorpen. Dus het is wijs als Ede rekening houdt met de specifieke behoeften van de dorpen. „Elk dorp heeft een eigen dynamiek en het is zaak daar goed op te letten.”
Dit is het tiende en laatste artikel in een serie over christelijke dorpen.
Reformatorisch zorgcentrum?
Al jarenlang probeert de Stichting Reformatorische Zorg Harskamp (SRZH) een eigen zorgcentrum in Harskamp te realiseren, een initiatief van de hersteld hervormde kerk in Harskamp en de gereformeerde gemeente in De Valk. Tot dusver vergeefs: de SRZH stuit op onwil van de gemeente Ede.
De stichting heeft een koopoptie op een perceel in het centrum van Harskamp, de plek waarvoor de gemeente eerder wel toestemming wilde verlenen aan zorgaanbieder Opella om daar de nieuwbouw van woon- en zorgcentrum De Stolpe te verwerkelijken. Omdat Opella en de eigenaar van die grond niet tot overeenstemming kwamen, verhuisde De Stolpe naar de nieuwbouwwijk Smachtenburg.
CDA-raadslid Addy Ruitenbeek is niet gelukkig met de ontwikkelingen rond Opella en de SRZH. „Waarom Opella wel en de SRZH niet? Ik heb er begrip voor dat de SRZH bezwaar aantekent tegen de wijze waarop de gemeente Ede handelt. Reformatorische mensen voelen zich, zoals de initiatiefnemers aangeven, nu eenmaal niet thuis bij Opella en wijken uit naar andere plaatsen voor zorg. Opella en de SRZH zijn geen concurrenten van elkaar, ze dienen verschillende doelgroepen. Ze mogen niet ongelijk behandeld worden. Omdat Opella op de bewuste locatie in Harskamp bouwvergunningen kon krijgen, zou ik graag willen dat ook de SRZH onder dezelfde voorwaarden en condities de kans krijgt daar een ‘eigen’ zorgcentrum te realiseren. Jammer genoeg heeft het college van B en W (waarin zowel CDA als SGP is vertegenwoordigd) onlangs voor de tweede maal dit verzoek afgewezen.”
Medio juni stond de kwestie opnieuw op de agenda van de commissie ruimtelijke ordening. Volgens Ruitenbeek was er ,,een opening” die hem iets meer hoop geeft het gewenste complex te realiseren.