Binnenland

„Zelfacceptatie belangrijk bij stotteren”

Hij stottert al sinds hij het zich kan heugen. Niettemin staat J. A. Schouls dagelijks voor de klas. „Het is belangrijk dat je jezelf accepteert. Iedereen heeft immers zo zijn eigen doorn in het vlees. Wat dat betreft vind ik dit niet zo bijzonder.” Maandag begint in Nederland de Nationale Stotterweek.

24 October 2003 11:32Gewijzigd op 14 November 2020 00:39
KAMPEN – Pieter Zandt docent J. A. Schouls stottert al zo lang hij het zich kan heugen. „Ik heb echt een hekel aan telefoongesprekken voeren. Zeker als ik iemand aan de lijn heb die ik niet ken. Het liefst stap ik op de fiets om iemand persoonlijk te sp
KAMPEN – Pieter Zandt docent J. A. Schouls stottert al zo lang hij het zich kan heugen. „Ik heb echt een hekel aan telefoongesprekken voeren. Zeker als ik iemand aan de lijn heb die ik niet ken. Het liefst stap ik op de fiets om iemand persoonlijk te sp

Als kind had Schouls eerst niet door dat hij stotterde. „Anderen maakten me ervan bewust. En mijn ouders wilden dat ik logopedie kreeg.” Hooguit een paar nare herinneringen heeft hij uit die periode. „Maar dat zijn er niet veel. Kinderen accepteren zoiets makkelijk van elkaar.”

Pas op de middelbare school werd het moeilijker. Vooral in de klas kreeg hij er wat problemen mee. „Op die leeftijd word je je meer bewust van jezelf. Ik kreeg het gevoel dat ik niet zo goed functioneerde. Vooral wanneer iedereen in de klas tijdens de les een vraag moest beantwoorden. Op die momenten zat ik vijf minuten lang in spanning totdat ik aan de beurt was.”

Het zag er dan ook niet naar uit dat Schouls zelf ooit voor de klas zou komen. In zijn studie geschiedenis richtte hij er zich niet op om les te gaan geven. „Ik heb een aantal keren gesolliciteerd naar een baan buiten het onderwijs. Ook heb ik een tekencursus gevolgd.”

In dat vak kwam de nu 43-jarige IJsselmuidenaar uiteindelijk toch bij de reformatorische scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen terecht. Het grootste deel van de tijd gaf hij het vak tekenen en twee uur per week stond hij als geschiedenisdocent voor de klas. Dat ging in de loop der jaren zo goed dat hij zich helemaal toelegde op geschiedenis en maatschappijleer. Later kwam daar ook nog het vak godsdienst bij.

„In het begin vertelde ik aan elke nieuwe klas dat ik stotter. Maar dat doe ik nu niet meer”, aldus Schouls. In zijn eerste jaren had hij wel meer last dan nu. „Ik merk dat er acceptatie onder de jongeren is. Iedereen heeft immers wel een beperking. Bovendien komen de scholieren in een maatschappij waarin ze moeten omgaan met mensen die beperkingen hebben.”

In 1990 werd Schouls ouderling bij de gereformeerde gemeente van Kampen. Aanvankelijk deed hij alleen de schriftlezing aan het begin van de dienst. Maar na een aantal jaren las hij bij afwezigheid van een predikant ook de preek. Schouls vindt het niet eenvoudig om te vertellen hoe dat bij de eerste keer verliep. „Ik heb aan de Heere voorgelegd dat Hij wil dat een dienst ordelijk verloopt. Ik heb gevraagd of Hij dat ook wilde waarmaken. Het ging uiteindelijk wonderlijk goed. Sommige mensen in de gemeente ervaren dit ook nog steeds als een wonder.” Nog altijd gaat het tijdens kerkdiensten nagenoeg vlekkeloos. „Wie niet weet dat ik stotter, merkt het ook niet. Ik haper hooguit een keer.”

De mate waarin Schouls last heeft van stotteren, heeft sterk te maken met de situatie waarin hij zit. „Als ik de situatie kan beheersen, heb ik nauwelijks last van stotteren.” Er zijn geen specifieke letters of woorden die hem hinderen.

Lastiger wordt het wanneer hij een telefoongesprek moet voeren. „Daar heb ik echt een hekel aan. Zeker als ik iemand aan de lijn heb die ik niet ken. Het contact is dan helemaal op het verbale gericht.”

Als het even kan gaat Schouls naar mensen zelf toe. „Het liefst stap ik op de fiets om iemand persoonlijk te spreken. Dat doe ik ook als ik voor het eerst met iemand een afspraak moet maken voor huisbezoek.” Dat het hem op die manier wat extra tijd kost, vindt hij minder erg dan het moeten voeren van een telefoongesprek.

Om het stotteren tegen te gaan heeft de IJsselmuidenaar meerdere therapieën gehad. Centraal daarin stond zelfacceptatie en daarmee het verminderen van de angst om te falen. „Mijn therapeut gaf me op een gegeven moment de opdracht in een groentewinkel een kilo appels te halen. Ik moest daarbij letten op de reactie van anderen.”

Mensen staan zichzelf vaak in de weg, Denkt Schouls. „Velen denken: hoe denken andere mensen over mij? Bovendien leggen stotteraars vaak voor zichzelf de lat te hoog. Ze willen een bepaald niveau bereiken.”

Behalve trainingen in zelfacceptatie kreeg Schouls les in spraaktechnieken en sprak hij in een groep mensen die ook stotterden. „Dat was een soort zelfhulpgroep met allemaal lotgenoten.”

De docent raadt mensen aan een stotteraar niet te helpen. „Vroeger hielpen mensen mij wel regelmatig om een woord af te maken. Maar dat is niet handig. Vaak vullen ze het verkeerde woord in als je iets wilt zeggen. Het is van belang geduld te oefenen in gesprekken met stotteraars.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer