Charles Taylor leidt ogenschijnlijk rustig leven
CALABAR - Politieagenten met automatische geweren houden de wacht bij een gebouw van twee verdiepingen op een heuvel in Calabar, een stad in het oerwoud in het uiterste zuidoosten van Nigeria. In dit betrekkelijk bescheiden onderkomen woont sinds twee maanden Charles Taylor, oud-president van Liberia.
Taylor heeft een fraai uitzicht over de rivier de Calabar en het mangrovebos langs de oever, maar verder valt er voor hem weinig te beleven. „Hoe vaak hij naar buiten is geweest?” herhaalt Taylors woordvoerder Vaanii Paasawe de vraag. „Misschien twee keer. Hij is nu een normaal mens. Wat in zijn dagelijkse ritme ontbreekt is het nemen van beslissingen over Liberia. En tennis. Hij kan hier niet tennissen, zoals hij graag zou willen.”
Taylor begon in 1989 een opstand die het begin vormde van veertien jaar burgeroorlog in Liberia. Ook elders in West-Afrika, met name in Sierra Leone, veroorzaakte hij geweld, om intussen te kunnen profiteren van handel in wapens en diamanten. Op 11 augustus trad hij af, na druk uit het buitenland. De Nigeriaanse president Olusegun Obasanjo bood hem een ballingsoord aan.
In Calabar leidt Taylor een rustig leven, zegt Paasawe. Obasanjo heeft hem een spreekverbod opgelegd en hem te verstaan gegeven dat hij niet te veel moet opvallen. Taylor leest, kijkt televisie en overweegt zijn memoires te schrijven, zegt Paasawe.
Dat wil niet zeggen dat Taylor zijn presidentiële levensstijl helemaal heeft laten varen. Toen hij nog een rebel in de jungle was, had hij al persoonlijke bediendes. Ook nu is zijn gevolg omvangrijk: behalve 36 familieleden heeft hij een leger koks, schoonmakers en lijfwachten. Volgens de plaatselijke pers kost het de Nigeriaanse staat 30.000 dollar per dag om Taylor en zijn gevolg te onderhouden.
Veel inwoners van Calabar vinden het onbegrijpelijk dat Nigeria opdraait voor het levensonderhoud van een man tegen wie het tribunaal voor oorlogsmisdaden in Sierra Leone een aanklacht wegens oorlogsmisdaden heeft uitgevaardigd. „Hij moet terechtstaan”, zegt Elizabeth, die werkt in een overheidsgebouw vlak bij Taylors onderkomen. „Ik zie hem wel eens op het balkon staan. Hij kijkt dan om zich heen, maar blijft nooit lang buiten. Volgens mij maakt hij zich zorgen om zijn veiligheid.”
In Nigeria loopt Taylor geen risico te worden uitgeleverd aan het tribunaal, maar zodra hij één voet in het buitenland zet is de kans groot dat hij wordt opgepakt. Volgens Paasawe maakt Taylor zich grote zorgen over de aanklacht, die „als een zwaard boven zijn hoofd hangt en zijn persoonlijkheid vertroebelt.” Taylor heeft een team advocaten in de arm genomen.
Alleen de geldwisselaars op straat hebben geen boodschap aan Taylors misdaden. De wisselaars doen goede zaken sinds de voormalige president in Calabar is neergestreken. ”Taylors jongens” komen dagelijks langs om bedragen te wisselen die variëren van 50 tot 5000 dollar, zegt geldwisselaar Tejani Hassan.
Sommige mensen beweren Taylor ergens te hebben gezien: in een dure discotheek, met zijn kenmerkende zonnebril op, of bij een dienst in een doopsgezinde kerk. In het konvooi van jeeps met getinte ruiten dat af en toe door Calabar rijdt zitten vermoedelijk alleen familieleden, die ergens een ijsje gaan eten of een bezoek brengen aan de Drill Ranch, een opvangtehuis voor bedreigde diersoorten aan de rand van de stad.
Waarmee Taylor zich de hele dag werkelijk bezighoudt, valt alleen maar te raden. Volgens westerse diplomaten en VN-medewerkers maakt hij royaal gebruik van zijn mobiele telefoon om invloed uit te oefenen op de gang van zaken in Liberia. Paasawe zegt dat Taylor inderdaad met zijn opvolger Moses Blah in contact staat, maar ontkent dat hij bevelen geeft of zich anderszins met de politiek bemoeit. Wel lopen er in Liberia nog duizenden soldaten rond die loyaal zijn aan Taylor. Volgens Paasawe hoopt Taylor hen er te zijner tijd toe te kunnen bewegen hun wapens in te leveren.
Taylor heeft herhaaldelijk gezegd dat hij er spijt van heeft te zijn afgetreden, zegt Paasawe. En ook van andere dingen lijkt hij spijt te hebben. De oud-president, die kindsoldaten de oorlog in stuurde en steeds rijker werd terwijl zijn land aan de bedelstaf raakte, gelooft dat God hem heeft gestraft. „Hij zegt dingen als dat God hem straft”, vertelt Paasawe. „Ik hou daar niet van, maar hij zegt het vaak. „Misschien word ik gestraft met een doel”, zegt hij dan.” Paasawe valt even stil. Dan: „Hij blijft maar zeggen: Als God ermee instemt, wil ik misschien wel terug naar Liberia.”