Proces tegen Juppé wegens illegale partijfinanciering
Na acht jaar gerechtelijk vooronderzoek begint maandagmiddag in Nanterre bij Parijs een proces tegen ex–premier Alain Juppé en 26 andere verdachten wegens illegale financiering van de toenmalige gaullistische partij RPR tussen 1989 en 1995.
Juppé – op het ogenblik voorzitter van de UMP, de opvolger van de RPR en de grootste Franse regeringspartij – riskeert zijn politieke toekomst bij een veroordeling. In zijn kielzog kan ook Jacques Chirac deuken oplopen, maar die geniet immuniteit zolang hij president van Frankrijk is en verschijnt dus niet voor de rechter.
Meer dan twintig jaar is geld van de gemeente Parijs via een ingenieus systeem van fictieve banen naar de RPR gesluisd. In die periode was Chirac burgemeester van Parijs en voorzitter van de RPR. Wegens een amnestieregeling kunnen feiten van voor 1989 niet meer worden berecht. Vanaf dat jaar en tot 1995 had Juppé ook twee petten op: hij was de nummer twee op het stadhuis van Parijs, belast met de financiën, en secretaris–generaal van de RPR.
Officieel stonden RPR–partijbonzen op de loonlijst van de gemeente, terwijl ze de binnenkant van het stadhuis nog nooit hadden gezien. De huidige, socialistische burgemeester van Parijs, Bertrand Delanoë, wil het geld van tenminste zeven van die mensen terughebben, ofwel een bedrag van 7.237.775,48 euro.
Uit hoofde van zijn functie moet Juppé van die illegale gang van zaken hebben geweten, luidt de aanklacht. Totaal zijn op die manier en in die periode 54 mensen betaald door de gemeente Parijs en door privé–ondernemingen, dikwijls in ruil voor een contract van de stad.
Juppé riskeert vijf jaar cel, onverkiesbaarheid en verlies van zijn stemrecht en 75.000 euro boete. Bijna als een dreigement heeft hij al gezegd niet te weten hoe hij zal reageren als het tot een voor hem „beledigende uitspraak" komt. Hij wil niet de zwarte piet toegespeeld krijgen.
Het proces duurt tot en met 17 oktober.
Van 1992 tot en met 1995 was Juppé minister van Buitenlandse Zaken en van 1995 tot 1997 premier van Frankrijk. Onder de beklaagden zijn voorts nog de vroegere ministers oud–penningmeesters van de RPR, Galley en Boyon.