Cultuur & boeken
”Bavianen” bleef het beste boek van Van Deursen

Zijn leven lang bleef prof. dr. A. Th. van Deursen ”Bavianen en slijkgeuzen” als zijn beste boek beschouwen. „Het ís ook een meesterwerk, dat iedereen die in de protestantse traditie wil staan gelezen moet hebben.”

Prof. dr. Fred van Lieburg leest het boek ”Bavianen en Slijkgeuzen" van prof. dr. A. Th. van Deursen. Foto RD, Henk Visscher
Prof. dr. Fred van Lieburg leest het boek ”Bavianen en Slijkgeuzen" van prof. dr. A. Th. van Deursen. Foto RD, Henk Visscher

Het werk aan ”Bavianen” gebeurde tijdens de middagpauzes. Van Deursen was in 1958 aangesteld bij het Bureau der Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis in Den Haag voor de uitgave van de resoluties van de Staten-Generaal. Bijna tien jaar, tot hij in 1967 naar de Vrije Universiteit vertrok, verkeerde de historicus in de vroege 17e eeuw. Hij moest beginnen met 2 januari 1610 en kwam tot 1616.

Door het lezen van de besluiten van de regering van die tijd en alle bijbehorende stukken en correspondentie kreeg hij een levendig beeld van de tijd van de bestands­twisten, vertelde hij eens. „Alsof ik er zelf bij was geweest. Je leerde vanzelf het hele leven van die tijd kennen. Ik ben een wandelende encyclopedie van het Twaalfjarig Bestand geworden.”

Van Deursen miste echter in de politieke verslagen de gewone man. Daarom ging hij op zoek naar bronnen waarin hij een nog duidelijker beeld van het (kerk)volk kon krijgen. Kerkenraadsnotulen van de plaatselijke gemeenten van de nog jonge Gereformeerde Kerk bleken een goudmijn. Van Deursen beperkte zich tot de provincie Holland. Hij vroeg hervormde kerkelijke archiefbeheerders de notulenboeken vóór 1625 tijdelijk naar Den Haag te brengen, en kon uiteindelijk met de plaatselijke historie van veertig gemeenten aan de slag.

In de middagpauzes kroop hij door de kerkelijke aantekeningen van dorpen als Hazerswoude, Hoornaar en Edam en steden als Oudewater, Delft en Alkmaar. In het bijzonder was hij geïnteresseerd in de vraag hoe het kerkvolk de strijd tussen de remonstranten (”bavianen”) en de contraremonstranten (”slijkgeuzen”) beleefde.

In 1974 verscheen bij uitgeverij Van Gorcum in Assen de eerste druk van ”Bavianen en slijkgeuzen”. In 1991 en 1998 volgden bij uitgeverij Van Wijnen in Franeker een tweede en een derde druk. Voor de vierde druk in 2010 liep Van Deursen zijn boek nog een keer helemaal na. Dr. Joke Korteweg verzorgde nu een groot aantal illustraties over de beschreven periode.

Kerkmodel

Prof. dr. Fred van Lieburg, bijzonder hoogleraar geschiedenis van het Nederlands protestantisme aan de VU, las ”Bavianen en slijkgeuzen” voor het eerst toen hij in het eerste jaar van zijn studie aan de Erasmus Universiteit zat. Hij kan het zich nog herinneren. „Ik ben opgegroeid in de Gereformeerde Gemeenten. Dan heb je een bevindelijk beeld van de kerk. Toen ik Van Deursens boek las, werd mij duidelijk dat er in de vroege 17e eeuw een heel ander kerkmodel was. De kerk was een avondmaalsgemeenschap, die door middel van de tucht werd gehandhaafd. De kerkenraad kwam op huisbezoek om je tot het avondmaal uit te nodigen en eventuele beletselen uit de weg te ruimen. Uit die tijd stammen de formulieren en de kerkorde die in de gereformeerde gezindte nog steeds gebruikt worden. Die hebben dus een heel andere visie op de kerk als achtergrond. Dat zet je aan het denken als 19-jarige student.”

Heeft het boek invloed uitgeoefend op uw eigen carrière?

„Vakmatig ben ik een mengsel van prof. Willem Frijhoff, bij wie ik aan de Erasmus Universiteit studeerde, en prof. Van Deursen, bij wie ik aan de VU promoveerde. Frijhoff was cultuurhistoricus. Van hem heb ik mijn interesse voor grote lijnen en theorieën, religieuze beleving en historische antropologie, zoals wonderverhalen. Van dat laatste moest Van Deursen niet zo veel hebben. Van hem heb ik weer de liefde voor het verhaal, de passie voor kerkelijke archieven en de aandacht voor de gewone man.”

Hoe is ”Bavianen en slijkgeuzen” in 1974 ontvangen?

„Juichend, door zowel historici als theologen. Iedereen wist: dit is een doorbraak. Van Deursen beschreef de bestandstwisten nu eens niet vanuit theologisch of politiek perspectief, maar vanuit de beleving van de bevolking. Hij was niet helemaal de eerste, maar zo systematisch en vanuit zo’n breed vakmanschap was het niet eerder gebeurd. En iedereen zag ook zijn schrijftalent: hij wist het materiaal zo prachtig op te schrijven dat het voor iedereen leesbaar was. Overigens heb ik de indruk dat het niet direct een publieksboek is geweest; de tweede druk verscheen ook pas zeventien jaar later. In de jaren 70 waren veel kerkmensen meer bezig met het verbeteren van de wereld dan met het koesteren van het eigen verleden. Van Deursen schreef het boek in eerste instantie voor vakgenoten. Pas later is hij de publiekshistoricus geworden.”

Het boek dat deze week over Van Deursen is verschenen, typeert hem als ”Een gereformeerde jongen”. Kan een gereformeerde historicus de bestandstwisten objectief beschrijven?

„Hij heeft geprobeerd de materie objectief weer te geven. Er was zelfs een recensent die meende dat zijn sympathie bij de arminianen lag, terwijl dat zeker niet het geval was. Hij is er dus redelijk in geslaagd boven de partijen te gaan staan. Van Deursen was wel een man die de tegenstellingen graag scherp neerzette, zwart-wit. Met een bepaald soort boerenlogica redeneerde hij zodanig dat het onomstotelijk lijkt wat hij beweert. Soms constateer je later dat hij de bocht dan iets te kort neemt, dat er ook grijstinten bestaan. Hij beschrijft de Gereformeerde Kerk van die tijd als een homogeen calvinistisch verband. Dat heeft hij overschat. Er was meer variatie in theologie en spiritualiteit. Van Deursen had van huis uit een verbondsmatige kijk op de gemeente. Het is lastig om te beoordelen of dat hem vooringenomen maakte. Misschien vond hij het beeld dat hij van de kerk had terug in de kerk van de 17e eeuw.”

Van Deursen beschouwde ”Bavianen” als zijn beste boek. Is het dat ook?

„Hij heeft inderdaad altijd gezegd dat ”Bavianen” zijn belangrijkste boek was, een hoogtepunt. Zo zie ik dat ook wel, ja. Tegelijk overtreft het boek over Graft in de 17e eeuw, ”Een dorp in de polder”, op een bepaalde manier ”Bavianen”. Dat is completer, omdat het de héle samenleving beschrijft. Religie vormt daarin maar één hoofdstuk. Dat complete beeld was overigens ook de bedoeling bij ”Bavianen”. Het manuscript telde 150 pagina’s méér. De uitgever zag zo’n dik boek echter niet zitten. Daarom is het stuk over het dagelijks leven vanaf 1978 in vier deeltjes ”Het kopergeld van de gouden eeuw” gepubliceerd. Later is dat de band ”Mensen van klein vermogen” geworden.”

Bij de vierde druk in 2010 schrijft Van Deursen dat hij weliswaar de tekst nog eens helemaal is doorgelopen, maar dat hij de literatuur die sinds 1974 is verschenen niet meer heeft verwerkt. Is het boek inmiddels achterhaald?

„Het is inderdaad waar dat er sindsdien veel nieuw materiaal over de late 16e en de vroege 17e eeuw is verschenen. Het beeld van de Gereformeerde Kerk in die eerste periode is ook wat genuanceerder geworden. Men ziet tegenwoordig meer de continuïteit met de middeleeuwen. Vooral dorpsgemeenschappen bleven nog lang katholiek. En als de pastoor overging tot de Gereformeerde Kerk, waren de verschillen soms niet eens zo groot. Er is ook meer oog gekomen voor de verscheidenheid in de Nederlanden. Van Deursen beschrijft alleen het gewest Holland. In andere gewesten ging het soms heel anders toe. Van Deursen heeft overigens ook zelf later erkend dat het beeld van de Gereformeerde Kerk soms genuanceerder is dan hij in 1974 beschrijft. Ook is hij al bij de tweede druk teruggekomen van de aanduiding Hervormde Kerk, die hij steeds gebruikt. Hij had bij nader inzien toch beter van de Gereformeerde Kerk kunnen spreken, schrijft hij. Maar dat neemt allemaal niet weg dat ”Bavianen en slijkgeuzen” een meesterwerk blijft. Iedereen die in de protestantse traditie wil staan, moet het gelezen hebben.”

Gesprekken over klassieke Nederlandse boeken uit de twintigste eeuw, die richtingbepalend zijn geweest voor het denken over christendom en cultuur. Vandaag: Fred van Lieburg leest ”Bavianen en slijkgeuzen” (1974) van A. Th. van Deursen.


Over de schrijver

Arie Theodorus van Deursen (1931-2011) studeerde geschiedenis in Groningen, promoveerde in 1960 op een proefschrift over de Franse hugenoten, werkte van 1958-1967 in Den Haag aan de uitgave van de resoluties van de Staten-Generaal tussen 1610 en 1616, werd in 1967 lector en in 1971 hoogleraar nieuwe geschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 1996 ging hij met emeritaat. Van Deursen schreef talloze publicaties, met name over het Nederland van de 16e en de 17e eeuw. In 1974 verscheen ”Bavianen en slijkgeuzen”, waarin hij het kerkvolk in de vroege 17e eeuw voor het voetlicht haalde. Later volgden onder andere ”Mensen van klein vermogen” (1991) en ”Een dorp in de polder” (1994). Ook publiceerde hij boeken over Maurits van Nassau (2000), over de geschiedenis van de Vrije Universiteit (2005) en over Katwijk (2011).


Over de lezer

Fred van Lieburg (1967) studeerde maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en promoveerde in 1996 bij prof. A. Th. van Deursen aan de VU op het proefschrift ”Profeten en hun vaderland” (over de geografische herkomst van de gereformeerde predikanten in Nederland van 1572 tot 1816). Van Lieburg is aan de VU verbonden als universitair docent vroegmoderne geschiedenis en (sinds 2006) als bijzonder hoogleraar geschiedenis van het Nederlands protestantisme. Hij publiceerde een groot aantal boeken en artikelen op het snijvlak van religie en geschiedenis, waaronder ”Levens van vromen” (1991), ”Nederlandse religiegeschiedenis” (met Joris van Eijnatten, 2005) en ”Een eiland na de Reformatie. Schouwen-Duiveland 1572-1700” (2011). Deze maand verschenen ”Heilige plaatsen in een Hollandse stad” (over Dordrecht), ”Jeugdwerk met een watermerk” (over de HGJB) en ”Opwekking van de natie” (over het Reveil). Samen met dr. Joke Roelevink redigeerde hij het boek ”Een gereformeerde jongen”, over A. Th. van Deursen, dat maandag werd gepresenteerd.


Bavianen en slijkgeuzen. Kerk en kerkvolk in de tijd van Maurits en Oldenbarnevelt, A. Th. van Deursen;
uitg. Van Wijnen, Franeker, 2010, vierde druk; ISBN 9789051943917; 571 blz.; 
€ 69,50.


Zie ook artikelen in Digibron:

-Recensie van ”Bavianen” uit 1975 in het Reformatorisch Dagblad door H. H. J. van As.

-Recensie van ”Bavianen” uit 1975 in De Waarheidsvriend door K. Exalto.

-Recensie van ”Bavianen” uit 1975 in Protestants Nederland door C. A. Tukker.

-Recensie van de herdruk van ”Bavianen” uit 1991 in Theologia Reformata door J. de Gier.

-Recensie van de herdruk van ”Bavianen” uit 1991 in De Saambinder door ds. A. Moerkerken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Klassiekers

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer