Socioloog: Let meer op groepsdynamiek
GRONINGEN – Spanningsvolle relaties tussen jongeren onderling en tussen jongeren en de leiding werken seksueel misbruik in jeugdzorginstellingen in de hand, stelt de Groningse sociologe prof. dr. M. C. Timmerman, die onderzoek deed in opdracht van de commissie-Samson.
Ze geeft als voorbeeld een viering van oud en nieuw in een jeugdzorginstelling. Zes jongeren vragen de twee aanwezige groepsleiders toestemming om zich gedurende een halfuur even te mogen afzonderen voor een feestje in een knusse ruimte met slingers en kaarsjes. Twee van hen hebben op seksueel gebied een hoogrisicoprofiel.
Geen incidenten, melden de twee groepsleiders opgelucht in de dagrapportage, maar wat blijkt? Terwijl twee van de vier jongeren om beurten op de uitkijk stonden, konden de andere vier seksueel hun gang gaan en experimenteren met diverse vormen van seks.
Drie dagen later doet een van de zes, een meisje van 14, aangifte van gedwongen seks met een van de jongens. Tijdens de verhoren is het vijf tegen een. Het meisje houdt vol tegen haar zin te zijn misbruikt. De anderen houden vol dat ze vooraf instemde met de orgie, wat onder meer blijkt uit het feit dat ze ook op de uitkijk heeft gestaan.
De groepsleiders krijgen een aantekening, omdat ze nalieten te overleggen met het groepshoofd van de gedragskundige. Eén is er zo geschokt dat hij spontaan ontslag neemt.
Andere voorbeelden betreffen misbruik van jongeren door hulpverleners, bijvoorbeeld groepsleiders. Van verschillende kanten krijgt Timmerman verhalen te horen over uit de hand gelopen relaties tussen uit huis geplaatste meisjes van 16 tot 18 en mannelijke hulpverleners die soms maar enkele jaren ouder zijn. Sommigen van hen lieten zich verrassen, bijvoorbeeld de hulpverlener die op zondagmorgen naar de slaapkamers wordt gestuurd om de jongeren te wekken. Een meisje dat ongekleed in bed ligt, slaat de lakens weg en nodigt de man spontaan uit tot seksueel contact, dat vervolgens ook plaatsheeft.
De man biecht zijn misstap op, aan zijn vriendin en aan zijn werkgever. Omdat hij na het incident inziet dat hij ongeschikt is voor het werk in de jeugdzorg, neemt hij ontslag.
Indringend zijn ook de voorbeelden van uitprobeergedrag door vooral meisjes, die Timmerman geeft. Slachtoffer zijn van ernstig misbruik, bijvoorbeeld incest, is iets wat meisjes op de groep status verschaft, hoe bizar dat buitenstaanders ook in de oren mag klinken. Deze slachtoffers zijn getraind geraakt in het uitschakelen van hun gevoel en willen daar steeds weer en meer blijk van geven door bewust het slachtofferschap van misbruik door groepsleiders te zoeken.
Timmerman geeft voorbeelden van meisjes die bewust zonder handdoek de badkamer ingaan en naar hun begeleider roepen: Kun je me even de handdoek brengen? Of van pubermeisjes die kort voor ze welterusten worden gewenst bewust ongekleed in bed gaan liggen en muziek opzetten „die richting geeft aan het gevoel: Kom op, laten we aan de gang gaan.”
Uit een analyse van bij de commissie-Samson binnengekomen meldingen blijkt dat de aard van het misbruik in instellingen door de jaren heen is veranderd. Misbruik door groepsgenoten komt steeds vaker voor. Van 1946-1980 had maar 9 procent van alle meldingen betrekking op deze vorm van misbruik, vanaf 1995 tot heden 51 procent.
Op basis van haar onderzoek pleit Timmerman voor „ingrijpende veranderingen” in de jeugdzorg. „We moeten rekening houden met de groepsdynamiek. Daar is nog nauwelijks iets over bekend.”