China komt naar Europa toe – en hoe. Het tot voor kort kleine spelertje op de wereldwijde investeringsmarkt verdrievoudigde vorig jaar zijn investeringen in de EU. De komende jaren zullen die fors toenemen. De vraag is of Europa dat erg moet vinden.
Vanuit metrostation Rijnhaven is het uitzicht over Katendrecht magnifiek. Net als over het bijzondere bouwproject pal aan de Rijnhaven trouwens. Tientallen bouwvakkers zijn er bezig met de betonwapening van wat de vloer wordt van het European China Centre. De bouw van dit ambitieuze centrum is in handen van het Chinese staatsbouwbedrijf Sjanghai Construction Group en het Nederlandse VolkerWessels Vastgoed. Na de geplande oplevering in 2014 moet het 100.000 vierkante meter omvattende complex –investeringswaarde 100 miljoen– plaats bieden aan Chinese bedrijven, Chinese winkels, appartementen voor Chinezen én Nederlanders en een hotel.
Vanuit pakhuis Santos –rijksmonument uit 1901 en straks ook onderdeel van het Chinacomplex– is het uitzicht zo mogelijk nóg mooier. „Het mooiste uitzicht van Nederland”, lacht Hans Borsje van VolkerWessels Vastgoed aan zijn tafel op de derde verdieping van het pakhuis. „Toch?” Hij maakt een breed armgebaar in de richting van een enorme glazen wand met uitzicht op het complex in wording en de fraaie skyline van de havenmetropool.
De locatie van het complex is een strategische: midden in het havengebied, waar China volop belangen heeft. Europe Container Terminals (ECT), een begrip in de Rotterdamse haven, is sinds 2002 in het bezit van het Chinese Hutchinson Wampoa. Rederij China Ocean Shipping Company (Cosco) heeft diverse belangen in de haven, waaronder in de nieuwe Euromaxterminal in de noordwesthoek van de Maasvlakte.
Bedrijven uit China die zich straks hier vestigen, kunnen profiteren van Chineessprekende baliemedewerkers, van inpandige vertaaldiensten, ze kunnen er hun verblijfsvergunning laten regelen en huisvesting vinden in een van de 110 appartementen die het centrum straks telt. Het hotel krijgt een Chinees tintje, met een tai chi-kamer en een Chinese keuken. Op het dak van het gebouw komt een Chinese tuin. Geheel volgens de wetten van de Feng Shuifilosofie –de Chinese harmonieleer– heeft het hart van het gebouw een grote uitsparing, om de draak –het Chinese symbool voor geluk– te laten wegvliegen, richting de haven. In de gevel van het complex zitten elementen van een Chinees kamerscherm verwerkt.
De parkeergarage is gereed, voor de bouw van het eigenlijke complex moet de opdracht nog gegeven worden. Borsje heeft nu ongeveer de helft van het centrum verkocht. Er lopen diverse gesprekken met Chinese bedrijven die een Rotterdamse landing overwegen. „Veel havengerelateerde bedrijven”, aldus Borsje, die nog geen namen kan noemen, want concrete deals zijn er helaas nog niet gesloten. „Het lastige is dat we nog niet zo heel veel kunnen laten zien. Wij hanteren hier in Nederland heel andere bouwnormen.
Wij willen bijvoorbeeld dat projecten voor 70 procent zijn voorverkocht voor we gaan bouwen. In China moet 70 procent van de bouw klaar zijn, voor bedrijven zich willen vestigen.” De bouw is dus een gok, maar wel een die VolkerWessels Vastgoed durft nemen, zelfs tijdens een crisis die de bouw harder treft dan ooit. „Het scheelt enorm dat de Sjanghai Construction Group participeert. Die heeft al ettelijke miljoenen keiharde euro’s geïnvesteerd.” En, aldus Borsje, „China wil echt wel.”
Derde plaats
China wil inderdaad echt wel. China is in opmars in Nederland en Europa, zo laten de cijfers zien. Het aantal Chinese bedrijven dat zich in Nederland vestigt, neemt gestaag toe. Inmiddels zijn het er 320, aldus het ministerie van Economische Zaken. Jaarlijks komen er om en nabij de dertig bedrijven bij in Nederland.
In 2011 heeft Nederland 342 buitenlandse investeringsprojecten aangetrokken, zo maakte de consultancytak van IBM donderdag bekend. Daarvan komen er 104 uit de Verenigde Staten. Het Verenigd Koninkrijk komt op de tweede positie, met 37 projecten. China neemt de derde plaats in en bevestigt daarmee zijn opkomst als investerende economie. Het land leverde vorig jaar 28 projecten op.
Zomaar een kleine greep uit recente grote investeringen en overnames van de verre volksrepubliek in Europa. De Chinese autofabrikant Geely’s kocht in 2010 het Zweedse automerk Volvo voor 1,8 miljard dollar (1,5 miljard euro). China’s grootste computerproducent, Lenovo, nam vorig jaar voor 600 miljoen het Duitse Medion over. Eveneens vorig jaar stak de China Investment Corporation –Chinees staatsfonds en een van de grootste investeringsmaatschappijen ter wereld is– 4 miljard dollar in het Franse energieconcern GDF Suez. China’s grootste scheepsfirma Cosco heeft behalve in Rotterdam zwaar geïnvesteerd in andere Europese havens als Napels, Piraeus en Antwerpen.
Drogisterijketen Kruidvat is al sinds 2002 in handen van het Chinese Hutchinson Wampoa (dat inderdaad ook ECT in bezit heeft). Schuifdakproducent Inalfa uit Venray is in 2011 overgenomen door het Chinese staatsbedrijf Baic. Amca, leverancier van hydraulische systemen, werd vorig jaar ingelijfd door het Chinese XCMG FT Hydraulics. De Nederlandse windturbinebouwer Darwind: in Chinese handen. China koopt wellicht de pier van Scheveningen. Enzovoorts. En dan gaat het nog niet eens over de kleinere investeringen en over de (nieuwe) Chinese bedrijven die zich in Nederland vestigen – zoals bijvoorbeeld Huawei, dat apparatuur voor telecommunicatie maakt en een belangrijke leverancier is van KPN.
Voorlopig zal het niet ophouden ook. China is een groeieconomie en Europa zit diep in een schuldencrisis. China heeft kapitaal, Europa niet. De komende jaren kan Europa dan ook een golf aan Chinese investeringen tegemoet zien, zeggen Thilo Hanemann en Daniel Rosen van het gezaghebbende economische onderzoeksbureau Rhodium Group in een lijvig rapport over Chinese investeringen in Europa, dat deze maand verscheen.
Hoe snel kan het gaan. China was ooit een van de eerste ontvangers van buitenlandse investeringen en tot voor kort maar een kleine speler op de wereldwijde investeringsmarkt. Toen de Europese Economische Gemeenschap dertig jaar geleden de eerste handelsovereenkomst met China sloot, stelde die handel nog maar weinig voor. Maar in 1995 was China economisch al zó gegroeid dat de Europese Commissie het tijd vond voor langetermijnbeleid. In de beginjaren van de 21e eeuw explodeerden de buitenlandse investeringen van China echt – en in 2010 was China opeens de vijfde grote investeerder van de wereld. Het land is daarnaast op dit moment de op een na grootste handelspartner van de Europese Unie en Europa is zelfs China’s grootste afzetmarkt.
Tussen 2000 en 2011 deed China voor in totaal 17 miljard euro aan investeringen in Europa. Vóór 2004 was de gemiddelde jaarlijkse investering minder dan 100 miljoen euro. Daarna begon een stevige opwaartse trend. In de periode van 2004 tot 2008 investeerde China jaarlijks 800 miljoen euro. In 2009 en 2010 jaarlijks al 2,4 miljard euro. In 2011 is dat opgelopen tot 8 miljard, een verdrievoudiging ten opzichte van de twee jaar ervoor dus.
Het is vooral de snelheid van de groei die imponeert, want de cijfers moeten wel in perspectief worden gezien. De Verenigde Staten zijn nog altijd een tien keer grotere investeerder dan China. Vorig jaar bedroeg het totaal aan buitenlandse investeringen in de EU 225 miljard euro. Amerika is verantwoordelijk voor de helft, China slechts voor een krappe 4 procent. Het idee als zou China Europa opkopen is dan ook verre van waar, stellen Hanemann en Rosen. „Een hoop kleinschalige transacties hebben sommigen met dat idee opgezadeld.” Maar als het land doorgaat zoals het nu doet, zal het rond 2020 zo’n 400 miljard euro in de EU investeren – dik boven het totaal aan investeringen dat de EU op dit moment aantrekt vanuit het buitenland.
Campagnevoering
Nogal wat critici zijn bang dat de buitenlandse investeringen van China een vorm van strategische campagnevoering van de Chinese regering zijn. De verschillen tussen beide landen zijn dan ook niet uit te vlakken. Als Europa handel drijft met China, drijft het handel met een centraal geleide economie, met een overheid die interne stabiliteit prefereert boven mensenrechten, milieu en werkomstandigheden.
De onderzoekers van Rhodium –die het overigens schreven in samenwerking met de Chinese investeringsbank China International Capital Corp (CICC)– menen echter dat de Chinese buitenlandse investeringen veel meer te maken hebben met veranderingen in het Chinese groeimodel dan met een politieke agenda. Met andere woorden: China’s motieven zijn voornamelijk commercieel.
Hoewel er nogal wat bedrijven eigendom zijn van de staat, geldt dat niet voor alle Chinese firma’s, zo schrijven de onderzoekers. „In Europa wordt het overgrote deel van de deals, 63 procent, gedaan door private spelers”, aldus Hanemann en Rosen. De echte staatsbedrijven zijn verantwoordelijk voor een derde van de Europese deals. Wel leveren deze bedrijven het leeuwendeel (72 procent) van de investeringen, maar volgens de onderzoekers komt dat door een paar grootschalige overnames in de kapitaalintensieve sector.
Een andere angst van Europa is dat het zich te gemakkelijk westerse kennis laat ontfutselen. Die gedachte komt evenmin uit de lucht vallen. De octrooiaanvragen uit China namen in 2011 toe met 30 procent naar 17.000, aldus het Europees Patentbureau. Europa en de VS verloren juist terrein. Amerika (nog wel steeds de grootste met bijna 60.000 aanvragen) verloor 1,5 procent, Nederland zakte met maar liefst 13 procent tot 6500 aanvragen.
China is allang niet meer slechts goed in namaken, China wil zélf ontwikkelen en een volwassen, innovatieve concurrent zijn, die niet meer slechts uit is op grondstoffen als olie, gas en mineralen, maar hoe langer hoe meer op kennis, merken en netwerken. De sectoren die ze uitkiezen voor hun investeringen onderschrijven dat beeld: Communicatiebedrijven, industriële bedrijven en bedrijven die doen aan duurzame energie ontvingen de afgelopen elf jaar de meeste investeringen, gevolgd door bedrijven in de financiële dienstensector, software en it-diensten.
China nestelt zich in Europa, zo veel is zeker. „En waarom zou je dat als bedreiging zien?” zegt Borsje van VolkerWessels Vastgoed. „Nederland is zelf groot geworden met internationale handel en zelf altijd open geweest. En je kunt er wel tegen zijn, maar het gebeurt tóch. Als wij kunnen zorgen dat wij onze innovativiteit en creativiteit in eigen hand kunnen houden, waarom niet?”