AMSTERDAM – De rechtbank in Amsterdam heeft Robert M. (28) maandag veroordeeld tot achttien jaar cel en tbs wegens ernstig seksueel misbruik van tientallen zeer jonge kinderen.
Het openbaar ministerie eiste enkele weken geleden dezelfde straf tegen Robert M. Zijn partner, Richard van O., kreeg zes jaar opgelegd. Tegen hem eiste het OM eerder twaalf jaar cel.
De rechtbank, onder voorzitterschap van mr. F. G. Bauduin, noemde het optreden van de in Letland opgegroeide M. „schokkend.” „Hij heeft gedurende vier jaar zeer vele, zeer jonge jongeren misbruikt. Sommige kinderen misbruikte hij vele malen, gedurende een langere periode. Hij liet zich niet door angst en pijn van kinderen weerhouden om zijn eigen seksuele behoeften te bevredigen. Ook niet als een kind huilde of kermde.”
Dat de pedofiele Robert M. zeer jonge kinderen uitkoos, kwam mede voort uit „zijn angst om tegen de lamp te lopen”, aldus de rechtbank. „Hij koos kinderen uit die nog niet konden praten, om op die manier de kans op ontdekking zo klein mogelijk te maken.”
M. ging „berekenend” te werk, zo schetste de rechtbank. Zo verkende hij van tevoren of huizen waar hij op een kind ging passen, geschikt waren om zijn praktijken ongezien te kunnen uitvoeren. Hij keek bijvoorbeeld of er gordijnen hingen.
M. heeft het vertrouwen van ouders van misbruikte kinderen „op een zeer pijnlijke manier” beschaamd, betoogde de rechtbank. „Dat is een moeilijk te verteren aspect van de zaak. Hij werkte bewust aan een vertrouwensband met de ouders en deed het voorkomen alsof een kindvriendelijke aanpak voor hem van belang was. Hij gaf hun het rustige vertrouwen dat hun kinderen bij hem in goede handen waren. Achteraf kwamen ouders erachter dat dat een truc was.”
De rechter wees erop dat Robert M. op internet in contacten met andere pedofielen „tot op zekere hoogte trots” was op het misbruik van de kinderen. „Hij maakte foto’s en filmbeelden en verspreidde die. Hij sprak over kunstwerken. Hij legde aan anderen uit hoe het hem lukte toegang tot jonge kinderen te krijgen en hoe hij misbruik verhulde. Soms nodigde hij anderen uit om samen met hem een beschikbaar kind te misbruiken.”
De rechtbank schaart zich achter het door het Pieter Baan Centrum (PBC) opgestelde gedragskundig rapport over M. Het PBC meldt dat M. sterke seksuele belangstelling heeft voor zeer jonge kinderen. Hoewel M. niet volledig meewerkte, noemt de rechtbank het PBC-rapport betrouwbaar. Onderzoekers hadden onder meer de beschikking over een medisch dossier uit Letland en verklaringen van mensen ui M.’s omgeving.
Vergoeding
Robert M. moet de door hem misbruikte kinderen in totaal bijna 467.000 euro betalen wegens de immateriële schade die ze hebben geleden. Richard van O. moet in totaal bijna 365.000 euro neertellen.
Een verzoek voor een vergoeding voor materiële schade wees de rechtbank af. Zij vindt deze claim te ingewikkeld voor een strafproces en vindt dat de civiele rechter er maar naar moet kijken. Ook een verzoek voor een vergoeding voor immateriële schade voor de ouders werd afgewezen, omdat zij geen „rechtstreeks slachtoffer” zijn.
Als daders een schadevergoeding aan slachtoffers niet betalen, moeten ze normaal gesproken maximaal een jaar extra de cel in. De rechtbank wijkt daar nu van af. Voor ieder kind aan wie ze niet betalen, krijgen de verdachten één dag extra. M. is veroordeeld voor het misbruiken van 67 kinderen. De rechtbank doet dit omdat de twee lang moet zitten en omdat zij wil voorkomen dat de opgelegde schadevergoeding in feite een „extra gevangenisstraf” wordt.
Tevreden
Het Openbaar Ministerie in Amsterdam is tevreden met de uitspraak van de rechter en zal niet zelfstandig in hoger beroep gaan. Dat zei persofficier van justitie Alexandra Oswald na afloop van de uitspraak.
Het OM wil dat er een eind aan de zaak komt en ziet daarom af van beroep. Wel houdt het de mogelijkheid open dat het beroep aantekent omdat de verdachten dit ook doen.
De straf tegen hoofdverdachte Robert M. pakte 2 jaar lager uit dan geëist, maar daar kan het OM goed mee leven. De straf voor medeverdachte Richard van O. was de helft van de eis: 6 jaar celstraf in plaats van 12. De rechtbank achtte niet bewezen dat hij medepleger is geweest van het misbruik. Wel is er sprake van medeplichtigheid - ook dat vindt het OM van belang.
Hoger beroep
Robert M. weet nog niet of hij beroep zal aantekenen tegen zijn vonnis. Weliswaar protesteerde hij er fel tegen toen de rechter het maandagochtend voorlas, maar dat was een eerste emotionele reactie, zei zijn advocaat Wim Anker maandag.
M. is bitter en teleurgesteld over het feit dat de rechtbank geen enkele omstandigheid in zijn voordeel heeft laten meewegen, aldus Anker. Zelfs niet zijn volledige opening van zaken. „En dat”, zegt Anker, „terwijl de rechtbank heeft gezegd dat er geen fractie van de zaak zou zijn als hij zijn mond niet had opengedaan.”
Anker wilde nog niet zeggen wat hij en zijn collega Tjalling van der Goot M. zullen adviseren: hoger beroep of niet? Op zichzelf zijn er redenen genoeg om dat wel te doen. Zo heeft Anker tegen een langdurige celstraf in combinatie met tbs gepleit, zoals door het Openbaar Ministerie was geëist. De rechtbank heeft 2 jaar minder opgelegd, maar het blijft een combinatie van een lange straf met de tbs-maatregel. Het is Anker overigens niet duidelijk geworden waarom de rechtbank tot een iets verlaagde celstraf heeft besloten. „Dat is niet nader gemotiveerd.”
Dat M. in woede uitbarstte, hadden zijn advocaten niet verwacht, zei Anker. „Het was een opeenstapeling van punten waarover hij zich steeds meer opwond. Op het moment dat de rechter bezig was met de mogelijke strafverlagende punten, ging het mis. Er zat telkens een komma en een ‘maar’ achter en heeft hem uiteindelijk niets opgeleverd. Dat gold ook voor de verminderde toerekeningsvatbaarheid. Zoiets leidt in iedere strafzaak tot minder straf, maar hier niet.”
Anker zal M. zo spoedig mogelijk in het huis van bewaring in Vught bezoeken. „Ik wil hem bewust en langdurig spreken om over een hoger beroep te beslissen, niet in deze emotionele toestand. We moeten een aantal dingen afwegen. Het is een grote zaak, voordat het gerechtshof daar mee aan de gang kan, zijn we zo een jaar verder. Daarbij is het een zwaar, slepend en emotioneel proces.”
Richard van O. gaat in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank in zijn zaak. Dat heeft zijn advocaat Erik van Kregten maandag na afloop van de uitspraak bekendgemaakt.
Volgens Van Kregten gaat het om een „genuanceerde uitspraak”, maar zitten er elementen in die hoger beroep rechtvaardigen. Zo gaat de rechtbank er volgens de raadsman ten onrechte vanuit dat Van O. al vanaf 2006 wist dat zijn partner Robert M. stelselmatig heel jonge kinderen stelselmatig misbruikte. Van O. zegt dat hij dit pas vanaf 2009 wist.
Water
M., heeft maandagochtend water gegooid in de richting van de rechter die het vonnis tegen hem voorlas. De rechter reageerde niet en ging door met het voorlezen van het vonnis.
M. gooide het water toen de voorzitter van de meervoudige kamer, Frans Bauduin, inging op punten van de verdediging die volgens hen zouden moeten leiden tot strafvermindering. Volgens de advocaten zou M. minder straf moeten krijgen, onder meer omdat hij heeft meegewerkt aan het onderzoek. Maar de rechter zei dat wat M. heeft misdaan, zo zwaar is, dat dit niet zal leiden tot die strafvermindering.
Bij het uitspreken van het vonnis bleven beide verdachten door de rechter heen roepen. Robert M. zei dat de rechter zijn mond moest houden. Op enig moment zei de voorzitter: „Houdt u uw mond nu?” M. repliceerde dat de rechter zelf zijn mond moest houden. Hij beet een parketpolitieman toe dat deze hem niet moest aanraken. Advocaat Tjalling van der Goot maande M. tot rust.
Toen de rechter de straf van M. voorlas, stak hij zijn middelvinger naar Bauduin op. Uiteindelijk liet hij zich rustig uit de rechtszaal voeren, verdere incidenten bleven uit.
Ook Van O. sputterde protesten, toen Bauduin het vonnis in zijn zaak voorlas. Hij kreeg bijval van Robert M.
Erkenning
Het leed van slachtoffers en hun ouders in de Amsterdamse zedenzaak is erkend. Dat zei Richard Korver, advocaat van tientallen ouders. „Die erkenning is er. De rechtbank heeft in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk gemaakt dat je dit niet mag doen.’
Het deed ouders vooral goed dat Robert M. tijdens het vonnis begon te schreeuwen en weg wilde, maar dat hij van de rechtbank moest blijven zitten om haar woorden aan te horen. ,,Dat heeft mijn cliënten veel goed gedaan. Het geeft een soort van erkenning.”
Korver zei dat de uitspraak van de rechtbank verschillende aspecten heeft. De straf van 18 jaar cel en tbs noemde hij het minimum, die voor Richard van O. (6 jaar cel na een eis van 12 jaar) vinden ouders te laag. Verder is Korver tevreden dat de verdachten de misbruikte kinderen een schadevergoeding voor immateriële schade moet betalen, maar is hij teleurgesteld dat de eis voor een vergoeding voor materiële schade is afgewezen.