MONROVIA (ANP) - De Liberiaanse president Taylor lijkt maandag dan echt het veld te gaan ruimen. Al enkele malen eerder kondigde hij zijn aftreden aan, maar kwam daar altijd weer op terug. Taylor vindt het namelijk moeilijk om uit de schijnwerpers van de politiek te moeten treden.
Charles Taylor is, na zes jaar presidentschap, in feite alleen nog de baas in de hoofdstad Monrovia. De rebellen van de Liberianen Verenigd voor Verzoening en Democratie (LURD) en de Beweging voor Democratie in Liberia (Model) bezetten de rest. Vrijdag gaf hij aan Liberia ook daadwerkelijk te zullen verlaten. Vermoedelijk vertrekt hij naar Nigeria.
Charles Taylor speelt al meer dan dertig jaar een centrale rol in het politieke en militaire spel in Liberia. Hij werd in 1948 geboren in een familie van Amerikaanse oorsprong. Deze groep vormt de elite in het West-Afrikaanse land. Zij komen voort uit de vrijgelaten Amerikaanse slaven die het land in de 19e eeuw stichtten.
Zijn carrière begint in 1979 als hij terugkeert van zijn studie in de VS. President William Tolbert benoemt hem tot hoofd van het overheidsbureau voor financiën. Wanneer sergeant Samuel Doe in april 1980 een staatsgreep pleegt tegen de uiterst onpopulaire kliek van Amerikaanse oorsprong, kiest Taylor verrassend de zijde van Doe.
Hij mag op zijn post blijven, maar de relatie loopt vier jaar later toch stuk. Doe beschuldigt Taylor ervan miljoenen te hebben verduisterd. Taylor vlucht naar de Verenigde Staten, waar hij in de gevangenis belandt. Het lukt hem te ontsnappen, hij keert terug naar Afrika en begint een opstand tegen het bloeddorstige bewind van Doe.
Op kerstavond 1989 trekt Taylor met zijn mannen Liberia binnen. Tot veler verrassing krijgt hij al snel een groot deel van het land onder controle. Zijn rivaal Doe laat hij in 1990 vermoorden tijdens een ’verzoeningsfeest’. Maar de inname van Monrovia wordt verhinderd door Nigeriaanse vredestroepen gesteund door Sierra Leone.
Hij is woedend op het laatste land en zweert wraak. In 1991 stuurt hij een groep van honderd man naar de diamantstreek van Sierra Leone en bezet uiteindelijk via zijn stroman Foday Sankoh en het Revolutionair Verenigd Front (RUF) bijna de helft van het land. Ongeveer 200.000 mensen worden vermoord. Taylor verdient enorm aan de illegale handel in diamanten. Zijn bijnaam onder de bevolking is ’superlijm’, wegens de vele bankbiljetten die aan hem lijken te plakken.
In zijn eigen land is in de tussentijd een burgeroorlog uitgebroken. In de bloedige strijd wordt Taylor uiteindelijk op alle fronten teruggedrongen door de strijdgroepen van andere krijgsheren in het land. Als een duiveltje uit een doosje kan hij in 1995 toch nog de hoofdstad Monrovia binnentrekken.
Taylor is door de vredesakkoorden van Abuja lid van het collectief overgangspresidentschap geworden. Het vredesplan maakt de weg vrij voor vrije parlements- en presidentsverkiezingen in 1997. Taylor wint deze stembusgang. Volgens critici door zijn greep op een flink deel van de media en intimidatie van de kiezers.
De machtsbelustheid van krijgsheer Taylor is nog niet bevredigd. Zijn invloed in Sierra Leone is tanende. Met een smoes stuurt hij ex-leden van de RUF samen met het Liberiaanse leger buurland Guinee binnen. De strijd verloopt voorspoedig en binnen de kortste keren bezetten Taylors troepen eenderde van het land, maar het betekent ook het begin van het einde.
Washington heeft weinig waardering voor zijn actie in Guinee. De VS sturen militaire hulp en de indringers moeten de aftocht blazen. Intussen wordt in Guinee de LURD opgericht en bewapend. Zij nemen de strijd in Liberia tegen Taylor op. Die begint op zijn beurt een terreurcampagne om de rebellen te verslaan en te voorkomen dat zij steun krijgen van de lokale bevolking. Deze tactiek werkt niet en de LURD wint snel terrein.
Taylor heeft zijn krediet verspeeld. Of met zijn vertrek de vicieuze cirkel van geweld wordt doorbroken is maar zeer de vraag. Taylor mag vermoedelijk al blij zijn als hij niet voor het VN-tribunaal in Sierra Leone terechtkomt, dat hem aanklaagde voor oorlogsmisdaden.