Werken tussen granaten en rivaliserende bendes
MONROVIA - Met het geluid van exploderende granaten op de achtergrond probeert de landencoördinator van Artsen Zonder Grenzen in Liberia het hoofd koel te houden. Vincent Hoedt zag gisteren in Monrovia de eerste militairen van de Ecowas-vredesmissie in Liberia arriveren. „Dat was een behoorlijke shell (granaatinslag) op de achtergrond, hoorde u die?”
Een delegatie van de Ecowas-missie komt door de straat rijden waar Vincent Hoedt zich met zijn collega’s bevindt en klopt aan bij de Amerikaanse ambassade, vlak ertegenover. „Ze worden enorm enthousiast ontvangen door de bevolking. Iedereen klapt en juicht. Men vindt het positief.”
Kunnen jullie het werk wel aan?
„Het gaat wel. Een paar weken geleden hebben veel hulporganisaties hun aanwezigheid in Liberia drastisch verminderd. Er waren hevige bombardementen. We konden niet met de auto weg omdat er angst bestond dat de wagens gestolen zouden worden. Die angst bestaat overigens nog steeds en dat beperkt onze beweging per auto door de stad. Ook buiten de stad is het om die reden erg beperkt. In de stad kunnen we overdag wel werken, zeker nu er in de omgeving gelukkig minder wordt gebombardeerd. Maar nog steeds horen we om de zoveel tijd geweren afgaan en verdwalen er kogels. We zien elke dag mensen die naar de kliniek worden gedragen, met schotwonden, en dat betekent ook voor ons dat we erg voorzichtig moeten zijn in hoe, waar en wanneer we ons op straat begeven.”
Afgrijselijke beelden vanuit Liberia komen hier dagelijks binnen. Hoe ervaart u daar de werkelijkheid?
„De frontlinie beweegt en de foto’s worden daar gemaakt - het moet geen race worden wie in het ergste van het ergste zit. Ik wil wel toegeven dat het waar ik me bevind, gelukkig iets rustiger is dan boven op de frontlinie. Dat is hier een paar kilometer vandaan. Ik zie extreem gewonde mensen hierlangs getransporteerd worden. Ook rijden er gestolen ambulances rond, met toch behoorlijk zenuwachtige en zwaarbewapende mannen erin. Ik weet niet precies wat die van plan zijn en wat die gedaan hebben. Ik zie duizenden en duizenden ontheemde mensen die proberen een goed heenkomen te vinden in een leegstaand gebouw - 1000 links, 10.000 rechts en nog eens 10.000 aan het einde van de straat.”
Er waren ook foto’s van onthoofde mensen…
„Daar heb ik niet met mijn neus bovenop hoeven te staan en daar ben ik blij om. Het verbaast me trouwens niets en ik weet ook zeker dat het gebeurt, overal in het land.”
Duizenden zijn in Monrovia verstoken van voedsel. Hoe is het met hun gezondheidssituatie?
„Hier zitten misschien 50.000 tot 80.000 ontheemde mensen in de buurt. In elke school en leegstaand gebouw een paar honderd tot ettelijke duizenden. Hun grootste probleem is voedsel en water. Water kunnen ze een beetje vinden in de putten. Ook wordt er door de organisaties water per vrachtwagen aangevoerd. Voedsel is een nijpend probleem. Men is afhankelijk van de lokale zwarte marktjes. De paar organisaties die zich bezighielden met voedseldistributie, zijn gestopt vanwege het geweld. Hun opslagplaatsen liggen aan een kant van de stad die al een paar weken niet meer bereikbaar is, aan de andere kant van de frontlijn. Die zouden volgens aanhoudende geruchten grotendeels geplunderd zijn.
Medisch gezien houden we ons bezig met de behandeling van de slachtoffers van schotwonden. Dat zijn er dagelijks verscheidenen. Ook behandelen we choleragevallen, een echte hygiëneziekte. Behalve dat richten we ons ook op malaria, een van de meest voorkomende ziekten. Vanaf volgende week hopen we te beginnen met gezondheidszorg en dan met name gericht op kinderen onder de vijf jaar en moeders. Moeders en kinderen zijn de kwetsbaarste groepen. Alles hangt ervan af wanneer we goederen binnen kunnen vliegen, van materialen en medicijnen. Dan gaan we ook bekijken of we een vaccinatieprogramma kunnen opzetten. We hebben nu een goede opslagplaats gevonden in een rustiger kant van de stad. Zodra de eerstkomende vracht binnen is, moeten we de activiteiten uitbreiden voorzover de veiligheid dat toelaat. Ik wil graag snel uitbreiden. Dat was een behoorlijke shell op de achtergrond, hoorde u die?”
Waar zit u nu ergens?
„In een enorm groot gebouw, tegenover de Amerikaanse ambassade. Het is een oud hotel, denk ik. Daar zitten wij, de Britse organisatie Merlin en nog eens 400 vluchtelingen. Elke avond liggen in elke hoeken en gaten moeders en kinderen te slapen. Best wel leuk hoor. Uitkijken waar je loopt. Het is pikkedonker op het moment dat de generator uitgaat, want elektriciteitsvoorziening is er niet. Als we ’s avonds om 20.00 uur klaar zijn met ons werk, en om 21.00 uur gegeten hebben, liggen de kleintjes te pitten. Dan is het hink-stapsprong tussen alle slapende lichamen door.”
Hoe zijn de mensen gestemd?
„Gespannen. Iedereen is bezorgd over familieleden. Als je met je gezin een karton en twee dekens hebt om in een hoekje van een kantoor te slapen, je huis waarschijnlijk is ’gestript’ en je oudste kind misschien met je zus meegegaan en je weet niet waar ze zitten, dan zijn mensen erg bezorgd. Mogen ze hopen op verbetering? Ze zijn wel vol van de komst van de Ecowas.”
Hebben ze niet liever dat Amerika komt?
„Liever heb ik niet gehoord. Voor de mensen is alles wat maar een verbetering kan brengen, een stap in de goede richting. Slechter dan de afgelopen twee weken kan het haast niet. Of het nu de Liberianen, de Amerikanen, de Nederlanders of de IJslanders zijn, ze vinden alles best, als ze maar naar huis kunnen, als ze maar aan het werk kunnen, water hebben om hun kleding te wassen en naar de markt kunnen gaan om eten te kopen.”
Er strijden grofweg drie groepen om de macht: de troepen van president Charles Taylor en de rebellenbewegingen LURD en Model. Weet iedereen voor wie hij of zij vecht in deze anarchie?
„De stad Monrovia tot aan de luchthaven wordt nog steeds beheerst door de troepen van Taylor. LURD en Model zien wij niet, er zit een frontlinie tussen, al is dat slechts 2 tot 3 kilometer hier vandaan. Maar binnen de groep van Taylor heerst ook een totale chaos. Dat zijn mogelijk vijf grotere en wellicht zo’n 25 kleinere groepen en daarbinnen is iedereen voor eigen rekening aan het plunderen, stelen en afpersen. De chaos binnen dit gebied is, afgezien van de inkomende granaten, meer de rivaliteit tussen de verschillende bendes van de groep van Taylor.”
Zolang Charles Taylor niet opstapt, zal het niet verbeteren.
„Daar lijkt het wel op. Er zit een stuk internationale politiek achter, waar ik niet veel van weet. We moeten toch eerst kijken naar een verbetering van de huidige situatie. Pas daarna komt het andere aan bod. Er moet veiligheid komen en de mensen moeten terug naar huis kunnen. De water- en voedselvoorziening moeten op gang worden gebracht.”
Heeft u het wel eens erger meegemaakt?
„Een paar maanden geleden in Bunia, in het noorden van Congo, dat was ook vrij extreem. Maar dit is ook voor ons een vrij uitzonderlijke toestand.”
Kan het zijn dat u weg moet?
„We kwamen hier rond de tijd dat het fout ging. We kozen ervoor met een minimale bezetting te blijven en zullen dat blijven volhouden. Er is een enorme behoefte aan het kleine beetje wat we kunnen doen.”