Buitenland
Mode als wapen tegen honger in Ethiopië

ADDIS ABEBA – Mode tegen de honger. Dat is het motto waaronder Afrikaanse modeontwerpers zich hard maken voor ontwikkeling op hun continent. „Mode heeft een positief imago. Dat willen we graag inzetten voor een hoger doel”, zegt de Ethiopische ontwerpster Fikirte Addis.

Mark Wallet
10 November 2011 10:23Gewijzigd op 14 November 2020 17:36
Fikirte Addis. Foto RD
Fikirte Addis. Foto RD

De droogte in de Hoorn van Afrika heeft in het Westen veel aandacht gekregen. Miljoenen euro’s zijn er ingezameld voor noodhulp. Maar ook in het gebied zelf zijn er acties op touw gezet. „In juli ontstond het idee om als Afrikaanse modeontwerpers een steentje bij te dragen”, vertelt Fikirte Addis enthousiast in een café in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. „Ik hoefde niet lang na te denken na de vraag of ik mee wilde doen.”

Addis (1981) kent de problematiek in haar land van binnenuit. Ze studeerde psychologie en werkte voor een organisatie die zich inzette tegen gedwongen kinderarbeid. Volgens de ontwerpster is dat ook in Ethiopië een aanzienlijk probleem, hoewel ze een positieve ontwikkeling ziet. Daarnaast hield Addis zich in haar werk bezig met het aanleren van vaardigheden aan Ethiopische jongeren, zodat ze op eigen benen kunnen gaan staan.

Addis: „Het plan om mode in te zetten tegen de armoede, sprak me dan ook erg aan.” Ze gooit als ontwerpster hoge ogen in de Afrikaanse modewereld. In maart won ze in Mauritius een Afrikaanse competitie van modeontwerpsters en in juli volgde een show tijdens de Afrika Modeweek in New York. „Ja, het gaat erg goed”, zegt de eigenares van ontwerpbureau Yefikir. Ze kan het nog altijd nauwelijks geloven.

„Mode is geweldig”, doceert Addis. „Het is een manier van leven. Iedereen wordt er blij van. Als je dat op een positieve manier kunt gebruiken voor een hoger doel, is dat helemaal geweldig.” Samen met ontwikkelingsorganisaties wil ze zich inzetten voor het creëren van bewustwording. Het idee is om bovendien kleren ter beschikking stellen, waarvan de hele opbrengst naar de projectgebieden kan.

Maar ze wil zich ook concreet inzetten. „Ik zou graag vrijwilligerswerk op het platteland 
gaan doen”, aldus Addis. „We kunnen bijvoorbeeld aan vrouwen leren hoe ze kleren en tassen kunnen maken en die vervolgens op de markt kunnen brengen. Momenteel krijgen ze erg weinig betaald voor de producten die ze maken. Wij kunnen zoeken naar markten waar ze een betere prijs kunnen krijgen.”

Aan plannen ontbreekt het niet, maar het moet allemaal nog vaste vormen krijgen, benadrukt Addis. Ondertussen legt ze zich toe op het ontwerpen van nieuwe kleding. Haar handelsmerk is kleding die duidelijk Ethiopisch geïnspireerd is, maar toch ook modern. Ze lacht. „Ik wil dat iemand in Nederland mijn kleding ook kan dragen.”


JELDU – Vrouwen kunnen kleren leren maken tegen de honger en mannen tafels en deuren. In Jeldu, op het platteland van Ethiopië, leert de 32-jarige Wadajo de kneepjes van het timmervak. „Ik wil ontsnappen aan de armoede.”

Wadajo loopt elke ochtend twee uur naar de school Yaada­chiisa (Hoop voor morgen) om zich daar te bekwamen als timmerman. En dan loopt hij weer twee uur terug naar huis. „Nee, familie heb ik niet in de buurt van de school”, zegt hij.

Met zeven andere mannen is Wadajo in de werkplaats van Yaadachiisa druk aan het zagen en schuren. „Ik wil voor mijn familie kunnen zorgen”, vat hij zijn motivatie kort samen. „En ik ben geïnteresseerd in dit werk.” De opleiding tot timmerman duurt drie maanden. Yaada­chiisa biedt de opleiding verschillende keren per jaar aan, buiten de oogsttijd.

Projectleider Asfaw Elgeno wijst erop dat de studenten uit de wijde regio komen. „Sommigen wonen zelfs op vier uur lopen van hier. Dat geeft aan dat ze gemotiveerd zijn.” Volgen Elgeno worden de studenten vaak door hun families uitgekozen en gestuurd. „Ze moeten zorgen voor een aanvulling op het inkomen van de familie. Naast het timmerwerk zullen ze ook gewoon blijven boeren.”

De school leidt niet alleen timmerlieden op, maar heeft bijvoorbeeld ook een kappersopleiding in huis. De bedoeling is 
dat de bevolking weerbaarder wordt gemaakt tegen periodes waarin de oogst slecht is. Onderwijs is in Jeldu, waar zo’n 80 procent van de bevolking analfabeet is, van groot belang.

Na de opleiding kunnen de studenten een microkrediet krijgen om een onderneming te starten. Wadajo wijst naar zijn medestudenten. „Ik wil samen met anderen in mijn dorp een kleine werkplaats beginnen. En ik kan anderen weer leren van mijn vaardigheden.”

Dit is het derde artikel in een drieluik over voedselzekerheid en ontwikkeling in Ethiopië.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Ethiopië

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer