Binnenland

Kasteel kenmerkte bloeitijd Genemuiden

GENEMUIDEN – Dat de stád Genemuiden ooit een kasteel ‘had’, is buiten de regio nauwelijks bekend. Binnen het historische centrum probeert de plaatselijke oudheidkamer de herinnering aan het roemruchte én rumoerige verleden van ”Het Blockhuys” levend te houden. Want met de afbraak ervan, ging Genemuiden een aantal eeuwen grauwe vergetelheid tegemoet.

Gijsbert Wolvers
14 October 2011 20:32Gewijzigd op 14 November 2020 17:09
Andres Post (l.) en Robert Pleijsier bij het enige restant van het kasteel in Genemuiden (1528-1580): een waterspuwer van de toren van het blokhuis. Foto RD
Andres Post (l.) en Robert Pleijsier bij het enige restant van het kasteel in Genemuiden (1528-1580): een waterspuwer van de toren van het blokhuis. Foto RD

Weinig rest meer van wat eens de trots én kwelling van Genemuiden was: het Blokhuis. Dolgelukkig zijn de stadshistorici Robert Pleijsier en Andres Post dan ook toen enkele jaren geleden een waterspuwer werd opgegraven op de plek waar het kasteel ooit stond. Trots poseren ze bij het zandstenen blok, in de achtertuin van de oudheidkamer van de Stichting Vrienden van Oud-Genemuiden. „In de jaren 50 is ook de steen met het wapen opgegraven, maar helaas heeft een bouwbedrijf dat toen meegenomen”, aldus Pleijsier.

De historische vereniging schreef een canon over Genemuiden en richtte de afgelopen twee jaar een deel van de oudheidkamer in met een permanente expositie hierover.

Genemuiden is begin 16e eeuw een twistappel tussen de bisschop van Utrecht en Karel van Gelre. Deze hertog pikt in 1521 het strategisch gelegen Genemuiden in. Het stadje beheerst via het veer over het Zwarte Water een van de weinige toegangswegen naar het noorden van de Lage Landen. Ook ligt het aan de monding van het Zwarte Water, een belangrijke vaarweg vanaf de Zuiderzee naar de Hanzesteden Hasselt en Zwolle.

De machteloze bisschop draagt zijn rechten op Utrecht, Overijssel en Drenthe over op de latere keizer Karel V. Die laat de Friese stadhouder George Schenck van Toutenburg in 1522 oprukken naar Genemuiden. Karel hakt dat leger op de Kamperzeedijk echter volledig in de pan.

In 1527 begint Karel van Gelre met de aanleg van het Blokhuis, vlak bij het veer. Zijn tegenstander maakt het echter af, want keizer Karel krijgt Genemuiden in 1528 definitief in handen. Daarop laat Karel van Gelre plundertochten houden in Overijssel. „Het Blokhuis wordt daarom vanaf dat jaar voortdurend versterkt”, aldus Pleijsier. Dit duurt tot het kasteel in 1555 zijn definitieve vorm bereikt.

Saillant detail is dat de nieuwe bevelhebber –dezelfde Schenck van Toutenburg– vindt dat de kerk van Genemuiden en het kasteel te dicht bij elkaar staan en dat daarom de kerktoren moet worden afgebroken. „Genemuiden heeft tot de afbraak van het kasteel geprobeerd vergoeding voor deze 277.900 stenen te krijgen, maar tevergeefs”, aldus Post. De kwestie kenmerkt de gespannen verhouding tussen stad en kasteel. Genemuiden draait vaak op voor de kosten van onder meer de drinkgelagen van de soldaten in de stad.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog wordt het Blokhuis opnieuw speelbal van hogere machten. In 1570 varen watergeuzen het Zwarte Water op en beschieten het kasteel. Een enkele opgegraven kanonskogel prijkt nu in de oudheidkamer, gevestigd onder de rook van de hervormde kerk.

Van juni tot november 1572 bezetten Oranjegezinde troepen het kasteel. Die nemen echter de benen na het uitmoorden van Zutphen door Alva. Genemuiden wordt, aangemoedigd door de rooms-katholieke boeren in de Mastenbroeker polder, weer Spaansgezind.

Anno 1580 is dat nog altijd het geval. Het is een doorn in het oog van de staatsgezinde ridderschap en steden. Die dwingt de aftocht van het Spaanse garnizoen af. Oranjeaanhangers uit Zwolle rukken aan, breken de muren van de vesting af en steken het woonhuis in brand. „De stenen gingen met schepen via Zwolle, Kampen en Deventer naar Noord-Holland. Wij hebben er nooit een cent van gezien. Deze concurrentie met de omliggende steden is een rode draad in de geschiedenis van Genemuiden”, stelt Pleijsier.

Nog is het verdriet van Genemuiden niet over. Engelse, Franse en Waalse huursoldaten van Oranje houden huis in de stad: naar schatting 500 Genemuidenaars vinden de dood, vrouwen worden verkracht, huizen in brand gestoken.

Genemuiden wordt weer wat het was: een onbeduidend vissersplaatsje. Totdat vanaf de 19e eeuw de biezen- en later de tapijtindustrie de trotse stad nieuwe welvaart verschaft.

Oktober is de Maand van de Geschiedenis. Dit is het vijfde deel in een serie over onbekende vensters van regionale canons.

www.oudgenemuiden.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer