Van Haersma Buma: CDA laat zich niet gek maken door PVV
DEN HAAG – Liever praat hij over de inhoud dan over „dat getreiter”, maar CDA-fractievoorzitter Van Haersma Buma snapt heel goed dat er niet bepaald een beeld is neergezet van een stabiele coalitie.
„Wat een dag, zeg”, zucht de CDA’er na afloop van het debat. Nadat PVV-leider Wilders woensdag met zijn toon en houding de berichtgeving kaapte, ging het donderdag lange tijd over de inhoud. Tot ’s middags opnieuw de bom barstte.
Hoe heeft u het debat beleefd?
„Soms echt met een gevoel van plaatsvervangende schaamte. Gelukkig hebben we ook veel gesproken over wat er écht toe doet: hoe we onze economie overeind kunnen houden in deze onrustige tijd én begrip kunnen tonen voor de zorgen die er leven als je bezuinigt. Het is jammer dat dit ondersneeuwt door onderling getreiter. Meer dan ooit krijg ik reacties van mensen die menen dat wat er is gebeurd, niet kan. Ik kan hun alleen maar gelijk geven.”
Zijn er grenzen overschreden of hebben we veel, hoe erg ook, al wel eens eerder gehoord?
„In een aantal gevallen waren niet zozeer de woorden nieuw, maar ik vond wel dat de litanie die maar doorging te serieus was om te laten lopen. En ja, dan vind ik dat er fatsoensnormen zijn overtreden, en dat is het parlement onwaardig.”
SGP’er Van der Staaij sprak deels ook relativerende woorden.
„Zijn bijdrage was een hoogtepunt. Omdat hij enerzijds het gebeuren van gisteren relativeerde, maar woensdag duidelijk aangaf, op het moment dat het er écht toe deed, dat er fatsoensnormen waren overschreden. Voor zijn voorganger hebben we ooit de ”Van der Vliesnorm” willen introduceren, daarmee aangevend: je hoeft niet onfatsoenlijk te zijn, wees fatsoenlijk, zoals hij. Daar deed het optreden van Van der Staaij me ook aan denken. Het is zeer wel mogelijk om met fatsoen en een zekere lichtheid toch scherp te zeggen wat je wilt.”
U stelde dat wat Wilders zei niet in strijd is met het gedoogakkoord en met de wet, maar wel met de meest elementaire regels van fatsoen, en dat die voor het CDA minstens zo belangrijk zijn. Heeft dat ook een consequentie?
„Omdat wij deel uitmaken van de coalitie vind ik het belangrijk dat de premier, hoe joviaal hij vaak ook is, scherp afstand nam van de woorden van Wilders. Kijk, een partij die in het parlement zit, mag dit doen en kan dit ook doen; er zijn geen regels die het verhinderen. Het is dan aan anderen om aan te geven dat dit de fatsoensgrenzen overschrijdt. Wat ik ervan zei, was, en zo heb ik dat echt gevoeld, namens alle 21 fractieleden en volgens mij ook namens heel veel, zo niet alle CDA-leden. Uiteindelijk hoop je dan toch dat er eens een lichtje opgaat bij zo’n partij en dat men beseft: dít is niet nodig.”
Wat betekent dit voor de stabiliteit van deze coalitie?
„Mensen moeten niet denken dat wij niet tegen een stootje kunnen. We hebben met de PVV op een aantal punten, heel zakelijk, afspraken gemaakt die ook inhoudelijk van belang zijn. Ik laat me echt niet gek maken. Hoe onfatsoenlijk het ook was; regeren gaat véél verder, namelijk over de toekomst van ons land.”
D66 wrijft u in dat de politieke samenwerking het CDA slechts verlies heeft opgeleverd.
„Pechtold schat volkomen verkeerd in wat onze missie is in de politiek. Ik realiseer me goed dat wanneer je in deze tijd regeert, je niet de koning van de peilingen bent. Maar als je besluiten moet nemen, kun je daar beter niet te veel naar kijken. Uiteindelijk voer ik liever met een zekere kwetsbaarheid in de regering een deel van mijn programma uit, dan dat ik roeptoeter aan de zijlijn, maar niets realiseer van wat mijn achterban belangrijk vindt.”