SP pleit voor VN-erkenning Palestijnen
DEN HAAG (ANP) – De SP hoopt dat de Verenigde Naties de Palestijnse Autoriteit als staat zullen erkennen. „De erkenning bij de VN zal helpen bij het tot stand brengen van een gelijkwaardig gesprek met Israël”, zei SP-leider Emile Roemer woensdag tijdens de algemene beschouwingen.

Zijn uitspraken leidden tot fel verzet van de PVV, de ChristenUnie en de SGP. PVV-leider Geert Wilders zei „zelden zoveel domheid na elkaar” te hebben gehoord. Hij stelde dat het niet mag gebeuren dat „waar ook ter wereld terroristen een eigen staat krijgen”, verwijzend naar de radicale Palestijnse organisatie Hamas, die door onder meer de EU en de VS als terroristische organisatie wordt gezien.
Roemer gaf aan dat je niet alle Palestijnen over één kam kunt scheren. „Een hele bevolkingsgroep stelselmatig terrorist of corrupt noemen, dat schiet niet op. En daar neem ik afstand van”, aldus de SP-leider. Wilders haalde nog even uit toen Roemer opmerkte niet in Gaza te zijn geweest. „Waarom zou dat nou zijn? Niet omdat ze een groot feest geven. Dat gebied wordt geleid door terroristen die uit zijn op de vernietiging van Israël.”
Roemer stelde in het debat dat hij extremisme aan beide zijden scherp veroordeelt. Hij heeft aan beide kanten „dingen gezien die niet door de beugel kunnen.” Maar hij zei ook dat Israëlische politici hem tijdens een bezoek vertelden geen haast te willen maken met het vinden van een oplossing voor het conflict met de Palestijnen.
Fractievoorzitter Arie Slob van de ChristenUnie wees Roemer erop dat het eenzijdig uitroepen van een Palestijnse staat de vrede in het Midden-Oosten verder weg brengt dan ooit. Roemer was het daar niet mee eens: „We moeten op gelijkwaardige basis stappen zetten. Dat is de enige mogelijkheid”, aldus de SP-leider.
President Mahmoud Abbas van de Palestijnse Autoriteit dient vrijdag het verzoek in om volwaardig lid van de VN te worden. Nederland steunt zo’n eenzijdige stap niet en hoopt dat de partijen terugkeren naar de onderhandelingstafel. Roemer zei teleurgesteld te zijn in het kabinetsstandpunt, waarin volgens hem partij wordt gekozen voor één kant.