Buitenland

Prof. Fernando Enns: Geen vrede zolang er wapens op de wereld zijn

Zou een vredestichter zich op oorlog moeten voor­bereiden? Een oude wijsheid zegt van wel. Prof. Fernando Enns noemt het dwaasheid. Volgens de VU-hoogleraar leidt het verzamelen van wapens vanzelf tot schietpartijen.

24 June 2011 19:36Gewijzigd op 14 November 2020 15:34
Vrede komt niet uit de loop van een geweer. Echte vrede is gerechtigheid, waarbij geen vuurwapen meer past. Foto EPA
Vrede komt niet uit de loop van een geweer. Echte vrede is gerechtigheid, waarbij geen vuurwapen meer past. Foto EPA

De eeuwenoude leer van de rechtvaardige oorlog bevalt prof. Enns dan ook helemaal niet. Hij draait het radicaal om. In zijn inaugurele rede als hoogleraar aan het Doopsgezind Seminarium aan de Vrije Universiteit pleitte hij vandaag voor een ”theologie van de rechtvaardige vrede”.

Vrede is immers niet vanzelfsprekend een rechtvaardige vrede, weet prof. Enns. De Duitse mennoniet verwijst naar Latijns-Amerika en Zuid-Afrika. „Arme mensen leefden daar met onderdrukking. Wel in vrede, maar zonder gerechtigheid. Vrede zonder recht is goedkoop. In zo’n situatie gaan mensen vechten voor hun rechten. Ze grijpen naar de wapens.”

Begrijpt u dat?

„Heel goed. Ik leer eruit dat ongerechtigheid altijd leidt tot geweld. Als je mensen hun rechten ontzegt, gaan ze ervoor vechten. Dat zie je in de Arabische lente. Zolang dat geweldloos gebeurt, keur ik dat goed.”

Het pacifisme is dus niet passief.

„Precies. We hebben geleerd dat geweldloosheid iets anders is dan gelatenheid. Het is actieve geweldloosheid.

Maar geweld zelf lokt altijd nieuw geweld uit. Zelfs vredes­troepen bestaan uit militairen die zich op de oorlog hebben voor­bereid.

Dat maakt ook die leer van de rechtvaardige oorlog achterhaald. De meerderheid van de christelijke kerk gelooft –in navolging van Augustinus en Thomas van Aquino– dat je wapengeweld Bijbels kunt rechtvaardigen. Maar dit heeft nog nooit een conflict opgelost. Bovendien is er geen voorbeeld van een oorlog die helemaal volgens de regels van de rechtvaardige oorlog is gevoerd.

Daarom hebben de zogeheten historische vredeskerken –de dopersen, de quakers en de wereldwijde vergadering van gelovigen– deze leer nooit geaccepteerd. Vooral in de twintigste eeuw is deze opvatting door de twee wereld­oorlogen onder druk komen te staan. Hoe kun je je in een tijd van atoomwapens nu op een oorlog voorbereiden?

Er zullen altijd conflicten op de wereld zijn. Dat is realistisch. Er is geen wereld zonder conflicten. Maar we moeten er geweldloos mee omgaan. Laten we daarom werken aan een zo rechtvaardig mogelijke vrede.”

Moet je conflicten uit de zondeval verklaren?

„Ik geloof wel in de erfzonde, maar ik denk niet dat je alle conflicten zomaar uit de gevallen schepping kunt verklaren. Dat brengt een zekere gelatenheid in de theologie, die doorgaans leidt tot een ethische rechtvaardiging van geweld. Men geeft dan wel toe dat Jezus zonder geweld optrad. Maar vanwege de erfzonde acht men het legitiem het kwade met het kwade te bestrijden.

Ondanks dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, ligt de wereld nog in het boze. De Bijbel leert ons de zonde serieus te nemen. Het zou fout zijn dat in de vredestheologie niet te doen.

Maar we moeten ook de ver­geving niet negeren. Alle zonden zijn vergeven. Uiteindelijk neemt God alle schuld op Zich, of die 
nu van Bin Laden, Gaddafi of 
George W. Bush is. Geen mens gaat verloren.

Zo moeten we ook met mensen omgaan. We moeten Gaddafi niet te pakken nemen, maar ons afvragen hoe we hem kunnen laten zien dat hij het boze dient. Dus voortdurend blijven zoeken naar rechtvaardige betrekkingen.”

Paulus biedt de overheid het zwaard aan.

„Maar niet om oorlog mee te voeren. De staat is er om de zwakken te beschermen, en daartoe dient het staatsgeweld. Het zwaard is niet voor veroveringsoorlogen.”

De Verenigde Naties namen in 2005 het beginsel van de ”responsibility to protect” (verantwoordelijkheid om te beschermen) aan. In de Libische kwestie is daarop een beroep gedaan. Hoe kijkt u daar tegen aan?

Enns glimlacht: „Als theorie is het natuurlijk een grote stap vooruit voor de internationale gemeenschap. Dit beginsel stelt de ménse­lijke veiligheid centraal, en niet langer de nationále veiligheid. De VN nemen een verantwoordelijkheid op zich voor mensen die zich niet kunnen verweren. Het perspectief verschuift van de machthebbers naar de slachtoffers.

Maar ik heb wel kritiek. De VN zijn een onvolmaakte organisatie. De lidstaten van de Veiligheidsraad zetten hun machtspolitiek gewoon door. Zelfs dit beginsel gebruiken ze om elders in te grijpen.

Het is mooi dat men de burgers in Libië wil beschermen. Maar moet dat werkelijk door militair ingrijpen? Daardoor sterven ook onschuldige burgers. Bovendien verliest de internationale gemeenschap haar onpartijdigheid. Ook is het moreel ongeloofwaardig dat landen die kortgeleden nog wapens aan Gaddafi verkochten, nu zogenaamd op ethische gronden tegen hem vechten.

Dit nieuwe VN-beginsel om te beschermen is dus wel goed, maar de uitvoering brengt me aan het twijfelen. Ik pleit voor een internationale politiemacht die erin is getraind geweld te vermijden. Om daarmee de wereldgemeenschap te beschermen.”

Krijgen leden van die internationale politie in hun opleiding ook schietlessen?

„Nou, liever niet. Ze moeten leren geweld te voorkomen. Idealiter komen daar geen wapens bij kijken. Een politie zonder wapens – dat is mijn visioen.”

Had die politie in 1990 Koeweit van de bezetter Irak kunnen bevrijden?

„Dat had gekund. Maar niet door de bezetter er zo snel mogelijk uit te smijten. Daarbij sterven altijd mensen. Ook in zulke situaties gaat het om een geweldloze oplossing. Het moet voor alle partijen voordeel bieden om een rechtvaardige vrede te bevorderen.”

Vanuit dit idealisme ging het Nederlandse VN-bataljon Dutchbat in 1995 met slechts lichte wapens naar Srebrenica. In Afghanistan heeft men dat bewust anders gedaan.

„In Srebrenica was een vreselijke massamoord. Misschien –luister goed: misschien– moeten we accepteren dat we het ergste kwaad niet kunnen voorkomen. Laten we daar niet uit concluderen dat we niet meer zonder zware wapens over de wereld kunnen gaan. Want wapens vragen erom gebruikt te worden.”

Een oude wijsheid zegt: Als je vrede wenst, bereid je dan voor op de oorlog.

„Dat is fout. Wie wapens heeft, zal ze gebruiken. Gaddafi kocht die wapensystemen niet om zijn tuin mee te versieren, maar om er oorlog mee te voeren.

Er is een oude theorie die zegt dat de wederzijdse afschrikking ons in de Koude Oorlog voor een oorlog heeft bewaard. Ik geloof dat niet. Ik denk dat moedige mensen als Gorbatsjov daar veel meer bij geholpen hebben. Net als bij de afschaffing van de slavernij gaat het om moed.”


De pacifistische doopsgezinden

De doopsgezinden zijn de volgelingen van de enige Nederlandse hervormer, Menno Simons (1496-1561). In Nederland is hun aantal teruggelopen tot ongeveer 8000 mennonieten, maar wereldwijd zijn het er mogelijk zelfs wel 1 miljoen.

Onderling verschillen de dopersen sterk. Er zijn conservatieve wereldmijders, zoals de Amerikaanse amish. In Nederland zijn de meeste dopersen vrij­zinnig. Al in 1911, precies honderd jaar geleden, bevestigden ze de eerste vrouwelijke predikant in Nederland.

Ondanks alle verschillen zijn veel doopsgezinden pacifist. Uit de geweldloze weg van Jezus Christus leidt men af dat het dragen van wapens verkeerd is. Onderstreept door de oproep uit de Bergrede om de „andere wang” toe te keren.

Al in de tijd van de Nederlandse Republiek in de zeventiende en de achttiende eeuw leidde dat vaak tot spanningen als de schutterij een beroep op de wederdopers deed. Voor de militaire dienstplicht vroegen doopsgezinde jongeren steevast ontheffing op grond van gewetensbezwaren.

Gisteren en vandaag hield het Doopsgezind Seminarium aan de Vrije Universiteit in Amsterdam een congres over ”rechtvaardige vrede” (Just Peace). Dat houdt enerzijds verband met diverse jubilea die de dopersen dit jaar vieren (het seminarium bestaat bijvoorbeeld 275 jaar), maar het biedt ook prof. Fernando Enns een mooie gelegenheid zijn oratie als nieuwe hoogleraar te houden.

Tijdens het congres was er aandacht voor uiteenlopende aspecten van de rol van de kerk bij vrede en gerechtigheid. Een van de thema’s was de kunst van het vergeven bij de Amerikaanse amish.

Enns werd in 1964 geboren in Brazilië en leefde daarna vooral in Duitsland, onder meer als pastor in de doperse gemeente in Krefeld. Hij is ook verbonden aan de universiteiten van Hamburg en Heidelberg.

De theologie van de vrede loopt als een rode lijn door het leven en werk van prof. Enns. Hij is directeur van het centrum voor vredestheologie aan de universiteit van Hamburg. Recent schreef hij een boek over gerechtigheid in de herstelfase na ge­wapende conflicten. In het werk voor zijn leerstoel richt hij zich op de rol van religie in conflicten.

In 1998 nam Enns in de Wereldraad van Kerken het initiatief voor een ”decennium om het geweld te overwinnen”. De bedoeling was om voor de periode 2001 tot en met 2010 als kerken vrede als centraal thema te kiezen. Eind mei werd dit vredesdecennium afgesloten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer