Bij vrijspraak eindigt het Wildersproces
AMSTERDAM (ANP) – Als de rechtbank in Amsterdam PVV-leider Geert Wilders donderdag vrijspreekt van haatzaaien en groepsbelediging, is dat ook meteen het einde van de zaak-Wilders. Hoger beroep komt er dan naar verwachting niet, omdat zowel het Openbaar Ministerie (OM) als de verdediging vrijspraak voor Wilders willen.
De benadeelde partijen, die om vervolging van de politicus hebben gevraagd, kunnen geen beroep aantekenen tegen de uitspraak van de rechtbank. Mocht Wilders worden veroordeeld, dan ligt hoger beroep voor de hand en zou de zaak via het gerechtshof uiteindelijk bij de Hoge Raad terecht kunnen komen.
Als het aan het OM in Amsterdam had gelegen, was de strafzaak er nooit gekomen. Na lang beraad kwam justitie in juni 2008 tot de conclusie dat anti-islamuitspraken van de PVV’er niet aanzetten tot haat tegen moslims en allochtonen. Ook vond het OM dat de gewraakte uitspraken in diverse media en in de film Fitna geen strafbare belediging opleverden.
Hiermee namen de benadeelde partijen - personen en organisaties die aangifte tegen Wilders hadden gedaan - geen genoegen. Ze beklaagden zich in een artikel-12-procedure bij het gerechtshof in Amsterdam, dat hen in januari 2009 in het gelijk stelde en het OM opdroeg Wilders alsnog te vervolgen.
Op 4 oktober 2010 begon de strafzaak en die verliep meteen roerig. Wilders’ advocaat Bram Moszkowicz probeerde de rechtbank te wraken, omdat voorzitter Jan Moors zich uitliet over het feit dat de PVV-leider zich op zijn zwijgrecht beriep. Deze wraking mislukte, maar op 22 oktober slaagde er wel een. Pijnpunt voor de verdediging was nu dat de rechtbank niet direct wilde beslissen of arabist Hans Jansen als getuige gehoord moest worden.
In de tweede ronde van het proces stond het inmiddels beruchte etentje van eetclub Vertigo centraal. In Vertigo zat ook Tom Schalken, raadsheer bij het hof Amsterdam, die had meegeschreven aan de vervolgingsopdracht tegen Wilders. De eetclub nodigde als gast Hans Jansen uit, die net was aangewezen als deskundige voor de verdediging. Jansen beweerde dat Schalken hem daar had geprobeerd te overtuigen van de juistheid van de vervolging.
Voor Wilders en Moszkowicz bleek hieruit dat de opdracht van het hof niet deugde omdat Schalken vooringenomen was. De rechtbank verwierp echter dit verweer en andere argumenten om de zaak te stoppen, waardoor het proces uiteindelijk toch helemaal inhoudelijk is behandeld.