Politiek

Nieuwe confrontatie ChristenUnie en SGP kwestie van tijd

Een verschil in geestelijk klimaat en een onderscheiden politieke oriëntatie. Dat zijn de belangrijkste oorzaken van de clash tussen ChristenUnie en SGP, vorige week. Een volgende confrontatie lijkt slechts een kwestie van tijd.

4 June 2011 09:01Gewijzigd op 14 November 2020 15:16
Foto RD, André Dorst
Foto RD, André Dorst

De onderlinge verhoudingen tussen ChristenUnie en SGP zijn danig verstoord, zo niet grondig verziekt, zo bleek net na de Eerste Kamerverkiezingen vorige week maandag. De ChristenUnie in de Senaat had geen behoefte meer aan gezamenlijke fractievergaderingen, nadat de SGP ervoor had gekozen om bij deze verkiezingen niet de ChristenUnie aan een extra zetel te helpen, maar het CDA te versterken.

De ChristenUnie was razend over deze handelwijze. Toen gebeurden er dingen die normaal gesproken alleen grote politieke partijen doen als ze met elkaar ruziën. De partijen brachten de irritaties van de achterliggende periode over elkaar naar buiten.

Zo komt in de ogen van de ChristenUnie de SGP in de Senaat regelmatig gemaakte afspraken niet na en is de communicatie allerbelabberdst. Anderzijds ergert de SGP zich aan de opstelling van de ChristenUnie. Ook de confrontatie tussen CU-fractievoorzitter Schuurman en zijn SGP-collega Holdijk over de instelling van een parlementaire enquête naar privatisering zijn beide partijen nog niet vergeten.

Verder kwam vorige week de onderlinge irritatie van vorige jaren bovendrijven, zoals het uiteenvallen van de samenwerking in Europa in 2009, de verdeling van de reststemmen bij de Senaatsverkiezingen van 2003 (!) en de keren dat de SGP de CU in de Senaat in de steek liet en omgekeerd.

Niet voor het eerst

Het is niet voor het eerst dat er gedoe is tussen SGP en ChristenUnie. De verhouding tussen de partijen is altijd een spanningsvolle geweest. Ook voor 2000, toen RPF en GPV opgingen in de CU, was niet alles koek en ei. Er is verschil in geestelijk klimaat en politieke oriëntatie.

Voor 2000 was de SGP altijd de grootste van de drie en zette op grond van de getalsverhoudingen zo veel mogelijk het stempel op allerlei samenwerkingsverbanden. Zo mochten vrouwen niet op (verkiesbare plaatsen van) combinatielijsten en als er gezamenlijke verkiezingsavonden werden gehouden, was meestal de ‘liturgie’ van de SGP (met de Statenvertaling en de psalmberijming van 1773) leidend. Nieuwe vertaling, nieuwe berijming en ook gezangen, waar veel RPF’ers en GPV’ers gebruik van maakten, waren not done.

Ook binnen plaatselijke en provinciale samenwerkingsfracties was de SGP vaak dominant. Zo kregen bijvoorbeeld RPF-Statenleden in de gecombineerde Zeeuwse fractie met de SGP niet of nauwelijks de gelegenheid om fractievergaderingen te openen of met gebed te beëindigen. Sommige SGP’ers hebben blijkbaar moeite om christenen te accepteren die progressiever zijn dan zij zelf, concludeerden CU-politici.

In de Tweede Kamer beschouwde de SGP het GPV wel als een bondgenoot, hoewel de kerkelijke oriëntatie zeer verschillend was. De SGP wortelt in kerken waarin een Schriftuurlijk-bevindelijke prediking het uitgangspunt is (met alle onderlinge verschillen), en het GPV, waarin gereformeerd vrijgemaakten hun politieke onderdak vonden, in een meer objectief, voorwerpelijk en verbondsmatig klimaat.

Het GPV liet regelmatig tegenover de SGP weten dat het toch net even iets beter was en net iets meer kon bereiken dan de staatkundig gereformeerden. Hoewel GPV-voorman Schutte in 1986 vrij snel afstand nam van zijn suggestie om een Groninger variant te kiezen (CDA, VVD en GPV) en geen Staphorster variant (CDA, VVD, SGP, RPF en GPV), liet dit akkefietje iets van dit superioriteitsgevoel zien.

Ook SGP-fractiemedewerkers merkten geregeld aan kleine dingen dat het GPV zich verheven voelden boven de staatkundig gereformeerden. In die trend paste het besluit van het GPV om in 1979 bij de Europese verkiezingen met een eigen lijst te komen. Verschillende wegen kiezen, is de protestantse partijen dus niet vreemd.

Indringer

De RPF, die in 1981 in de Tweede Kamer kwam, werd door SGP én GPV gezien als een indringer. De nieuweling, die voor samenvoeging van de drie protestantse partijen pleitte, werd in eerste instantie op afstand gehouden. Toch draaide de RPF al snel mee in de gewoonte die SGP en GPV hadden, namelijk om in commissievergaderingen namens elkaar het woord te voeren.

Hoewel de verwoording anders was, kwamen de drie qua politieke oriëntatie in die tijd namelijk nog behoorlijk overeen. Ze werden niet voor niets klein rechts genoemd. Hoewel het GPV daar wel eens wat tegen protesteerde omdat die partij soms wat meer heil van de overheid verwachtte dan de andere twee, schikte iedereen zich in die benaming.

Halverwege de jaren negentig groeiden RPF en GPV naar elkaar toe. Dat kwam onder meer door de komst van de RPF’er Van Dijke. Die koerste meer aan op een politiek die socialer was en ook meer van de overheid verwachtte, net zoals het GPV. Ook het getuigende element, dat kenmerkend was voor het eerste RPF-Kamerlid, Leerling, en waar het GPV minder gecharmeerd van was, verdween naar de achtergrond. RPF en GPV groeiden in de tijd tot respectievelijk 3 en 2 zetels, terwijl de SGP bleef steken op 3 en later zelfs terugzakte naar 2. Dat maakte GPV en RPF zelfverzekerder in de richting van de staatkundig gereformeerden. Bovendien had Van Dijke, zacht uitgedrukt, niet de grootste klik met de SGP.

Ook de ontwikkelingen in de GPV-achterban stonden in die periode niet stil. Qua geestelijk klimaat kwamen de vrijgemaakten meer en meer onder invloed van de evangelischen en groeiden weg van hun exclusieve kerkelijk denken. Halverwege de jaren negentig konden ook niet-vrijgemaakten lid worden van het GPV.

In 2000 gingen de RPF- en GPV-fracties in de Tweede en Eerste Kamer samen. Dat zorgde voor nieuwe onderlinge verhoudingen met de SGP. De ChristenUnie was nu royaal de grootste en liet zich minder gelegen liggen aan de opvattingen van de SGP, bijvoorbeeld over de plaats van de vrouw.

Dat leidde in veel gemeenten tot spanningen. In de Tweede Kamer kwam de verhouding tussen CU en SGP onder druk te staan toen Tineke Huizinga in 2002 haar entree maakte in Den Haag. De SGP maakte toen een eind aan de gewoonte dat de partijen namens elkaar het woord voerden.

Het geestelijk klimaat binnen de partijen ging langzamerhand steeds meer verschillen. De SGP bleef grosso modo dezelfde en bleef bijvoorbeeld bij het gedragen isoritmische psalmgezang uit de bundel van 1773. De ChristenUnie groeide mee met de ontwikkelingen in evangelische kringen, waar de muziek steeds harder en wilder werd. Ook openden regelmatig vrouwelijke predikanten de partijcongressen. Dat was voor 2000 noch bij de RPF noch bij het GPV mogelijk.

Politieke koers

Ook politiek-inhoudelijk ontstond er verwijdering tussen SGP en ChristenUnie. Dat gebeurde vooral na het aantreden van Rouvoet als partijleider. Laatstgenoemde betitelde de politieke koers van de partij als „christelijk-sociaal”, terwijl de SGP „christelijk-conservatief” bleef. Bij de SGP spraken ze van „centrumlinks versus centrumrechts.” Steeds vaker liep het stemgedrag in de Tweede en Eerste Kamer uiteen.

Dat de betiteling „centrumlinks” en „centrumrechts” niet alleen een loze aanduiding was, bleek wel toen SGP-Kamerlid Van der Staaij samen met het toenmalige ChristenUnie-Kamerlid Anker voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar de StemWijzer invulde. Bij Van der Staaij kwam de SGP er als eerste voorkeur uit, het CDA als tweede en de CU als derde. Bij Anker stond de ChristenUnie op één, de PvdA op twee en de SGP op drie. Dat de twee elkaars tweede keus waren, die tijd is voorbij.

De twee partijen hebben ook verschillende achterbannen. Uit analyses van verkiezingsuitslagen van de laatste jaren blijkt dat er tussen de CU en linkse partijen relatief veel wisselwerking is. Bij de SGP is er meer overloop naar CDA, VVD en PVV.

Het beleid van de ChristenUnie was er ook op gericht om afstand te nemen van de SGP. In een aantal gemeenten is de samenwerking na 2000 beëindigd. Dat was bewust beleid. ChristenUnieleider Rouvoet heeft bijvoorbeeld persoonlijk geprobeerd om een eind te maken aan de samenwerking tussen ChristenUnie en SGP in Rotterdam. Dat is overigens niet gelukt.

Het verschil in politieke oriëntatie kwam duidelijk tot uitdrukking bij de formatie van 2006. De ChristenUnie stapte in het kabinet met CDA en PvdA, en de SGP verklaarde dat haar handtekening niet onder het akkoord zou kunnen staan.

In 2010 gebeurde precies het omgekeerde. De SGP werd de stille gedoogpartner van het kabinet van VVD, CDA en PVV. De ChristenUnie uitte haar afkeer van regeren met de PVV en zou nog liever met D66 in zee gaan. De SGP daarentegen stelde dat de PVV soms wel goede punten heeft, zoals de dreigende islamisering van de samenleving. De recente oproep van PVV-leider Wilders in een zuidelijke Amerikaanse staat: „Ontwaakt christenen van Tennessee, de islam staat aan de poort”, doet het goed bij de SGP, die kritisch staat tegenover oeverloze godsdienstvrijheid, maar slecht bij de ChristenUnie die godsdienstvrijheid als ideaal heeft.

Schade herstellen

Deze week is het tij enigzins gekeerd. Op dit moment hebben CU en SGP geen behoefte om elkaar te bekritiseren en af te katten via de media. Ze doen diverse pogingen om de scherven te ruimen en de schade te herstellen. Een ChristenUnieprominent die vorige week nog stevige kritiek op de SGP uitoefende, was deze week tegenover deze krant niet bereid om de onderlinge irritaties van de laatste jaren nog eens op een rij te zetten. Hij vond dat er de laatste dagen te veel is gezegd en dat er op „het front” nu even rust moet komen.

Ook de nieuwe fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Senaat, Kuiper, sloeg aan het eind van vorige week een hele andere toon aan dan in het begin van die week. Net na de verkiezingen van de Eerste Kamer noemde hij de SGP „een onbetrouwbare partner”, en zelfs het woord „breuk” viel.

Eind vorige week maakte matigde Kuiper zich. Op GrootNieuwsRadio vergeleek hij CU en SGP met Paulus en Barnabas. Die gingen tijdens de tweede zendingsreis uiteen omdat ze het niet eens waren over een extra reisgenoot. „We begrijpen elkaar op dit ogenblik niet en zaaien blijkbaar op verschillende manieren. Laten we dan maar even als Paulus en Barnabas ieder op ons eigen veld aan het werk gaan.” En verzoenend voegde hij eraan toe dat de twee partijen elkaar in „het grote doel vinden.”

De twee voormannen van de wetenschappelijke instituten van de partij, Segers (CU) en Schippers (SGP), zijn ook op de verzoeningstoer. Zij willen op korte termijn een gezamenlijke studiemiddag organiseren. En ChristenUniefractievoorzitter Slob gaat binnenkort een keer om de tafel met zijn SGP-collega, Van der Staaij.

Maar of al deze initiatieven voldoende zijn om weer optimale verhoudingen tussen de twee protestantse partijen te creëren, moet nog blijken. Van een inhoudelijke toenadering is vooralsnog geen sprake. Door de verschillende politieke oriëntatie van de twee en het toenemende verschil in geestelijk klimaat lijkt een volgende confrontatie slechts een kwestie van tijd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer