Volgens de aanklager staat in de aanklacht dat Taylor „de grootste verantwoordelijkheid draagt voor oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en grove schendingen van de internationale humanitaire regels op het grondgebied van Sierra Leone vanaf 13 november 1996”.De voormalige krijgsheer Taylor werd, na zeven jaar burgeroorlog, in 1997 verkozen tot president van Liberia. Tijdens de burgeroorlog in Sierra Leone zou Taylor de rebellen in ruil voor diamanten hebben voorzien van wapens. De opstandelingen voerden een uiterst gewelddadige strijd die werd gekenmerkt door groepsverkrachtingen, het afhakken van ledematen en het recruteren van kindsoldaten.

Het nieuws over de aanklacht veroorzaakte in de Liberiaanse hoofdstad Monrovia enige paniek. Troepen van de presidentiële garde verschenen in de straten, winkeliers sloten hun zaken en inwoners renden naar huis.

Taylor zelf was woensdag in de Ghanese hoofdstad Accra voor vredesbesprekingen met Liberiaanse rebellen die sinds 2000 proberen zijn bewind omver te werpen. Het tribunaal had de Ghanese autoriteiten een arrestatiebevel doen toekomen, maar woensdagavond verliet de Liberiaanse president het land weer. Samen met zijn 52 man tellende gevolg vertrok hij in een toestel van Ghana Airways naar Monrovia. Ook Interpol kreeg een arrestatieverzoek.

De in 1948 geboren Taylor is een kind van een Amerikaanse vader en een Liberiaanse moeder. Hij studeerde in de Verenigde Staten en werd vervolgens ambtenaar in Liberia. Midden jaren tachtig deed hij mee aan zijn eerste van een lange reeks bloedige conflicten, een opstand tegen de toenmalige president Samuel Doe. Als ambtenaar kreeg hij de bijnaam „superlijm”, omdat geld aan hem vast leek te plakken. In 1983 werd hij aangeklaagd wegens verduistering van ongeveer 900.000 dollar en vluchtte hij uit Liberia naar de Verenigde Staten.

Toen hij in december 1989 terugkeerde, kwam hij over de grens met Ivoorkust als leider van een rebellengroepering, het Nationaal Patriottisch Front van Liberia (NPFL). In de burgeroorlog ontstonden soortgelijke groeperingen, maar Taylor kwam aan de top in de gewelddadige zeven jaren waarin Liberia bijna synoniem werd voor anarchie en horror en Doe in Monrovia werd doodgemarteld.

Tegen de tijd dat er in juli 1997 verkiezingen onder internationale waarneming werden gehouden, was Taylor erin geslaagd zich te profileren als een tot staatsman verworden krijgsheer en werd hij tot president gekozen.

Het VN-hof heeft tot nu toe acht mensen aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden, onder wie de minister van Binnenlandse Zaken van Sierra Leone. De verdachten worden berecht voor gruweldaden tijdens de burgeroorlog van 1989 tot 1999, waarbij zeker 50.0000 mensen om het leven kwamen.

De strijd leek in 1999 ten einde, toen de rebellen van het RUF een vredesverdrag tekenden en amnestie kregen. De strijd laaide in 2000 echter weer op, en pas in 2002 kwam er officieel een einde aan de burgeroorlog.

042250 jun 03