Arnemuidense oud-visser: Mist grootste gevaar
Het ongeval met de kotter Nieuwpoort 28, waarbij drie jonge Zeeuwse vissers omkwamen, trekt diepe sporen in de Arnemuider gemeenschap. En herinnert aan de gevaren van de zee.
Het is een klein papiertje dat oud-Noordzeevisser Lieven Kusse (64) in de voormalige, statige burgemeesterskamer in het Arnemuider museum over tafel schuift. Maar achter de met pen geschreven namen op het epistel gaan stuk voor stuk droeve verhalen schuil. Het is een lijstje met namen van Zeeuwse vissers die in de achterliggende decennia door een ongeval omkwamen.
Op het kattebelletje van Kusse staat bijvoorbeeld de naam van Lieven de Nooijer. Hij kwam zo’n veertig jaar geleden in de haven van Vlissingen om het leven. De visser raakte bekneld tussen een schip en tuig. Kusse zag het drama op enkele meters afstand gebeuren. „De man was op slag dood.” Of neem de Thoolse visser Leen Blaas, die zo’n twintig jaar geleden stierf. „Hij kwam tussen het volle visnet en de bak eronder terecht.” Ook explosies aan boord van een kotter eisten levens van Zeeuwse vissers. In april 2005 ontplofte een opgeviste bom aan boord van de Ouddorpse kotter OD-1. Drie opvarenden vonden de dood. Een van hen, Jos van Belzen, kwam uit Arnemuiden.
In 1976 kwam Bram Theune van de Arnemuiden 12 om als gevolg van een explosie aan boord. Wrang genoeg kwam zijn vader Job Theune van de Arnemuiden 35 een paar jaar eerder om het leven. Hij werd bij Stellendam overvaren.
Voor Kees van de Ketterij (63), werkzaam bij het Arnemuider museum, staat Karel van Dalen, een andere naam op Kusses lijstje, in het geheugen gegrift. Een zus van Van de Ketterij is getrouwd met een broer van Karel van Dalen. De jongeman verongelukte zo’n dertig jaar geleden op zijn eerste zeereis, bij de Belgische kust. Bij het netten binnenhalen werd hij het water in getrokken. Van de Ketterij: „Er is veel naar hem gezocht, maar hij is nooit teruggevonden. Zijn moeder is er nooit overheen gekomen.”
Explosieven
De zee geeft, de zee neemt. Het scheepsongeval met de Nieuwpoort 28 maakt diepe indruk in Arnemuiden. Nog altijd zijn de drie opvarenden van de vorige week dinsdag gekapseisde kotter vermist. Het gaat om Christiaan de Ridder (27), zijn broer Mark (20) uit Arnemuiden en Christiaans zwager Erik Tange (22) uit het nabijgelegen Oost-Souburg. Collega-vissers die de Nieuwpoort 28 inspecteerden, stelden eerder deze week in een voorlopige conclusie: „Wij gaan ervan uit dat er geen sprake is van menselijk falen. Er blijven vraagtekens. We kunnen de opvarenden helaas niet meer spreken.”
„De mens stelt niks voor”, zegt Lieven Kusse, die dertig jaar op de Noordzee voer. De Arnemuider denkt terug aan een soortgelijk drama. „Begin jaren zeventig is de Breskens 16 overvaren onder de Engelse kust. De vier opvarenden zijn verdronken. We zagen een grote plas olie drijven en hoorden een uur of vijf later van de vermissing. We zijn later met zo’n twintig kotters nog gaan zoeken, maar tevergeefs. De schipper spoelde enkele maanden later aan bij Texel.”
Niet zozeer zware storm achtte Kusse in zijn tijd als visserman het grootste gevaar op zee („daar zijn kotters op gebouwd”), veeleer was hij beducht voor mist. „Jij ziet een ander, maar ziet die ander jou ook?” Grondige hekel had hij aan opgeviste explosieven uit de oorlog. „Vreselijk, die bommen en granaten.”
Bij nacht en ontij zijn vissermannen in de weer. Ze zijn voortdurend in de buurt van bewegende kabels, kettingen, touwen en andere zware voorwerpen. Gevaarlijke arbeid? „Vergelijk het werk van een visser met een boer. Je leest regelmatig in de krant over een agrariër op een tractor die een arm of been kwijtraakt of iemand overrijdt. Op zee gebeuren ook zo vaak ongelukken. Een voet klem, een hand klem.”
Is onvoorzichtigheid onder vissers een factor? In nogal wat gevallen is daar sprake van, betoogt de oud-visser. „Al is er natuurlijk geen opzet in het spel.” Gemakzucht? „Misschien wel. Je doet je werk, je hebt er geen erg in. Je let altijd op je maten.”
In het gebruik van helmen aan boord ziet Kusse niets. „Dat werkt niet in de praktijk. Ik heb nog nooit gehoord dat een helm het verschil uitmaakt. Al zou het wel ooit kunnen helpen als er iets zwaars uit de lucht valt. Het is van groot belang dat je weet waar je moet lopen op het dek, ook bij storm. Je ziet dat vaak jonge jongens betrokken zijn bij een ongeval. Dan denk je aan onervarenheid.”
Mist
In de gang van zijn woning in Arnemuiden wijst Blaas Marijs sr. (65) op een grote ingelijste foto van de ARM (Arnemuiden) 22, varend op een onstuimige zee. „Als er een grote golf over het dek slaat, is dat gevaarlijk. In Arnemuiden ervaren we nu opnieuw dat ons leven een handbreed is gesteld. De laatste jaren deden dodelijke ongevallen op zee zich vooral voor onder Urker vissers. Ineens hebben wij Zeeuwen ermee te maken.”
Zes zonen van Marijs, vader van dertien kinderen, vissen op de Noordzee. De zevende zoon wil ook op de kotter aan het werk. Vier van zijn zoons varen op de ARM 22, twee op de ARM 20. Schipper Jan Marijs van de ARM 22 had vorige week dinsdagavond kort voordat de Nieuwpoort 28 kapseisde, nog contact met opvarende Mark de Ridder.
Zelf gaat Blaas Marijs sr. sinds enkele jaren om gezondheidsredenen niet meer de zee op. Zijn zonen staat hij nog altijd met raad en daad terzijde. Meermalen per week is er contact met de mannen aan boord. „Als het stormt, zit je thuis toch niet zo op je gemak op de bank. Grotere schepen zijn zeewaardiger dan kleine, maar ook een grote kotter kan net zo goed aangevaren worden.”
Ook Marijs vreest vooral mist op zee. „Iedereen en alles blijft maar doorvaren, al is de moderne apparatuur verfijnder dan voorheen. Mensen varen vaak 100 procent op apparatuur, zoals radar en gps.”
Overvaren
Van nabij weet Marijs dat er zomaar iets kan gebeuren op zee. In 1951 werd de garnalenkotter ARM 20 van zijn grootvader overvaren. Het schip zonk ongeveer 12 mijl uit de kust van Westkapelle. De vader en drie ooms van Blaas Marijs konden worden gered.
Het kan ook misgaan als de weersomstandigheden goed zijn. „Een paar jaar geleden kreeg mijn zoon Jan, schipper op de ARM 22, een ongeval aan boord. Jan, die als schipper normaal gesproken in de stuurhut staat, ging het dek op. Hij raakte door een stuk nylontouw gewond aan zijn oogkassen en werd met de helikopter naar Brugge gebracht. Hij kan met één oog niet meer zien.”
Speelt onvoorzichtigheid onder vissers een rol? „Een ongeval zit vaak in een klein hoekje, net als op de weg. In 2006 werd de jonge schipper van de ARM 20 door de Middelburgse rechtbank veroordeeld na een aanvaring op de Westerschelde met een Noors jacht met veertien jongeren. Die konden gelukkig allemaal worden gered (de Noorse kapitein is eveneens veroordeeld, JV). Wij waren niet zo te spreken over de veroordeling van de Arnemuidense schipper. Het Noorse jacht bevond zich aan de verkeerde kant van het vaarwater. De rechter, en later ook de Raad voor de Scheepvaart, oordeelden echter dat de schipper van de ARM 20 voorzichtiger had moeten zijn.”
Verdient het aanbeveling dat Noordzeevissers helmen gaan dragen, ter bescherming tegen bijvoorbeeld kabels die los kunnen schieten? Marijs: „Vissers lachen daarom. Het is niet handig om aan boord helmen te dragen, bijvoorbeeld vanwege de kleding die de mannen dragen. Maar het is wel een feit dat er bedrijven zijn, bijvoorbeeld in het Vlissingse industriegebied, waar je niet binnenkomt als je geen helm draagt.”
Arnemuiden heeft band met visserij
Arnemuiden (ongeveer 5500 inwoners), een stadje met een overwegend christelijk karakter, kent nog altijd een sterke band met de visserij.
Ongeveer honderd mannen vissen op de Noordzee. Niet alleen op het twaalftal Arnemuidense kotters, maar ook op bijvoorbeeld Vlissingse schepen of kotters onder Belgische vlag (zoals Nieuwpoort en Oostende). Ook werken tientallen Arnemuiders in enkele visserijverwante bedrijven, zoals een fileerderij en garnalenhandel.
Net als in vissersplaatsen als Urk en Katwijk rouwen ook in Arnemuiden honderden mensen om omgekomen vissers. Meer dan eens vonden geliefden hun graf in de zee.
Berucht in Arnemuiden (en Vlissingen) zijn onder meer twee stormrampen in de vorige eeuw. Toen in 1903 en 1924 diverse schepen vergingen, kwamen daarbij in totaal zeker 25 vissers om. Toentertijd voeren ze op hoogaarzen, houten platbodems met zeil.
Veelzeggend is een regel uit het bekende lied ”Als de klok van Arnemuiden”: „Wrede zee, jij hebt zo veel genomen.”