Binnenland

Terug naar de zuidpunt van Schokland

In een kring staan ze rond de restanten van de oude kerk van Ens. Honderden nazaten van Schokkers, de in 1859 geëvacueerde bewoners van het eiland in de Zuiderzee. Ze waren er woensdag niet voor een reünie, maar voor een begrafenis. In een vierkante kist werden de laatste botten die in 1940 voor onderzoek waren opgegraven, weer aan de aarde toevertrouwd.

8 May 2003 08:23Gewijzigd op 14 November 2020 00:18

„Vaarwel Schokland we gaan je verlaten. ’t Is de wil van de Provinciale Staten. Ons verzet heeft niet mogen baten. Wij verlaten als ratten het schip voor het strandt.

Traag, haast treurig klinkt het lied van het Schokkerkoor. Aan de rand van de kerkruïne van het vroegere Ens staan ze. Gestoken in de klederdracht van hun voorouders. De ongeveer vijftig leden kijken uit over wat ooit de Nederlandse hervormde kerk van het eiland was. Nu resten daarvan nog de fundamenten van de buitenmuur, met daarbinnen de overblijfselen van het allereerste kerkje uit de veertiende eeuw.

Waar eens de zee tegen het eiland sloeg is het nu rustig. Akkerland heeft de plaats ingenomen van de Zuiderzee, waar het soms flink kon spoken.

Schokland, ooit een toevluchtsoord van vissers in de Zuiderzee, werd in 1859 verlaten op last van Koning Willem III. Door de voortdurende verzakking van de ondergrond en door de woelige zee was het wonen er al een tijdlang niet eenvoudig meer. De bewoners hebben zich het meest over vissersplaatsen rond de Zuiderzee verspreid. De meesten kwamen in Kampen terecht. Namen als Diender, Goosen, Grootjen, Klappe en Toeter komen daar nog steeds veel voor.

Vandaag de dag herinnert weinig meer aan de stormachtige geschiedenis van Schokland. De zon schijnt. Rondom de vroegere zuidpunt ruist de wind. De vogels die hun lied zingen, worden voor één keer overstemd door gezang uit mensenkelen. Van heinde en ver zijn ze gekomen, de nazaten van de eilandbewoners. Want de herbegrafenis van de botten doet hen wat. Het bindt samen. Voorzitter Diender van de Schokkervereniging memoreert dat het gaat om resten van de families Diender, Kwakman, Koridon en Broodbakker. „We staan hier in de wetenschap dat we bij de begrafenis van familieleden zijn.”

Truus Das (67) is voor de gelegenheid samen met haar man helemaal vanuit de Verenigde Staten naar Schokland gekomen. Haar moeder, een Goosen, was van Schokker komaf. Zelf zegt ze een band met het voormalige eiland te hebben, ook al woont ze al 45 jaar in Amerika. „Mijn opa vertelde ons altijd verhalen over het eiland. Diens vader ligt hier ook begraven. Toen in de jaren ’80 de Schokkervereniging ontstond ben ik direct lid geworden.”

Das komt niet voor het eerst op Schokland. Eerder was ze er onder meer met haar kinderen. „Ik heb gezegd: Here are your roots. Je voorouders leefden hier.” Toch doet de herbegrafenis haar meer dan dat bezoek. „Ik heb echt het idee dat een hoofdstuk is afgesloten.” Zwijgend legt ze een bos bloemen op de marmeren gedenksteen. Die is even daarvoor onthuld door staatssecretaris Van Leeuwen van cultuur en media. Das: „Dit doet goed. Ze zijn weer thuis.”

De gebeurtenissen van gisteren -en niet dinsdag, zoals deze krant gisteren abusievelijk meldde- stonden in schril contrast met de situatie van 1940. Enkele maanden na de bezetting van Nederland ging toen een wetenschappelijk team aan de slag op het eiland. De inmiddels bejaarde Fons Zuiderhoek was er als student bij, toen onder leiding van antropoloog dr. De Vroe. Skeletten van Schokkers werden opgegraven. De wetenschapper wilde ze gebruiken bij onderzoek naar de raskenmerken van de eilandbewoners.

Zuiderhoek: „Ik had niet te maken met het onderzoek, maar De Vroe zocht studenten die mee wilden gaan om te graven. Vanuit Amsterdam zijn we met een beurtschip hierheen gevaren. We hebben toen een paar weken in een tentenkamp gebivakkeerd.”

Tijdens de opgravingen was rondom het eiland nog zeewater aanwezig. De Noordoostpolder zou pas enkele jaren later droogvallen. Zuiderhoek: „Waar nu de ruïnes van de kerk en de vuurtoren zijn, was destijds niets te zien. Alles was bedekt onder een laag aarde. Er stonden geen bomen zoals nu. De wind gierde over de kale vlakte. Je zat onbeschut op een klein eilandje in het midden van de zee.”

Zuiderhoek is een prominente gast bij de herbegrafenis. De plechtigheid neemt met een bijeenkomst in de nog intacte kerk van Middelbuurt bijna een dagdeel in beslag. De feitelijke teraardebestelling wordt verricht door twee in Schokker klederdracht gestoken nazaten van de eilanders. Rond twaalf uur ’s middags staan ze roerloos gereed in de grafkuil, midden in de kerkruïne. Een predikante, geflankeerd door een pastoor, spreekt een gebed uit. „Hen gedenken wij, een volk dat leefde op dit eiland. (...) Schenk hen rust, Eeuwige. Hun weg vervolgen wij totdat ook wij rusten in onze Vader.”

De menigte luistert ademloos. Dan nemen de twee mannen de kist op en laten die langzaam zakken. Voorzichtig zet de accordeon van het visserskoor in.

„Het is veilig nu. Haal maar op je anker. ’t Is nu varenstijd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer