Cultuur & boeken

Luther in het klooster

Het is een benauwde donkere avond in het jaar 1505. Het is druk in het Augustijnenklooster te Erfurt. Je kunt goed merken dat er noodweer op komst is. Veel mensen komen schuilen. En ja hoor. Na enkele ogenblikken hoor je al zachtjes de eerste regen op het dak tikken. Het tikken word steeds harder en harder. Uiteindelijk valt de regen als bakken uit de lucht. De eerste flitsen van onweer schieten door de lucht. Ondertussen is Abt Albrecht op zijn kamer druk aan het studeren. Zo, denkt hij. Ik hoop maar dat Anna dit klooster zal bewaren voor het weer. Een stil gebed schiet bij hem omhoog: Anna bewaar mij en dit klooster. Hij zal er snel voor zorgen dat iedereen in de kapel bij elkaar moet komen om een bidstond te houden. Niet lang daarna is iedereen in de kapel dan ook volop met zijn gedachten bij de gebeden die aan God worden gezonden. Sommige monniken zijn doodsbang anderen hebben totaal geen vrees en hebben zulk weer vaker meegemaakt. Je zult op dit moment maar buiten zijn denken sommigen nog. De balken van het klooster kraken onder de last van de wind. Zal het gebouw niet instorten? Zal Anna hen bewaren?

Theo van de Kamp
29 October 2010 15:35Gewijzigd op 14 November 2020 12:19

Ineens horen ze een vreselijk harde klap. Even houden ze hun adem in… Wat was dat? Een boom, een beeld of zelfs misschien wel een deel van het klooster zelf? Eindelijk, na nog meer angstige momenten, drijft de bliksem en donder steeds verder weg. Uiteindelijk blijft alleen het zachte tikken van de regen nog over. Sommige monniken rennen direct naar buiten de kloostertuin in, om te kijken wat de schade is. Na een poosje komen ze luid schreeuwend weer naar binnen rennen en roepen: „Abt, abt Albrecht, het stenen kruis met de Heere Jezus is door de bliksem geraakt. Het ligt in stukken op het gazon.” Het eerste wat Albrecht binnen schiet als hij dit bericht hoort is: Heeft de satan hier een bedoeling mee, of is dit een straf van God? Hij herstelt zich gauw en vraagt aan de monniken: „Is er nog meer schade?” „Alleen drie bomen nog. Dat was waarschijnlijk de klap die we hoorden. Ruim de stukken van het kruis maar op. Dan zien we nog wel wat we er mee gaan doen.” Onder de indruk loopt de abt even later naar zijn kamer. Wat is hij bedroefd. Zou dit een waarschuwing van God zijn voor een komend gevaar? Met zijn hoofd vol gedachten gaat hij verder met studeren.

Het is 2 weken later… Bonk, bonk, bonk. „Binnen!” „Abt hier is de post.” „O, bedankt, God zegent u!” En de monnik vertrekt weer. „Zo, wat een stapel”, denkt hij bij zichzelf. Snel bekijkt hij de personen van wie hij de brieven heeft ontvangen. Er is een brief van de paus, van de bisschop en van ene Maarten Luther. Eerst die van de paus maar. Handig scheurt hij de brief open. Hij leest snel de brief. Zo gaat het met noch een aantal brieven. Dan heeft hij de brief van Luther, waar hij het volgende leest:

Geachte Abt Albrecht,

Hierbij maak ik bekend dat ik, Maarten, bij u in het Augustijnenklooster te Erfurt wil dienen. Doordat ik het afgelopen noodweer aan onze heilige Anna heb beloofd dat als ik levend uit het noodweer zal komen in het klooster zal dienen. Ik studeerde voorheen rechten aan de universiteit te Erfurt.

Ik hoop dat dit kloosterleven mij tot een zegen zal zijn!

Geachte groet,

Maarten Luther

Als hij de brief gelezen heeft denkt hij: „Weer iemand die in nood zat en aan Anna beloofd heeft dat hij in het klooster zal dienen.” Hij zal er in ieder geval voor zorgen dat er plaats vrijkomt in het klooster. Enkele dagen komt Maarten dan ook bepakt en bezakt aan op zijn paard. De abt ziet hem uit het raam van zijn kamer al aankomen. Daar zul je de nieuwe monnik Maarten hebben. Snel zegt hij tegen enkele monniken dat ze de spullen van Maarten naar zijn cel moeten brengen en hem naar de abt moeten sturen om kennis te maken. Even later klopt Maarten op de deur. „Binnen!” roept de abt. Als even later Luther weer weggaat is hij erachter gekomen dat Luther een goede dienstknecht van de Roomse Kerk zal worden. Ondertussen is Maarten in zijn cel aangekomen. Er is geen heerlijk warm bed maar een houten bed een stenen vloer en een houten tafel. De bijbel die hij net van de abt heeft gekregen legt hij op tafel en begint er direct in te lezen. Een belangrijk geschenk is dit voor hem. Leden van de RK-kerk mogen dit niet zomaar lezen. Maar vind hij ook echt in het klooster wel rust in zijn hart? Kan hij zo als hij nu leeft wel echt rechtvaardig voor God verschijnen?

Een jaar later… Beng, beng, beng. De klok van de kapel is luid aan het beieren. De monniken komen van alle kanten aansnellen. Snel gaan ze op hun plaatsen zitten. Als alle monniken zitten staat abt Albrecht op van zijn stoel. „Gezegenden”, zegt hij, „we zijn hier samen gekomen voor een belangrijke gebeurtenis. Maarten Luther een trouw dienstknecht van de RK-kerk, zal tot priester gewijd worden. Weer iemand die in naam van onze paus de sacramenten mag bedienen.” De toespraak van de abt duurt erg lang. Maar als uiteindelijk alles achter de rug is, vertrekt Maarten direct naar zijn cel. Hij valt bevend voorover op zijn bed. Het leek of hij voor Gods aangezicht stond. En stond hij rechtvaardig voor God? Weer die vraag die hem zoveel bezighoud. Zal hij voordat hij voor God komt nog zich kunnen klaarmaken voor dat oordeel?

In het jaar 1512… De abt is weer eens druk aan het studeren in zijn kamer. Als hij uit zijn raam kijkt ziet hij iemand aankomen. Ah, dat is vast een reiziger die hier komt voor zijn nachtrust. Of zou het familie van iemand zijn? Ondertussen zit Luther op zijn kamer. Hij is net aan het studeren in zijn Bijbel als er op zijn deur wordt geklopt. „Ja, binnen”, roept hij zacht. „Wie zou dat nou zijn?” denkt hij bij zichzelf. Hij krijgt bijna nooit bezoek. Soms zijn vrienden. Of zijn ouders. Als de deur opengaat ziet hij een vreemde man in de deuropening staan. „Bent u Maarten Luther?” vraagt de man. „Waar kan ik u mee van dienst zijn?” „Nou ik zal me eerst maar eens voorstellen aan u. Ik ben meneer Van Staupitz. Ik heb via de universiteit van Erfurt gehoord dat u voorheen daar rechten studeerde. En ik heb ook gehoord dat u erg knap bent. Ik zelf ben professor aan de universiteit van Wittenberg. Maar nu zoek ik iemand om mij te helpen. Toen hoorde ik van u en ik dacht, ik ga maar direct eens informeren.”

Even later vertrekt Van Staupitz weer met de belofte van Luther dat hij er over na gaat denken. Van Staupitz zou zelf een nachtje hier blijven slapen om het antwoord van Luther af te wachten. Luther kan die nacht niet goed slapen. Moet hij het nou doen, of niet. Misschien is dit wel een opdracht van God. Om Gods goede werken door te vertellen. Als hij rechtvaardig voor God wil verschijnen moet hij dan niet deze uitnodiging met beide handen aannemen? Na veel gepieker weet hij heet zeker. Hij wordt professor in Wittenberg. Als een dag later de abt dit bericht hoort, weet hij niet of hij hier blij mee is. Maarten was zo’n goede dienaar. Maar dat kan hij ook daar in Wittenberg laten blijken. Hij zal hem maar laten gaan. Zo neemt Maarten even later afscheid van Albrecht. Om direct met Van Staupitz naar Wittenberg te vertrekken.

Het is het jaar 1517… Abt Albrecht kijkt weer eens door het raam in zijn kamer naar buiten. Een man op een paard komt over de weg aansnellen. Zo, wat heeft die een haast denkt de abt bij zichzelf. Ik zal zo wel horen waarom die man zo’n haast heeft. En ja hoor, even later word er op de deur geklopt. „Ja, kom maar binnen”, roept de abt. „Wat heb je te vertellen, heer?” „Ik ben hier in naam van de paus. Om u een verhaal te vertellen over een man die u heel goed kent.” „Wie is die man dan?” vraagt de abt toch wel een beetje nieuwsgierig. „Het is Maarten Luther. Hij is namelijk nogal veranderd. Sinds hij hier in het klooster weg is. Hij heeft in Wittenberg aan veel mensen geleerd dat je zonden niet kunnen vergeven worden door goede werken maar door genade. Hij heeft zelfs op 31 oktober 95 stellingen op de deur van de slotkapel gehangen. Deze stellingen gaan er over dat de aflaat een verkeerde praktijk is. Straks gaan mensen dat gaan geloven en worden er niks geen aflaten meer verkocht.” De abt schreeuwt het uit: „Wat? Heb ik zo’n ketter in m’n klooster gehad? Was het door de bliksem getroffen kruis een waarschuwing hiervoor???”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer