Cultuur & boeken

Luthers verhaal

Ik ben Maarten Luther, ik ben geboren op 11 november 1483 in Eisleben in Duitsland. Mijn vader was een arme mijnwerker, maar hij heeft zich opgewerkt tot een van de bestuurders van de stad Mansfeld, zo kon ik rechten gaan studeren. Maar toen ik een keer van huis terug naar Erfurt reisde kwam ik midden in hevig onweer terecht, doodsbang was ik, want ik was een zondaar en kon niet sterven, ik viel op mijn knieën en riep: Help mij, Heilige Anna, ik zal monnik worden. En zo kwam ik dus in 1505 in het strenge Augustijner klooster terecht, want een belofte moet je nakomen.

Jolette Bettink
29 October 2010 15:33Gewijzigd op 14 November 2020 12:19

Ik deed in het klooster alles wat er van me verwacht wordt als monnik: vasten, bidden, biechten studeren, maar vrede vond ik niet. Toen ik in Rome op bezoek ging, en nog overtuigt geloofde in bedevaart en relikwieën, viel het tegen want ik ergerde me aan Rome en ik had me er zo op verheugd!!! De monniken en bisschoppen leefden daar niet zoals het hoorde; ze leefden in weelde en gingen tegen een groot deel van de wetten in.

In 1512 werd ik aangesteld als hoogleraar theologie, in Wittenberg. Toen ik de Bijbel moest uitleggen liep ik vast bij psalm 31:2, want daar staat: Help mij uit door Uw gerechtigheid. Ik had gerechtigheid de hele tijd als een eigenschap van God gezien. Straffen de zonde, en goede dingen belonen. Maar de Heilige Geest leerde mij te zien dat het niet ging om Gods straffende gerechtigheid, maar om de gerechtigheid die Christus door zijn offer voor zondaren heeft verdiend. Weet je hoe ik dat noem? De vreemde gerechtigheid, de gerechtigheid die bij een Ander vandaan komt, bij Christus. Hier ontdekte ik dat een mens niet door goede werken gerechtvaardigd worden, maar alleen door genade. Wat was ik blij, ik voelde of ik opeens geheel nieuw geboren was!

Toen ik hoorde dat in Duitsland aflaten werden verkocht. En op welke manier. Heb ik op 31 oktober 1517 de 95 stellingen over de aflaat op de deur van de slotkapel in Wittenberg gehangen. Ik hoopte dat de paus me zou helpen in de strijd voor hervorming in de kerk. Maar dat gebeurde dus niet hij schold me uit voor dronken Duitser!! En beschuldigde me later van ketterij.

Op 15 juni 1520 stuurde de paus een dreigbrief met de ban als ik me niet zou herroepen. Ik heb hem verbrand, op Wittenberg met de studenten en andere als toeschouwers. Als antwoord van de paus heeft hij me in de ban had gedaan, en uit de kerk gezet. Maar daarna moest ik ook bij de keizer komen, op de rijksdag te Worms. Daar werd ik verhoord, en werd ik vogelvrij verklaard. Iedereen mocht mij doden en niemand mij onderdak verlenen. Maar toen werd ik ontvoerd door mijn vrienden naar het kasteel waarborg en daar kon ik voorlopig onderduiken. Ik schreef daar een boekje over de kloostergeloften. Die geloften binden niet, want die zijn in strijd met woord van God. Wat van het allergrootste belang was, de Bijbel die in de Duitse taal vertaald is. Het is heel belangrijk dat iedereen de Bijbel zelf kan lezen. Zijn Woord was immers het middel tot bekering.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer