De computerworm Stuxnet is in vele tienduizenden, mogelijk miljoenen, computers in Iran gedrongen en heeft ook een aantal apparaten in de kerncentrale aangetast.

Volgens Iran heeft Stuxnet, dat zich op Siemens software voor industriële computersystemen richt, alleen enkele computers van medewerkers aangetast. Volgens computerexperts is het probleem veel groter en is er mogelijk sprake van een cyberaanval van een buitenlandse natie om het Iraanse nucleaire programma lam te leggen. Iran zou zelfs in het geheim buitenlandse computerexperts hebben geraadpleegd. Iran heeft de speculaties ontkend.

Het merendeel van de geïnfecteerde computers bevindt zich in Iran, wat zou duiden op een gerichte aanval. Ook is er geheime informatie van binnenuit nodig geweest, wat voor een groep hackers vrijwel onmogelijk is om te vergaren. Mogelijk zitten de VS of Israël, aartsvijanden van Iran, erachter. Het Westen vreest dat Iran een atoomwapen wil maken, maar Teheran houdt vol dat het gaat om vreedzame energievoorziening.

Het virus is mogelijk met een USB-stick de centrale ingesmokkeld. Een expert speculeerde tegenover de Amerikaanse nieuwszender CNN dat mogelijk een Russisch constructiebedrijf hier een rol in heeft gespeeld.

In 1974 werd al de eerste steen gelegd voor de kerncentrale, nog onder het bewind van de prowesterse sjah. Dat gebeurde toen door een Duits bedrijf, een dochter van Siemens. Na de revolutie van 1979 kwam de bouw stil te liggen. In 1995 tekenden Teheran en Moskou een contract om de centrale door een Russisch bedrijf te laten voltooien.

Cyberoorlogsvoering is een van de pijlers van de militaire strategische planning van Israël en is zelfs door de regering-Netanyahu als nationale prioriteit bestempeld, meldden Israëlische veiligheidsbronnen dinsdag. Er is zelfs een nieuwe inlichtingendienst opgezet die zich bezighoudt met de meest geavanceerde hacktechnieken.