„Bekeerling loopt in Iran niet standaard gevaar”
UTRECHT – Ex-moslims die christen zijn geworden en terug moeten naar Iran lopen niet automatisch gevaar, zeker niet als ze geen „bekeringsactiviteiten” ontplooien. Van hen mag „terughoudendheid” worden verwacht bij het uitdragen van hun geloof.
Dat stelde de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) donderdag voor de rechtbank in Utrecht. Na een eerdere zitting voor een enkelvoudige kamer boog zich donderdagmiddag een meervoudige kamer over de afwijzing door de IND van de asielverzoeken van twee Iraniërs die in Nederland christen zijn geworden.
Het enkele feite dat een moslim christen is geworden, betekent niet dat hij bij terugkeer naar Iran vervolging door de autoriteiten heeft te duchten, betoogde IND-woordvoerder Van Keeken. „Van een zekere groepsvervolging is in Iran geen sprake.” Wel erkende hij dat de positie van christenen in het land „niet heel rooskleurig” is.
Het jongste ambtsbericht over Iran wijst volgens de IND niet op een verslechtering van de situatie van christenen in de afgelopen jaren. Advocaat Coenen, die de zaak van de twee Iraniërs behartigt, bestreed dat. Hij wees onder meer op een passage waarin staat dat de druk op bekeerde christenen is toegenomen. Ook haalde hij een publicatie van Compass Direct News aan die melding maakt van een „wave of arrests” (golf van arrestaties) die recent in Iraanse huiskerken zou hebben plaatsgehad.
De IND brengt volgens Coenen onvoldoende in rekening dat zijn beide cliënten zich daadwerkelijk met „bekeringsactiviteiten” bezighouden. Hij citeerde twee recente uitspraken van rechtbanken in Amsterdam en Groningen, die het risico op vervolging van bekeerlingen in Iran onderkennen. Van Keeken stelde daarop dat de IND tegen een van de uitspraken al in beroep is gegaan en dat in het ander geval naar verwachting nog zal doen.
Uitspraak over zes weken.