Terug in de tijd naar het Denemarken van sprookjesverteller Hans Christian Andersen of de filosoof Søren Kierkegaard. Het kan zonder teletijdmachine in Den Gamle By (De Oude Stad) in de Deense havenstad Århus.
”I østen stiger solen op”, in het oosten gaat de zon op. Al zingend trekt een groep scholieren door de stad. Keurig lopen ze in het gelid, twee aan twee; de meisjes in lange rok met een hoofddoek om hun gevlochten haren, de jongens een doek om de hals en een pet op de kortgekapte hoofden. Sommige leerlingen gaan barrevoets, anderen op schoenen of klompen.
Voorop loopt de meester, streng, geheel in het zwart, compleet met hoed. Met zijn hand geeft hij al zwaaiend de maat aan. Het lied, een traditioneel Deens volkslied, gaat over de opgang van de zon, dezelfde zon –aldus het lied– die ook al in het paradijs scheen, en die refereert aan het grote Licht dat eens in Bethlehem opging.
Geen van de scholieren haalt het in zijn hoofd om –letterlijk– uit de band te springen. ADHD of door kleurstoffen opgejaagde leerlingen zijn in deze omgeving volstrekt onbekende verschijnselen.
Wie er vatbaar voor is, wordt even weemoedig en krijgt onwillekeurig het gevoel honderd jaar te laat te zijn geboren. Om direct weer te beseffen dat het voor een deel valse romantiek is; niemand wil immers nog uit armoede met blote voeten over de kasseien gaan.
„Kinderen geven zich vrijwillig op voor Den Gamle By”, zegt Rasmus Jerver van de afdeling toerisme van Århus, de tweede stad van Denemarken. „Daar offeren ze graag een weekje zomervakantie voor op.” Het grote voordeel is bovendien dat ze dan nog „een beetje discipline” meekrijgen, grapt hij. Blijkbaar is het in Denemarken al niet beter gesteld dan in Nederland.
Intussen komt de stadswacht al stampend voorbijmarcheren. Een man met een draaiorgel die bekende melodieën laat horen uit een opera van Verdi springt aan de kant. Iets verderop spreekt een predikant een voorbijganger aan op diens kerkbezoek.
Een wandeling door Den Gamle By is een ware ontdekkingsreis door de tijd. Het openluchtmuseum biedt een levendig schouwspel van het alledaagse leven zoals het zich vroeger in Denemarken afspeelde. Niet alleen op straat maar ook binnenshuis. Als je het treft, vind je de smid en de kuiper aan het werk en mag je proeven van de koolsoep die de meid in de keuken heeft bereid. In Den Gamle By worden alle zintuigen bediend.
Het oudste openluchtmuseum ter wereld telt 75 historische gebouwen –huizen, winkels, werkplaatsen– en omvat de tijd van de vroege middeleeuwen tot rond 1900; het zwaartepunt ligt echter op de 16e tot de vroege 20e eeuw. Den Gamle By ontstond in 1909 en was daarmee het eerste openluchtmuseum op het gebied van de stedelijke en culturele geschiedenis.
Liefhebbers van geschiedenis die nog verder terug willen in de tijd, naar de periode van de Vikingen bijvoorbeeld, kunnen hun hart ophalen in het archeologisch-etnologisch museum Moesgård in Højbjerg, een van de voorsteden van Århus. Het museum ligt in een bosrijke omgeving die zich prima leent voor wandelingen.
Een van de trekkers in het museum is de zogenaamde Grauballe-man, een veenlijk uit de ijzertijd dat in 1952 bij het plaatsje Grauballe, in de buurt van Silkeborg in Midden-Jutland, werd ontdekt – niet ver van de plek waar twee jaar eerder al de Man van Tollund aan de oppervlakte was gekomen.
Een doorgesneden keel maakt duidelijk dat de Grauballe-man tussen zijn dertigste en veertigste levensjaar op gewelddadige wijze aan zijn einde is gekomen. Deskundigen vermoeden dat hij heeft gediend als offer. In de prehistorie verzamelden zich namelijk stammen in het moeras om via mensenoffers de toorn van goden en geesten af te wenden.
De Grauballe-man geldt als een van de best bewaarde veenlijken uit de ijzertijd: gelaatstrekken, haar, nagels, rimpels – dankzij allerlei chemische processen in het moeras ziet de man er na meer dan 2000 jaar nagenoeg eender uit als toen hij werd begraven. Daardoor is zijn nieuwe ‘laatste rustplaats’ nu een glazen vitrine in een museum waar toeristen zich voortdurend aan hem vergapen. Hier geldt wel heel letterlijk dat de dood van de één, het brood van de ander is.
Klik hier voor meer informatie.
Op bezoek bij een lange, bange jongen
Århus is de tweede stad van Denemarken en gelegen aan de rivier Århus å. De handelsstad kreeg in 934 een stadsmuur, die later werd versterkt door Harald Blåtand, de koning die Denemarken deed overgaan tot het christendom.
De naam Blåtand (Blauwtand; Bluetooth in het Engels) leeft tot op de dag van vandaag voort in de benaming van de Bluetoothtechniek –ontwikkeld door het Deense bedrijf Ericsson– die zorgt voor draadloze verbindingen tussen onder meer mobiele telefoons en andere apparaten.
Århus neemt ook de tweede plaats in als het gaat om de oudste stad van Denemarken. Bewijzen van een Vikingnederzettingen stammen uit de 8e eeuw. De krijgers vestigden zich aan de monding van de rivier, precies op de plek waar nu de Domkirke zich bevindt. Met 93 meter is de gotische kathedraal –gewijd aan Sint-Clemens, de beschermheilige van onder anderen zeelieden– het langste kerkgebouw van Denemarken.
De oorspronkelijke naam van Århus, tot 1948 gespeld als Aarhus, is Aros, een naam die nog is terug te vinden in het ARoS-kunstmuseum in het centrum van de stad. Het gebouw, geopend in april 2004, bestaat uit een 43 meter hoge kubus van steen en glas en meet 54 bij 54 meter. Op een oppervlakte van ruim 17.000 vierkante meter bevinden zich 9000 kunstobjecten uit de periode van 1770 tot heden. Het restaurant op de bovenste verdieping biedt een prachtig uitzicht over de stad.
Blikvanger van het ARoS-museum is het ruim 4 meter hoge en 500 kilo zware plastic beeld ”Boy” van de Australische beeldhouwer Ron Mueck. Iedereen die zich in de buurt van het beeld bevindt, voelt zich klein en nietig. Toch is het de jongen zelf die, gehurkt op zijn knieën, de armen beschermend voor zijn hoofd, angstig over zijn linkerschouder om zich heen kijkt.
Wie even genoeg heeft van Århus, kan uitwaaien op een van de stranden rond de stad. De omgeving van Århus biedt sowieso genoeg mogelijkheden voor rust en ontspanning. De stad ligt tussen twee bosgebieden, Risskov en het Marselisborger bos. In hete laatste bevindt zich de gelijknamige, in 1902 gebouwde, zomerresidentie van koningin Margarethe II, een geschenk van het Deense volk aan de koninklijke familie. Elk jaar brengt de koningin hier de Kerst door met haar kinderen en kleinkinderen. Als het kasteel niet is bewoond, is het slotpark vrij toegankelijk.