„Oorlog in Irak zelfverdediging tegen terrorisme”
Over de vraag of de oorlog tegen Irak terecht is, zijn ook onder christenen de meningen verdeeld. Prof. dr. A. A. Moens, hoogleraar internationale betrekkingen aan de Simon Fraser University in Canada, staat in aflevering twee in een interviewserie pal achter de Amerikaanse regering.
Er zijn weinig mensen bij wie Bush zo weinig kwaad kan doen als bij Arjan Moens. In bijdragen in deze krant laat hij gewoonlijk een onvervalst Republikeins geluid horen dat zeker in Nederland zeldzaam is.
De Republikeinse Partij van president Bush maakt zich weinig zorgen over de internationale reputatie van Amerika, zegt Moens. „Men heeft het idee dat West-Europa en Canada de Verenigde Naties gebruiken om actie te voorkomen en de Amerikanen te dwarsbomen.”
Dat de VS in september vorig jaar toch voor het VN-spoor kozen, kwam door de overtuigingskracht van minister Powell. „Er wordt vaak gezegd dat de Britse premier, Tony Blair, dat heeft bereikt. Maar het is uitgesloten dat een buitenlandse regering veranderingen aanbrengt in de koers van de Amerikaanse regering.”
Was de oorlog met Irak onvermijdelijk gezien de opstelling van de landen in de VN?
„Nee. De Fransen en de Russen trokken andere consequenties dan de Britten en Amerikanen uit dezelfde woorden. De Amerikanen dachten dat de Fransen het eens waren met militaire actie als Irak niet zou meewerken.
Als de grote landen gezamenlijk zouden zijn opgetrokken, zou Hussein mogelijk tot samenwerking zijn gedwongen. Het is niet ondenkbaar dat de oorlog dan niet zou zijn uitgebroken.”
Zal deze oorlog de wereld veiliger maken?
„Na 11 september wil de Amerikaanse regering eerst haar eigen huis veilig hebben. Maar de kans is groot dat de rest van de wereld zo ook veiliger wordt.”
Moens verwacht niet, zoals vele anderen, dat de aanval op Irak het begin is van een complete herschikking van het Midden-Oosten. Militair optreden van de VS volgt alleen onder drie voorwaarden, analyseert de Nederlandse Canadees. „De eerste voorwaarde betreft het risico van regimes die openlijk vijandig zijn tegen de VS en van plan zijn de VS aan te vallen. De tweede is de aanwezigheid van biologische wapens en de ontwikkeling van kernwapens. En de derde factor is de (groeiende) relatie met al-Qaida.
Deze drie factoren komen alleen in Irak bij elkaar. Niet in Iran, Noord-Korea of Libië. Hoewel de relatie tussen al-Qaida en Irak niet hard is, waren inlichtingendiensten overtuigd van een groeiende relatie.”
Leiden de eenzijdige hegemonie van de Verenigde Staten en een oorlog als deze tot een versterking van de internationale rechtsorde?
„Voor Amerikanen gaat het nationaal belang voorop en daarna volgt de internationale rechtsorde. De VS kunnen dat vanwege hun machtspositie. Maar het is ook te verdedigen vanuit de waarden op basis van een christelijk-realistische politieke visie.
Ook op internationaal vlak geldt dat alle gezag van God komt. Het is aan overheden gedelegeerd. Het calvinisme stelt dat de legitimiteit en integriteit van een regering afhankelijk zijn van de mate waarin ze de tien geboden handhaaft.
Een democratie kent deze zedelijke standaard niet. De kern van de democratie ligt in de representativiteit en de constitutionele rechten. Als christenrealist kies ik met Calvijn in het achterhoofd voor een democratie als de minst slechte van alle kwaden. Democratie is een middel, geen doel.
Binnen de VN zijn alle staten gelijk, of ze zich nu houden aan de zedelijke standaard of niet. China heeft een vetorecht in de Veiligheidsraad, terwijl het jaarlijks duizenden mensen ombrengt. Er is echter alleen sprake van een versterking van de internationale rechtsorde als overheden hun macht gebruiken om de zedelijke standaard te bevorderen.”
Hoe verhoudt een preventieve oorlog zich tot de nationale soevereiniteit?
„De preventieve oorlog is slechts een detail uit het nationaal veiligheidsplan van de regering-Bush. Het is geen uitgewerkte doctrine, zoals soms wordt gezegd. De gedachte is eigenlijk heel simpel: als een actor die geen staat is burgerdoelen wil aanvallen, en daarvoor massavernietingswapens wil gebruiken, en als het recht van oorlog lijkt te ontbreken, is het toch moreel gerechtvaardigd een preventieve aanval te doen. Uit de context van het veiligheidsplan is duidelijk dat zo’n aanval alleen bij uitzondering zal worden gedaan.
In Irak gaat het niet om een preventieve oorlog, maar om het afdwingen van VN-resoluties. Ik zie geen spanning met de nationale soevereiniteit. De aanval vloeit voort uit het recht op zelfverdediging in het VN-handvest, als reactie op 11 september. De nationale soevereiniteit vindt haar grens in de veiligheid van staten onderling.”
In welke gevallen mag een regime omvergeworpen worden?
„Vanuit het christelijk realisme is dat gerechtvaardigd als een tiran zijn onderdanen martelt. Zo’n regime heeft geen zedelijke legitimatie, ook al heeft het een status in de Verenigde Naties. Zolang er geen directe bedreiging voor de eigen bevolking is, ben je gehouden aan vreedzame middelen.
Regeringen zijn natuurlijk eerst verantwoordelijk voor hun eigen bevolking. Een overheid mag niet haar eigen bevolking in gevaar brengen door een ander land te bevrijden. Een supermacht als de VS heeft het makkelijker. Die kan zowel de eigen bevolking beschermen als een ander regime wegjagen.”
Past een preventieve oorlog in het concept van de rechtvaardige oorlog, dat vanaf Augustinus in het christendom bestaat?
„De rechtvaardige oorlog vraagt naar een rechtvaardige oorzaak, het rechtmatige gezag en de juiste middelen. Ik denk dat 11 september de rechtvaardige zaak duidelijk maakt. De Amerikaanse regering is een wettig gezag. En de Amerikaanse precisiewapens die het aantal burgerslachtoffers zo laag mogelijk houden, zijn de rechtvaardigste middelen die sinds de uitvinding van het buskruit in een oorlog kunnen worden gebruikt.”