Binnenland

Door de eeuwen trouw aan christelijk Maluku

De Nederlandse regering spande zich tot woede van de Molukkers nauwelijks in voor een eigen Molukse staat – de eeuwenoude koloniale banden ten spijt. Vandaag deel 7 in een serie: Gereformeerd Nederland snapte de Molukkers heel goed.

Jacob Hoekman
7 May 2010 21:57Gewijzigd op 14 November 2020 10:30

Het is eigenlijk het verhaal uit een jongensboek. Je moet in oorlogstijd een geheime missie op de Molukken volbrengen, maar je weet de eilanden niet te bereiken. Verder dan de Filippijnen kom je niet. Prins Bernhard stuurt je schriftelijk een steunbewijs. Uiteindelijk weet je een watervliegtuigje te charteren waarmee je in je eentje koers zet naar de door Indonesië bezette Molukken, om daar de RMS-regering een hart onder de riem te steken.Maar als je dan landt, staan daar met klewangs en geweren gewapende mannen op je te wachten. Een weg terug is er niet. Dus je roept op goed geluk de Molukse strijdkreet en tevens de enige woorden in hun taal die je kent: ”Mena Muria!” En je hoopt vurig dat je juist gegokt hebt.

Soldaat van Oranje
Het is het verhaal van de Soldaat van Oranje, de bekende verzetsstrijder Erik Hazelhoff Roelfzema, die in 2007 overleed. Die deed wel meer dingen die in een jongensboek thuishoren, getuige zijn bloedstollende inlichtingenactiviteiten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn missie op de Molukken in 1950 slaagde echter niet. Dat lag niet aan de gok die Hazelhoff Roelfzema nam: de met klewangs bewapende inlanders die hem op stonden te wachten, bleken inderdaad RMS-gezinde Molukkers te zijn en geen vijandige Indonesiërs. Maar met de Molukse RMS-regering van dr. Chris Soumokil wist hij niet in contact te komen, terwijl dat nu juist het doel was van zijn missie.

Het belette de Soldaat van Oranje niet om zich ook nadien in stilte nog volop in te zetten voor de Molukse zaak. Wapentransporten voor Ambon? Hazelhoff Roelfzema wist er wel raad mee. De Molukken zijn het waard over hun eigen toekomst te beslissen, was zijn visie. In het christelijk weekblad De Spiegel van 28 juli 1951 verklaart hij „dat het de ereschuld is van iedere Nederlander aan deze toekomst zijn beste krachten te geven. De Ambonnees in zijn strijd is het symbool van deze toekomst, en van het onvergankelijke vertrouwen dat uiteindelijk Recht over Macht zal zegevieren. Mena Moeria!”

Het is deze vergeten geschiedenis die zakenman Carel Erasmus weer boven water haalt. Hij doet dat in een vorige maand op televisie uitgezonden documentaire ”Soldaat voor Ambon”, gebaseerd op het laatste interview ooit met de Soldaat van Oranje. Erasmus, die gefascineerd raakte door de geschiedenis van de Soldaat, bezocht hem tien weken voor zijn overlijden in zijn huis op Hawaï.

Behalve in de documentaire deed Erasmus ook in een boek verslag van zijn bevindingen, ”De Soldaat achterna”. Beide producties over Hazelhoff Roelfzema roepen het beeld op van een avonturier die na zijn verzetsstrijd in de Tweede Wereldoorlog nooit genoeg heeft kunnen krijgen van de spanning die het inlichtingenwerk met zich meebrengt.

Daarmee bracht hij de Nederlandse regering in een lastig parket. Weliswaar was Hazelhoff Roelfzema door zijn verdiensten in de oorlog nauw aan de regering en het koningshuis verbonden, tegelijkertijd deed hij ook precies waar hij zelf zin in had. En een steunactie voor de Molukken, zoals in 1950, kon het kabinet in die rumoerige tijd niet echt gebruiken. De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) hield de Soldaat van Oranje dan ook nauwlettend in de gaten.

Eeuwenlange band
Maar Hazelhoff Roelfzema stond niet alleen in zijn steun voor de Molukkers. In brede lagen van de bevolking is het de Nederlandse overheid altijd zeer kwalijk genomen dat ze zich niet voor de Molukse zaak inspande. Nederland had een eeuwenlange band met de christelijke Zuid-Molukkers. We kunnen hen niet zomaar laten zitten uit angst de relatie met Indonesië op het spel te zetten, zo was de gedachte.

Voorop in dat protest liep de stichting Door De Eeuwen Trouw (DDET), opgericht in 1950. Het was ook deze stichting die de Soldaat van Oranje de opdracht gaf voor de missie Ambon.

Nog altijd ijvert DDET voor het zelfbeschikkingsrecht van de Molukkers, en sinds de jaren zestig ook voor dat van de Papoea’s. Vorige maand maakte de stichting een doorstart onder een nieuwe naam, stichting Zelfbeschikking Molukkers en Papoea’s (ZMP). Ter gelegenheid daarvan verscheen het boekje ”Ontstolen zelfbeschikking”, waarin de Nederlandse band met Molukkers en Papoea’s en hun recht op een eigen staat nog eens wordt bevestigd.

Sympathie
Veel sympathisanten binnen de gelederen van DDET, nu ZMP, waren en zijn van gereformeerden huize. Vandaag de dag is oud-ND-journalist Aad Kamsteeg een van de boegbeelden, in het verleden participeerde onder anderen GPV-Kamerlid Jongeling in de stichting.

Die aandacht in protestantse kring is er dus nog altijd. Deze serie over Molukkers in Nederland is er een bewijs van. Illustratief zijn ook de –fictieve– dialogen in de vorig jaar verschenen roman ”Dood spoor” van Aart van Dam, over de treinkaping bij De Punt. Daarin laat hij een verslaggever van het Reformatorisch Dagblad meermalen blijk geven van diens sympathie voor de Molukse zaak, tot ongenoegen van premier Van Agt. Die stond juist een harde lijn voor in de kapingszaak.

De onderliggende basis voor die sympathie is de eeuwenlange band tussen de christelijke Molukkers en de christelijke Nederlanders. Maar het is precies deze basis die al lange tijd onder vuur ligt. De antropoloog Dieter Bartels maakt gehakt van die verbondenheid in zijn standaardwerk ”In de schaduw van de berg Nunusaku”, een cultuurhistorische verhandeling over de bevolking van de Midden-Molukken. Volgens hem berust het motto ”Door de eeuwen trouw” op een mythe. Er zou helemaal geen speciale band van wederzijds vertrouwen en vriendschap hebben bestaan tussen Nederlanders en Molukkers. De Ambonese christenen hebben volgens hem „nooit hun etnische identiteit veranderd en zijn dat ook nooit van plan geweest. Het middelpunt van hun wereld bleef altijd Ambon.”

Het leverde DDET regelmatig het verwijt op een achterhaalde, conservatieve club te zijn die eigenlijk terug wil naar de verloren werkelijkheid van het koloniale Nederlands-Indië. Want Nederlandse steun aan de RMS zou automatisch oppositie betekenen tegen de onafhankelijkheid van Indonesië, en dus steun aan de koloniale gedachte.

Neokoloniaal
Is DDET neokoloniaal? Op die vraag gaat de stichting in ”Ontstolen zelfbeschikking” expliciet in. „Ik kwam erachter dat DDET niet zozeer neokoloniaal wás, als wel dat dit haar imágo is”, schrijft historicus Joes Kuijs, die constateert dat dit beeld in de loop van de jaren zestig en zeventig is ontstaan en dat het vervolgens een eigen leven is gaan leiden, zonder een feitelijke onderbouwing.

Kuijs komt ook met een nieuwtje: Nederland heeft in 1950 volgens hem meegewerkt aan omverwerping van de RMS door wapenleveranties aan Indonesië. Dat is een pijnlijke constatering en verklaart meteen waarom de BVD de gangen van de Soldaat van Oranje volgde: die probeerde immers het tegenovergestelde te bewerkstelligen.

Het lijkt erop dat het streven naar een vrije Molukse republiek in die tijd niet rechtmatig mócht zijn, hoewel het volkenrecht eerder aan de kant van de Zuid-Molukkers staat dan aan die van de Indonesische eenheidsstaat. Terecht constateert de kersverse RMS-president in ballingschap, John Wattilete, in ”Ontstolen zelfbeschikking” dan ook dat je er niet komt met het volkenrecht aan je zijde. „Het gaat er in de praktijk eerder om wie het feitelijk voor het zeggen heeft.”

Wattilete verwijst daarbij naar de onafhankelijkheid van Oost-Timor, rond 2002 ook zo’n heet hangijzer. „Niet het recht, maar machtsverhoudingen maakten dat de toenmalige president Habibie ten slotte dacht: Ik moet van Oost-Timor af.”

Dat zal de Indonesische president in het geval van Maluku, de Molukken, echter niet snel denken: die staan helemaal niet in het brandpunt van de internationale belangstelling. De RMS hangt er maar zo’n beetje bij.

Underdog
En dat maakt meteen die grote onbeantwoorde vraag zo klemmend: hebben al die inspanningen van de Soldaat van Oranje en stichting Door De Eeuwen Trouw nu echt zin gehad? Met andere woorden: komt het ideaal van een vrije RMS dichterbij, nu of later?

Aad Kamsteeg schetst in ”Ontstolen zelfbeschikking” drie mogelijkheden voor realisatie van het vrijheidsideaal: via geweld, via het internationaal recht (de VN), en via de dialoog met Indonesië. Maar bij alle drie de opties is de kans op resultaat „zeer gering”, concludeert hij. Het komt steeds weer op hetzelfde neer: de Molukken zijn nu eenmaal de underdog in een volstrekt ongelijkwaardige positie. Indonesië heeft geen enkel belang bij hun zelfstandigheid, en zolang de rest van de wereld dat ook niet heeft, lijkt de kans miniem dat er iets zal veranderen.

Met die weinig hoopgevende maar realistische tekening moeten de Molukkers in Nederland het doen. Ze weten het zelf ook wel, diep in hun hart. Maar nóg dieper zit bij velen de hoop, ook na zestig jaar in Nederland. Om die eruit te krijgen, lijken nog generaties nodig te zijn. En tot die tijd blijft het: ”Mena Muria”. Onberedeneerd, maar dat maakt niet uit.

De Soldaat achterna. Op avontuur met Soldaat van Oranje Erik Hazelhoff Roelfzema, Carel Erasmus; uitg. Free Museketeers, Zoetermeer, 2010; ISBN 978 90 484 1132 0; 200 blz.; € 16,95;

Ontstolen zelfbeschikking. De toekomst van Molukkers en Papoea’s, Aad Kamsteeg (red.); uitg. stichting Door De Eeuwen Trouw, Groningen, 2010; ISBN 978 90 9025 328 2; 115 blz.; € 15,00.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer