Rijnvallei levert meer dan veevoer
Door een van de ramen van zijn kantoor is een massieve silo te zien. Niet ver achter de 50 meter hoge betonkolos stroomt de Rijn. Directeur W. van Schaik van veevoederfabriek Rijnvallei heeft echter wel andere zaken aan zijn hoofd dan een aardig uitzicht.
In het gebied waar de groengele vrachtwagens hun veevoer rondbrengen, heeft de klassieke vogelpest hard toegeslagen. „Ruim 1,8 miljoen stuks pluimvee van onze relaties in toezichtsgebied 1 zijn geruimd”, zegt Van Schaik. Hij doelt op de Gelderse Vallei en de aangrenzende gebieden op de Veluwe en rond de Utrechtse Heuvelrug.
Daarmee houdt het niet op. Woensdagavond werd een sterk verdacht geval geconstateerd in Opheusden. Eerder op de dag in Beneden-Leeuwen. Dat betekent dat het virus zich heeft verplaatst naar de streek tussen de grote rivieren. Wat toezichtsgebied 2 staat te gebeuren, laat zich raden. „Hoewel ik het op dit moment nog niet weet, dezelfde maatregelen. Dat zou ik zo denken”, is de verwachting van Van Schaik.
De jaarlijkse productie van Rijnvallei bedraagt zo’n 415.000 ton veevoer. De helft daarvan, die op de locatie in Barneveld wordt gemaakt, is voor de pluimveesector bestemd. Door de huidige crisis is de productie gekelderd met 25 procent.
Met een forse tik klopt Van Schaik zijn pijp uit in een glazen asbak. De nieuwe gaat in de brand met een aansteker van veevoerbedrijf Hendrix UTD. Het is slechts een van de vele andere bedrijven in Nederland die mengvoer produceren. Volgens de Nederlandse vereniging diervoederindustrie (Nevedi) zijn er momenteel zo’n 155. Gemeten naar grootte bevindt Rijnvallei zich in de middenmoot.
Bijzonder florissant ziet het er voor de sector als geheel niet uit. „Milieuregels, Europees- en nationaal landbouwbeleid en bijvoorbeeld de recente opkoopregeling van de overheid in de varkenshouderij zullen leiden tot minder landbouwhuisdieren in Nederland. Een logisch gevolg daarvan is een verdere daling van de diervoederconsumptie. Dit leidt op zijn beurt weer tot een gestage daling van het aantal mengvoederbedrijven”, meldt Nevedi.
„Wij kunnen een stootje hebben”, zegt Van Schaik. „Dit bedrijf heeft gezonde balansverhoudingen. Maar ik vind dit absoluut niet het juiste tijdstip om op welke manier dan ook kil, afstandelijk en technocratisch te redeneren. Wat hier gebeurt is vreselijk. De pijn in de gezinnen is daarvoor te groot.”
In een beraad met het ministerie van Landbouw heeft de sector begin maart afspraken gemaakt over voorzorgsmaatregelen. De bedrijven kunnen op hoofdlijnen volstaan met de procedures die ze tijdens de mond- en klauwzeercrisis van 2001 hadden opgesteld. De maatregelen laten zich lezen als een opeenstapeling van begrippen als hygiëne, reiniging, ontsmetting, bescherming en desinfectie.
Zo zijn alle bijeenkomsten uit voorzorg afgelast en leveren de vrachtwagens van Rijnvallei één-op-één, zoals dat heet, bij de bedrijven met pluimvee. Van de fabriek naar de afnemer en dan weer terug. Reeds bij de klant ontsmet de chauffeur met behulp van ingebouwde apparatuur de wielen en wielkasten. Eenmaal terug op het bedrijf krijgt de hele auto een schoonmaakbeurt. Alle wagens rijden zodoende blinkend schoon rond.
Is er voor de chauffeurs momenteel nog voldoende werk omhanden, binnen andere geledingen binnen het bedrijf eist de productievermindering zijn tol. Dat geldt met name degenen die in de pluimveesector werken. Zo kunnen mensen in de buitendienst niets beginnen. Rijnvallei heeft voor zeventig van de 235 werknemers arbeidstijdverkorting aangevraagd. Van Schaik verwacht eerdaags bericht of dat mogelijk is.
Voor degenen die aan het werk blijven, is het zaak de tijd „creatief” te benutten, geeft hij aan. De directeur doelt daarmee op het volgen van trainingen, het opknappen van delen van de fabriek en andere zaken waarvoor onder normale omstandigheden geen tijd is. „Als we straks terugzien, moeten we zeggen dat we de tijd goed hebben benut.”
Een dankbare rol is voor Rijnvallei intussen weggelegd als vraagbaak. „Je wilt niet weten hoeveel er per 24 uur verandert in de regels”, stelt Van Schaik. „Niet iedere ondernemer is in staat dat te volgen. Wij proberen de vertaalslag te maken voor onze afnemers. Rijnvallei is immers meer dan een leverancier van veevoer. We proberen meerwaarde te creëren bij onze afnemers. Ook in deze tijd.”
Dit is het zesde en laatste artikel in een serie over de pluimveeketen.