Ze zijn de meest gevreesde vrouwen in Rusland: Zwarte Weduwen, ook wel smertnizy (zelfmoordenaressen) of shahidki (martelaressen) genoemd.
Zwarte Weduwen hebben alles te maken met de twee oorlogen die Rusland eind jaren 90 in Tsjetsjenië voerde. Met alle mogelijke middelen probeerde Moskou het verzet van Tsjetsjeense rebellen die streefden naar onafhankelijkheid, de kop in te drukken. Ook nadat de oorlog voor beëindigd was verklaard, duurde de Russische repressie voort. Tot op de dag van vandaag. Iedereen die wordt verdacht van betrokkenheid bij terreur –terecht of onterecht– wordt opgepakt en zonder enige vorm van proces vastgezet of met een kogel in het hoofd teruggevonden. En niet meer alleen in Tsjetsjenië, maar ook in andere republieken op de Noord-Kaukasus.
Het klimaat van terreur, willekeur en onderdrukking vormt een ideale voedingsbodem voor het ontstaan van de Zwarte Weduwen, zo beweren Tsjetsjeense rebellen en mensenrechtenorganisaties. De vrouwen zouden zijn vervallen tot wanhoop en zich willen wreken voor de dood van hun geliefden. Dat ze daarbij hulp krijgen van moslimextremisten uit het buitenland lijdt overigens weinig twijfel.
Bij de vermeende vrijwilligheid van de vrouwen moeten wel de nodige kanttekeningen worden geplaatst. Op velen van hen wordt net zolang ingepraat en druk uitgeoefend totdat ze zich niet langer kunnen verzetten tegen de wens om zich als zelfmoordterroriste aan te melden. Daarbij dient niet worden te vergeten dat in de patriarchale samenleving op de Kaukasus de stem van een vrouw in het geheel niet in tel is. Helpt praten niet, dan worden ze door hun ‘begeleiders’ volgepropt met drugs en kalmerende middelen. Ook zijn er gevallen bekend waarin vaders hun dochters als aanstaande smertnizy verkochten voor een flinke som geld.
Volgens de Russische journaliste Julia Jusik, van wier hand in 2004 het boek ”De bruiden van Allah” verscheen, handelt slechts één op de tien shahidki uit innerlijke overtuiging; de overige negen worden dusdanig gemanipuleerd dat er van vrijwilligheid geen sprake meer is. Dat de ‘begeleiders’ van de Zwarte Weduwen daarvan zelf ook goed zijn doordrongen, blijkt wel uit het feit dat velen van hen uiteindelijk niet zelden op afstand ‘tot ontploffing worden gebracht’.