Dr. ir. S. M. de Bruijn, adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad, maakt zich zorgen over de houding van de gereformeerde gezindte tegenover internetfiltering.
De adjunct-hoofdredacteur van het RD zei zich grote zorgen te maken over de aandacht voor de beeldcultuur in orthodox-christelijke kring. „Mensen laven zich aan beelden. Op tv, dvd, Youtube. Vaak vooral voor vermaak.” Hij citeerde de Amerikaanse predikant John Piper, die schreef: „Onder duizend mannen is er niet één te vinden wiens geestelijke ogen gemakkelijker de schoonheid van Christus zien nadat hij zojuist naar een ontblote boezem heeft gekeken.”
De Bruijn voerde een „sterk pleidooi” voor huisgodsdienst, ook met het oog op de omgang met moderne media. „Jongeren hebben een baken nodig. Een teer geweten, ook bij ouders, is van groot belang.” Hij wees ouders die „wanhopig” zijn over hun kinderen erop dat de Bijbel beloften biedt. De Bruijn citeerde uit Jesaja 43, waar staat: „Breng Mijn zonen van verre en Mijn dochters van het einde der aarde.”
Hij schetste dat een techniek als augmented reality (vermengde realiteit) de samenleving ingrijpend zal veranderen. Als iemand met een mobieltje bijvoorbeeld op andermans T-shirt richt, verschijnt een tekstballon in beeld met daarop bijvoorbeeld de prijs van het kledingstuk. Brede invoering van dergelijke toepassingen ligt „niet heel ver” in de toekomst.
Ouders hebben lang niet altijd het juiste beeld van de activiteiten van hun kinderen op internet, signaleerde prof. dr. J. de Haan, ict-onderzoeker bij het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Zo blijkt 71 procent van de jongeren muziek te downloaden, terwijl 58 procent van de ouders denkt dat hun kroost dat doet.
Van de tieners stelt 62 procent voor huiswerk internet te raadplegen. Ouders menen dat 81 procent van de jongeren op het wereldwijde web met huiswerk bezig zijn.
Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 1 op 12 jongeren zich bloot geeft voor een webcam, aldus De Haan. „Dat zijn veel kinderen. Daar moeten we onze ogen niet voor sluiten.” Hij waarschuwde ervoor niet van de weeromstuit „in een angststuip te schieten. Vaak gaat het op internet goed, soms gaat het fout.”
Ouders moeten niet te snel denken dat kinderen informatie op internet op waarde weten te schatten, aldus De Haan. „Jongeren kunnen weliswaar snel een videootje op Youtube starten, maar zijn helemaal niet zo goed in bijvoorbeeld het juist selecteren van informatie.” Van essentieel belang is dat ouders hun kroost „sociale begeleiding” geven bij het gebruik van moderne media, aldus De Haan. „Praat met kinderen wat ze meemaken op internet.”
Ds. C. J. Meeuse, predikant van de gereformeerde gemeente in Goes, stelde tijdens een forumdiscussie dat de „virtuele werkelijkheid” leidt tot „ontmenselijking.” „Op internet leren jongeren niet wat liefde is, ze weten niet hoe een bloem ruikt.”
In de discussie zei De Bruijn zich best iets voor te kunnen stellen bij „meer variatie” in filtering van Kliksafe. Zo zou voor een jongere van 12 een andere filtering kunnen gelden dan voor iemand van vijftien. Voor „afbouwen naar nul filtering” zei hij niets te voelen.
De Haan stelde dat het ontbreken van internet „niet goed” is voor een kind. „Geen internet is geen optie.” Hij denkt dat te veel beperkingen averechts kunnen werken.
„Juist dan werk je de grootste gevaren in de hand.”