Buitenland
Wachten op een levensteken uit Port-au-Prince

De telefoon blijft binnen handbereik. Nog steeds, ruim een maand na de verwoestende aardbeving in Haïti, wacht Lumode Louis op een levensteken vanuit Haïti. „God doet niets zomaar.”

Albert Groothedde
ALMERE – Lumode Louis: „Toen ik vernam dat er duizenden doden waren gevallen, was mijn eerste gedachte: En al die ongelovigen dan? Voor hen kwam de Evangelieboodschap te laat.” Foto RD
ALMERE – Lumode Louis: „Toen ik vernam dat er duizenden doden waren gevallen, was mijn eerste gedachte: En al die ongelovigen dan? Voor hen kwam de Evangelieboodschap te laat.” Foto RD
De aardbeving. Haar gruwelijke tentakels reiken zelfs tot in een Almeerse nieuwbouwwijk. Niet fysiek: Lumode Louis is Hollands welvaren. ’s Nachts, verborgen in het duister, komt echter het verdriet en wijkt ongewild de slaap. Lumode kent een leven voor de aardbeving en een leven na de aardbeving.

De vriendelijke Haïtaanse, ze woont sinds 2002 in Nederland, weet haar verdriet goed te verbergen. Opgewektheid, kenmerkend voor de Haïtiaan, typeert ook Lumode. Een enkele keer breekt de blijmoedigheid. Haar linkerhand gaat naar haar ooghoek.

Hoop

Het verdriet mag er zijn. Ze somt op: „Ik verloor een oom en enkele neefjes en nichtjes. Van mijn complete schoonfamilie heb ik nog niets gehoord. Zij woonden in Port-au-Prince, in de buurt van het presidentieel paleis. Dat gebied is zwaar getroffen door de aardbeving.”

Aan de wand van haar tussenwoning hangt een portret van zoon Billy. Hij kijkt zijn moeder vriendelijk aan. De 24-jarige Haïtiaan woont niet meer in Nederland. Met een aantal vrienden zocht hij zijn geluk in het Britse Newcastle. „Hij sprak beter Engels dan Nederlands.”

Billy leeft mee, zij het op een afstand. Dagelijks gaat in Almere de telefoon: „Mama, heeft u al wat gehoord van opa en oma?” Het antwoord is tot dusver ontkennend. De tijd schrijdt voort. De hoop neemt af.

Vijandig

Waarom dit alles? Het is een westerse vraag, stelt Lumode. „We kunnen en mogen God niet ter verantwoording roepen. God is God. Hij doet wat Hij wil. Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt. Zou Hij daarmee dan niet mogen doen wat Hij wil?”

En al die doden? „Toen ik vernam dat er duizenden do-den waren gevallen, was mijn eerste gedachte: En al die ongelovigen dan? Als ik bedenkwat hun met de dood over-komt, doet dat me pijn. Ik weet namelijk van sommigen dat ze bewust vijandig naar God toe waren. Voor hen komt de Evangelieboodschap te laat.”

„Voor gelovigen is het minder erg”, vervolgt Lumode. „Ik weet hoe het leven in Haïti is: een overleven. Er is daar zo veel ellende, pijn, armoede, honger en verdriet. Iedere dag weer. Zij die in Christus geloofden, zijn nu voor altijd beter af. Die wetenschap verlicht mijn verdriet.”

De vele tienduizenden doden krenken de hoop van Lumode niet. Het optimisme blijft, of beter: het geloofsvertrouwen. Zij kijkt vooruit, biddend. Haïti zit in haar hart, heeft een plek in haar gebeden.

Jaloers

Hoe westers gedacht ook, Lumode denkt wel te weten waarom de aardbeving plaatsvond. „God houdt nog van Haïti. Na jaren van doffe ellende ging het eindelijk iets beter met Haïti. Wie kreeg daarvoor de eer? De voodoo.”

Hiermee hebben de Haïtianen God gekwetst, denkt de Almeerse. „God is jaloers op Zijn eer. Hij wil niet dat mensen ook de voodoo aanbidden. Na de aardbeving wil Hij weer een nieuw begin maken. God is namelijk een God van liefde.”

Ze vergelijkt het met de opvoeding van een kind. „Als een kind niet wil luisteren naar je waarschuwingen, geef je het soms een pets. Zo zie ik de aardbeving ook. God vraagt, na herhaaldelijke waarschuwingen, op indringende wijze om gehoorzaamheid.”

Corruptie

De stevige oproep om gehoorzaamheid levert een ander Haïti op. Dat weet Lumode zeker. Ook religieus. „Ik heb nu al gehoord van mensen die christen zijn geworden. „Ik wil niet doodgaan zonder Jezus”, zo motiveerden ze. Anderen hebben de voodoo vaarwel gezegd. Zij proberen nu alleen Christus te dienen.”

Of er politiek iets verandert, betwijfelt de Haïtiaanse. De corruptie in Haïti is groot. Zelfs nu wordt er door hulpverleners over geklaagd, weet ze. „In Haïti stem ik nooit. Politici daar kun je niet vertrouwen op hun bruine ogen.”

De telefoon zweeg gedurende het gesprek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer