Hoewel Haïti zich feitelijk nog steeds in de fase van noodhulp bevindt, richten organisaties als Woord en Daad en ZOA-Vluchtelingenzorg hun blik in de hulpverlening al nadrukkelijk op de toekomst. Jos Joosse: „We houden ook in dit soort rampsituaties altijd oog voor de lange termijn.”
Zijn het in de hoofdstad Port-au-Prince voornamelijk gebouwen die door de aardbeving zijn verwoest, in de buurt van het provinciestadje Léogane is de schade door het natuurgeweld ook aan het wegdek goed te zien. Diepe scheuren verraden de plaats waar de aarde een maand geleden heeft getrild.
In Léogane zelf zijn de verwoestingen enorm. De stad lag het dichtst in de buurt van het epicentrum van de aardbeving. In sommige straten staat letterlijk geen huis meer overeind. Ook hier leven de inwoners voornamelijk in zelf opgezette tentenkampen. Pas nu begint de hulp aan het stadje goed op gang de komen. De eerste dagen na de ramp was Léogane zo goed als van de buitenwereld afgesloten.
Jos Joosse, uitgezonden als noodhulpcoördinator voor Woord en Daad en ZOA-Vluchtelingenzorg, gaat in de dorpjes rond Léogane een aantal tests uitvoeren om te kijken hoe het met de kwaliteit van het drinkwater staat. „Aan de ene kant is water een eerstelevensbehoefte, en valt het daarmee vrijwel altijd onder noodhulp. Wij gaan echter geen water uitdelen, maar zorgen voor betrouwbare bronnen. Daar heeft de bevolking ook in de toekomst profijt van.”
Samen met de Duitse waterdeskundige Tobias Mussmann neemt Joosse monsters uit een eerste waterput buiten het dorpje Masson, waar zo’n 900 gezinnen wonen. Een paar nieuwsgierige bewoners komen naar de activiteiten van de bezoekers kijken.
In het nabijgelegen dorpje Luito komt het water spontaan uit de grond, waarschijnlijk uit een diepe ondergrondse wel. Het water loopt nu nog nutteloos weg, maar dat wil Joosse veranderen. „Het zou mooi zijn om hier een aftakking te maken, dan kunnen andere dorpen hier ook van profiteren. Dat gaat natuurlijk niet zomaar. Mensen zijn er doorgaans nogal huiverig voor als er allerlei zaken naar andere dorpen gaan. En je moet het dan ook gelijk zien te verdelen in de regio, anders creëer je afgunst.” Eén aftakking heeft de bron in Luito in elk geval al: naar het huis van de burgemeester. Die heeft zijn eigen privéwaterleiding.
Ook in Luito loopt het halve dorp uit als de tests worden gedaan. Regionaal ‘gemeenteraadslid’ Fred Nelson legt aan de bewoners uit wat de plannen zijn. Joosse: „Het is erg belangrijk om de bevolking er vanaf het begin bij te betrekken. Het moet iets van henzelf zijn. Daarom gaan we straks ook watercomités instellen.”
Een paar dagen later krijgt Joosse de testuitslagen van Tobias Mussmann binnen. Het water in de ondiepe bronnen blijkt van slechte kwaliteit. Er zitten bacteriën in die cholera kunnen veroorzaken. De diepere bronnen, die zo’n 35 tot 40 meter diep zitten, zijn van uitstekende kwaliteit, aldus de test. Maar het beste water levert de spontane ‘waterleiding’ van Luito.