De Voogd merkt dat de Haïtianen zich steeds meer organiseren om de hulpgoederen in ontvangst te nemen. Ze sluiten zich aan bij groepen, zoals religieuze organisaties. Er komt steeds meer structuur in. Donororganisaties, landen en zelfs het Vaticaan dringen aan op een snelle distributie. „De hulpgoederen moeten de magazijnen uit naar de bevolking", aldus De Voogd. De voedselpakketten die de Amerikanen uitdelen bevatten vooral granen en peulvruchten. Voedsel dat de maag vult, daar is behoefte aan, weet De Voogd.

Hoewel de infrastructuur beter toegankelijk is, is het opruimen van ingestorte gebouwen nog niet begonnen. De Voogd ziet het en der wel shovels aan het werk, maar veel gebeurt er nog niet. „Wat wel minder wordt is de lijkengeur. Die wordt steeds minder. Alleen bij verwoeste gebouwen is het nog te ruiken. Op straat liggen geen lijken meer.

Of de Haïtianen beseffen dat elders in de wereld, zoals in Nederland en de VS, grote inzamelingsacties zijn gehouden, weet hij niet. „Ze zien wel veel meer westerlingen op straat, onder wie heel veel journalisten. Ze zien dat er aandacht voor hen is", besluit De Voogd.