ChristenUnie beweegt zich naar CDA
De ChristenUnie heeft de afgelopen tien jaar een opvallende ontwikkeling doorgemaakt: van klein rechts naar christelijk-sociaal. Prof. dr. G. Harinck sluit niet uit dat de partij nog eens opgaat in het CDA.
Volgende week zaterdag viert de ChristenUnie haar tienjarig jubileum in het Utrechtse Beatrixtheater. Voor de volwassenen staan muziek, meditatie, spel en speeches op het programma. De kinderen dansen, zingen, eten patat en kijken naar clowns, zo staat op de website van de partij te lezen. Als afsluiting gaan de CU-kids ‘inbreken’ in het hoofdprogramma van de volwassenen.
Prof. dr. G. Harinck, directeur van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme en van het Archief- en Documentatiecentrum van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, kijkt met een kritische, maar betrokken blik naar de ontwikkeling van de partij.
Dat de Reformatorische Politieke Federatie (RPF), waarin naast mensen uit de gereformeerde gezindte ook evangelischen participeerden, en het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV), waarvan gereformeerd vrijgemaakten lid waren, op 22 januari 2000 samen verdergingen, verbaast Harinck niet. Volgens hem waren de achterbannen van de partijen er aan toe.
„Ik ben gepokt en gemazeld in de gereformeerd vrijgemaakte kring en zag in de jaren negentig van de vorige eeuw een ontwikkeling van het exclusieve naar het inclusieve. Tot ver in de jaren tachtig zagen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt zich als de enige ware kerk van ons land. De kerkvisie, zoals verwoord in artikel 27 tot en met 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, moest daarom ook gestalte krijgen in de politiek. Langzaam maar zeker kwam er meer openheid en waren vrijgemaakten bereid om christenen in andere partijen en kerken te zien als medegelovigen. Logisch dat toen de RPF in beeld kwam; die streefde altijd al naar samenwerking.”
Toch waren er verschillen: „De RPF was altijd meer getuigend, zeker onder Meindert Leerling. Het GPV was politieker, deed meer het Haagse handwerk.”
De vraag welke traditie het nu ‘gewonnen’ heeft, vindt Harinck lastig te beantwoorden. „Als je kijkt naar de formulering van de grondslag en het kernprogramma, dan zijn beide tradities gelijkelijk vertegenwoordigd, zij het dat het positief betrokken Israël-standpunt van de RPF het won van het afstandelijke van het GPV”, aldus Harinck, die ook bijzonder hoogleraar geschiedenis is aan de Theologische Universiteit Kampen (Broederweg) en hoogleraar collectievorming en geschiedenis van het neocalvinisme aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Volgens Harinck heeft de ChristenUnie het verschil tussen de bloedgroepen op een pragmatische manier opgelost, namelijk door zich te ontwikkelen van klein rechts tot een christelijk-sociale partij „die meepraat over alle politieke problemen en geen ononderhandelbare punten op tafel legt. Ze dealen en wheelen volop mee in het Haagse. In die zin is de slogan 1+1=3 uitgekomen.”
Hoe positioneert u de ChristenUnie in het politieke krachtenveld?
„Dat ligt ingewikkeld. Allereerst is het natuurlijk bijzonder dat de partij op dit moment regeringsverantwoordelijkheid draagt en letterlijk en figuurlijk tussen CDA en PvdA in zit. Op zich is dat een mooie rol –de partij bemiddelt meer dan eens tussen de grote coalitiepartners– maar het leidt ook tot een zekere kleurloosheid. Dat is volgens mij niet nodig. De ChristenUnie moet zich eens spiegelen aan D66 onder paars. Die partij had een aantal kroonjuwelen die ze graag wilde realiseren, bijvoorbeeld het homohuwelijk en de gekozen burgemeester. Iedereen wist wat deze partij wilde. Ik vraag me af: wat zijn de kroonjuwelen van de ChristenUnie?
Nadenken hierover is wel van belang voor de profilering van de partij. Laten we eerlijk zijn, Rouvoet heeft geen zware portefeuille en fractievoorzitter Slob is alleen maar bezig om de boel bij elkaar te houden. Op zichzelf overigens heel nobel.”
Is de ChristenUnie de afgelopen jaren opgeschoven?
„Onmiskenbaar. Rouvoet zei in 2002 met zoveel woorden dat hij geen compromis rond de Abortuswet wilde aanvaarden, later heeft hij gezegd dat hij compromissen wilde aanvaarden om een ontwikkeling ten goede te bereiken en nog weer later dat ook compromissen die verkeerde ontwikkelingen afremmen, acceptabel zijn. Overigens is dit niet alleen een zaak van Rouvoet, de partij als geheel is daarin meegegaan. Dat moet ook wel, want anders kun je geen regeringsverantwoordelijkheid dragen. ”
Ziet u de ChristenUnie als een mini-CDA?
„Zoals de ChristenUnie nu opereert, vertoont ze veel gelijkenis met het CDA. Ook de ChristenUnie legt weinig nadruk op de uitgangspunten van de partij en zoekt kiezers op basis van haar politieke programma. Dat biedt ruimte voor evangelischen en ook voor rooms-katholieken, zelfs op kandidatenlijsten.
Zal de ChristenUnie op termijn opgaan in het CDA?
„Op dit moment zou het niet kunnen. Daarvoor is de nestgeur tussen beide partijen te verschillend, maar over tien à vijftien jaar ligt dat misschien heel anders. Dat de ChristenUnieleden binnen het CDA sociaaleconomisch op de linkervleugel opereren en ethisch op de rechtervleugel, lijkt mij geen gekke gedachte. De ChristenUnie beweegt zich op dit moment onmiskenbaar richting CDA.”
Is tien jaar ChristenUnie een felicitatie waard?
„Zeker. Dat de partij een eigen profiel heeft ontwikkeld, is een prestatie. De partij levert een constructieve bijdrage aan het politieke debat. Mijn wens is dat de partij een open discussie voert over haar uitgangspunten. Dat de partij dit najaar besloot om geen discussie over het kernprogramma te voeren omdat hiervan mogelijk de suggestie uitgaat dat de partij verschuift, vind ik zwak. Het debat over de positie van homoseksuele bestuurders in de partij in 2008 is voor mijn gevoel in mist geëindigd.”
U hebt ooit gezegd dat Calvijn nooit lid zou zijn van de ChristenUnie. Hoezo?
„Daar zit natuurlijk een stukje speculatie bij. Ik denk dat Calvijn een man zou zijn die sterk vanuit zijn beginselen politiek zou willen bedrijven, zoals de SGP nu doet. En verder zou Calvijn er –denk ik– van gruwen als hij met evangelischen –oftewel met de dopersen van vandaag– in een partij zou zitten. Om van rooms-katholieken maar niet te spreken.”
En u?
„Ik stem al jaren op de partij waar ik lid van ben, het CDA.”
Kroniek van de ChristenUnie
22 januari 2000: RPF en GPV gaan samen verder onder de naam ChristenUnie. De partijorganisaties blijven gescheiden; De partijen vergaderen afzonderlijk, maar ook samen. De fracties in de Tweede Kamer blijven vooralsnog ook naast elkaar bestaan. Ze vergaderen ook samen.
27 mei 2000: Tijdens het eerste congres van de ChristenUnie waarschuwt partijvoorzitter M. van Daalen dat de partij voor niets zo bang moet zijn als voor verwatering tot een mini-CDA.
3 juni 2000: „Wij zijn erg gesteld op het confessionele karakter van onze partij. Daarom kunnen rooms-katholieken momenteel geen lid worden van de ChristenUnie." Dat zegt de dr. R. Kuiper in een reactie op uitlatingen van enkele orthodoxe rooms-katholieken die zich willen aansluiten bij de partij.
17 januari 2001: Het bestuur van de ChristenUnie wijst Eerste-Kamerlid dr. K. Veling (1948) aan als lijsttrekker voor de verkiezingen van mei 2002. RPF-leider L. van Dijke staat op de tweede plaats van de nieuwe kandidatenlijst. De eerste vrouw op de lijst, mevrouw J. C. Huizinga-Heringa, staat op nummer zeven.
30 januari 2001: Een nieuwe groep binnen de ChristenUnie, Transfusie, wil dat de partij vrouwvriendelijker wordt. Er moet een vrouw op een verkiesbare plaats op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer komen.
1 februari 2001: GPV-fractievoorzitter G.J. Schutte kondigt zijn vertrek aan uit de Tweede Kamer. De fracties van RPF en GPV besluiten te fuseren en RPF-voorman L. C. van Dijke wordt de eerste ChristenUniefractievoorzitter in de Tweede Kamer. Schutte wordt opgevolgd door A. Slob.
24 maart 2001: De leden van de ChristenUnie stemmen in met de voorgelegde kandidatenlijst; Veling wordt lijsttrekker en Huizinga-Heringa komt op nummer zeven.
6 juni 2001: ChristenUniefractievoorzitter Van Dijke zegt in een interview met het Katholiek Nieuwsblad dat zijn groepering dé partij is voor kiezers die op basis van hun christelijke geloof hun stem uitbrengen, dus ook voor rooms-katholieke kiezers.
25 januari 2002: De ChristenUnie maakt in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen bekend dat het aantal samenwerkingsverbanden met de SGP op plaatselijk vlak gedaald is met 25 procent.
25 maart 2002: De ChristenUnie sluit VVD, D66, en de Lijst Pim Fortuyn uit als mogelijke coalitiepartner uit.
15 mei 2002: Bij de Kamerverkiezingen, negen dagen na de moord op Fortuyn verliest de ChristenUnie een van haar vijf zetels. Mevrouw Huizinga is met voorkeurstemmen gekozen. Als gevolg daarvan moet Kamerlid Van Middelkoop het veld ruimen.
21 mei 2002: ChristenUnieleider Veling zou er goed aan doen terug te treden. Dat zeggen dr. W. J. Ouweneel en ir. J. van der Graaf met zoveel woorden in het radioprogramma Deze Week van de EO.
23 mei 2002: Het nieuwe ChristenUnieKamerlid Huizinga-Heringa mag niet namens de SGP het woord voeren. De gewoonte dat de twee partijen tijdens debatten voor elkaar spreken, verdwijnt.
11 juni 2002: Een ruime meerderheid van het kader van de ChristenUnie wil dat de partij zich openstelt voor rooms-katholieken die de grondslag van de partij kunnen onderschrijven. Dat blijkt uit een onderzoek van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) in Groningen.
11 sept 2002: ChristenUnieleider Veling is op doktersadvies en in verband met vermoeidheidsklachten al weken niet in de Tweede Kamer aanwezig. Zijn taken worden waargenomen door vice-fractievoorzitter Van Dijke.
17 okt 2002: ChristenUniefractievoorzitter Veling is opnieuw beschikbaar als lijsttrekker wanneer de partij een beroep op hem doet.
21 okt 2002: Het bestuur van de ChristenUnie schuift partijleider Veling aan de kant. Hij mag geen kandidaat zijn voor de Kamerverkiezingen van 22 januari 2003. „Er is in de partij geen draagvlak", aldus het partijbestuur dat zittend Kamerlid A. Rouvoet voordraagt als de nieuwe eerste man.
29 oktober 2002: Fractievoorzitter Veling kondigt aan dat hij per 9 november het parlement verlaat.
9 november 2002: Het ChristenUniecongres wijst Rouvoet aan als lijsttrekker voor verkiezingen van 22 januari 2003. In een verkiezingsdebat kort daarna zegt Rouvoet dat zijn partij alleen maar kan deelnemen in een kabinet als eerst de Abortuswet van tafel gaat: „Als het CDA zegt: We draaien de Abortuswet terug, dán ga ik goed nadenken over eventuele regeringsdeelname. Anders niet.“
22 januari 2003: De ChristenUnie verliest bij de Kamerverkiezingen een van de vier zetels. Huizinga-Heringa wordt opnieuw met voorkeurstemmen gekozen. Daardoor keert oud-fractievoorzitter Van Dijke niet terug in het parlement.
16 april 2003: ChristenUnie en SGP worden betrokken bij de formatiebesprekingen met CDA en VVD. Twee weken later blijkt dat ze zijn afgevallen en dat CDA en VVD met D66 in zee gaan.
27 mei 2003: Ex-CU-bestuurslid Y. Drost uit Hengelo stelt in een open brief aan alle leden van zijn partij en aan de pers dat ChristenUnieKamerlid Van Dijke een kwalijke rol speelde bij het gedwongen vertrek van Veling als fractievoorzitter en partijleider. Volgens Drost zou Van Dijke op een bijeenkomst gezegd hebben:„Kars, als jij maandag terugkeert naar de fractie, wat ik je sterk ontraad, dan zal ik direct een stemming aanvragen over je fractievoorzitterschap. De uitslag staat bij voorbaat vast. Wees daarvan overtuigd.”
21 oktober 2003: De partijbesturen van RPF en GPV maken bekend dat ze met ingang van 2004 de partijorganisaties van samenvoegen.
14 juni 2004: De samenwerking tussen ChristenUnie en SGP moet niet langer „vanzelfsprekend verlengd" worden, zo stelt ChristenUnieleider Rouvoet naar aanleiding van de verkiezingen voor het Europees Parlement enkele dagen daarvoor.
12 november 2004: De ChristenUnie krijgt 80.000 euro subsidie voor een driejarig project ter bevordering van de vrouwenparticipatie in de partij.
11 april 2006: ChristenUnieleider Rouvoet heeft geen behoefte om de grondslag van zijn partij te verruimen zodat roomsen en evangelischen volwaardig in de partij kunnen participeren.
29 juni 2006: Het bestuur van de ChristenUnie draagt fractievoorzitter Rouvoet opnieuw voor als lijsttrekker voor de Kamerverkiezingen.
16 november 2006: Lijsttrekker Rouvoet stelt dat kabinetsdeelname mogelijk is als de partij op één terrein in staat is een bres op ethisch terrein te dichten. „Als je in een kabinet de kans krijgt om bijvoorbeeld op het terrein van zwangerschapsafbreking je idealen te verwezenlijken en op het terrein van euthanasie in de komende jaren niet, neem je een grote verantwoordelijkheid als je niet participeert.”
22 november 2006: De ChristenUnie verdubbelt bij de Kamerverkiezingen het aantal zetels van drie naar zes.
23 december 2006: Een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie komt in beeld omdat de verkennende besprekingen tussen CDA, PvdA en SP zijn mislukt. Rouvoet zegt in een interview met deze krant hoe hij de discussie over ethische thema’s ziet: „Laten we zeggen dat er tien bressen zijn. Dan kun je ervoor kiezen op een vijftal terreinen de bres in de dijk voor een aanzienlijk deel dichten en op andere niet. Je kunt ook van alle tien de bressen het gat een heel klein beetje kleiner maken.“
30 januari 2007: Op de kandidatenlijst van de ChristenUnie voor de provinciale statenverkiezingen in Limburg staan enkele rooms-katholieken.
22 februari 2007: Koningin Beatrix beëdigt het kabinet Balkenende IV, waarin naast CDA ook PvdA en ChristenUnie deelnemen. Rouvoet wordt vicepremier en minister voor Jeugd en Gezin, Van Middelkoop minister van Defensie en Huizinga-Heringa staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. A. Slob wordt voorzitter van de Tweede Kamerfractie.
8 maart 2007: Dankzij de winst van de ChristenUnie bij de provinciale statenverkiezingen behoudt de regeringscoalitie haar meerderheid in de Eerste Kamer. De CU verdubbelt haar aantal zetels van twee naar vier.
21 juni 2007: De top van de ChristenUnie ontmoet voor het eerst het dagelijks bestuur van de Nederlandse bisschoppenconferentie van de Rooms-Katholieke Kerk. De sfeer was hartelijk, zo verklaarden kardinaal Simonis en vicepremier Rouvoet na afloop van het gesprek.
najaar 2007: In de ChristenUnie ontstaat beroering over de vraag of praktiserende homoseksuelen en lesbiennes de partij wel of niet mogen vertegenwoordigen. Het Amsterdamse deelraadslid Yvette Lont verwijt vicepremier Rouvoet en partijvoorzitter Blokhuis „met twee monden” te spreken door ruimte te laten voor praktiserende homoseksuelen binnen de partij.
28 november 2007: EO-journalist Knevel stelt dat zich een „paradigmashift” heeft voltrokken in de achterban van de ChristenUnie.
31 januari 2008: Staatssecretaris Huizinga zegt dat zij er geen moeite mee heeft als binnen haar partij met elkaar samenwonende mannen of vrouwen bestuursfuncties zouden vervullen of de partij in raden, Staten of Kamers zouden vertegenwoordigen.
19 mei 2008: Een CU-commissie onder leiding van oud-GPV-voorzitter Cnossen presenteert een eindrapport de gedragscode van CU-bestuurders. Cnossen adviseert de partij om geen lijstje op te stellen met gedragingen waaraan ChristenUnievertegenwoordigers moeten voldoen. Met degenen die in aanmerking willen komen voor politieke of partijfuncties moet het betreffende bestuur een professioneel selectiegesprek voeren. Het hebben van een homoseksuele relatie is daarbij „een relevant" gegeven, maar niet bij voorbaat een blokkade. De commissie houdt vast aan de waarde van het huwelijk tussen één man één vrouw. Oud-RPF-leider Leerling brengt een minderheidsrapport uit.
14 juni 2008: De leden van de ChristenUnie steunen in overgrote meerderheid de nieuwe gedragscode voor CU-politici en -bestuurders. De partij aanvaardt een amendement waarin wordt verwezen naar de Uniefundering en het kernprogramma. Daarin spreekt de partij uit dat het huwelijk tussen man en vrouw de norm is. Ook aanvaardt het congres een motie van de kiesvereniging Barneveld, waarin een aanscherping wordt gevraagd van het kernprogramma. Daarin moet komen te staan dat „seksuele omgang onlosmakelijk is verbonden met het huwelijk." Deelraadslid Lont zegt enkele dagen later haar lidmaatschap op.
25 april 2009: ChristenUnieleider en vicepremier Rouvoet geeft in deze krant toe dat zijn partij soms compromissen sluit die slechts verkeerde ontwikkelingen afremmen en zich verwijderen van het politieke ideaal. „De ervaring leert dat je dat soms moet accepteren. Het alternatief is dat je politieke samenwerking opzegt en andere goede dingen laat schieten die je dan niet meer kunt realiseren.”
22 juni 2009: Er komt een breuk tussen de 25-jarige samenwerking tussen de ChristenUnie en de SGP in het Europees parlement.
22 januari 2010: ChristenUnie bestaat tien jaar. De partij viert het tweede lustrum op zaterdag 30 januari in het Beatrixtheater te Utrecht.