AMERSFOORT (ANP) – Han van de Goor uit Amersfoort stond dinsdagmiddag bij de balie van hotel Villa Créole in Pétion–Ville, een voorstad van de Haïtiaanse hoofdstad Port–au–Prince, toen hij hét geluid hoorde: „Een heel laag, diep, grommend geluid".
Hij wist meteen wat er aan de hand was. Van de Goor (42) woonde enige tijd in Japan. Daar had hij aardbevingen meegemaakt. Maar deze was anders, erger, besefte Van de Goor. Hij voelde de grond onder zijn voeten hevig bewegen en bedacht zich geen moment. „Het was zo’n tien meter naar de uitgang van het hotel. Ik ben onderweg twee keer gevallen en de laatste meters naar buiten gedoken".
Achter zijn rug stortte het hotel deels in. „Buiten hoorde ik van alle kanten mensen schreeuwen en kermen. Het was hartverscheurend".
Hij en andere hotelgasten assisteerden een Amerikaan die met gescheurde beddenlakens zo goed en kwaad als dat ging gewonden verbond. Er was niet anders voorhanden. „Een ziekenhuis in de buurt was volledig ingestort".
Van de Goor (42) vertelt zijn verhaal telefonisch. Hij zit thuis bij zijn gezin in Amersfoort, nog nauwelijks bekomen van de emoties. Na de nacht met anderen buiten op straat te hebben doorgebracht, ontmoette hij Canadezen die beschikten over een auto. Het lukte om de grens over te steken naar de Dominicaanse Republiek. Daar pakte hij het vliegtuig om via Panama zaterdag op Schiphol aan te komen.
Wat hij tijdens de rit naar de grens zag, tart alle beschrijvingen, zegt hij. „Honderden doden die langs de kant van de weg lagen, overal puin van ingestorte woningen en gebouwen en mensen die radeloos heen en weer liepen. De sfeer werd alsmaar grimmiger. Het gebrek aan eten en drinken begon zich te wreken".
Van de Goor was in Haíti voor zaken. Hij werkt voor een Nederlandse distributeur van voedingsingrediënten en chemicaliën en was voor de derde keer in Haïti. „De mensen daar hebben al zoveel moeten meemaken en dan deze ramp. Je hoort hier verhalen over plunderingen. Maar als je niets hebt, dan vecht je voor elk broodje, dan vecht je voor je leven".