Willemien Krul had juist de gehaktballen gaar toen het leek alsof er een zware vrachtwagen voorbijreed. Het was de verwoestende aardbeving zoals niemand in Haïti die ooit had meegemaakt. Haar weblog is een van de schaarse ooggetuigenverslagen die tot nu toe bekend zijn.
Het relaas van Willemien Krul is al een paar keer de wereld over gegaan. Op haar Engelstalige weblog vertelt ze hoe ze tevreden vaststelde dat het eten voor 17.00 uur klaar was. Maar toen kwam dat vreemde, zware geluid.
Een Nederlandse vertaling van haar eerste verslag verscheen donderdag op de website van de NOS. De nationale omroep verwees er in het tv-journaal naar.
Dinsdagmiddag
Het huis schudde en begon zelfs in te storten. „Waar is Jayden?” vroeg ze in paniek haar man Jason, de Canadese MAF-piloot. Terwijl het huis begon te wankelen, haalde de vader het 2-jarige jongetje uit de woonkamer.
Op school had Willemien ooit geleerd dat je tijdens een aardbeving onder een houten kozijn moet gaan staan. Die zijn het stevigst. „Blijf in de deurpost staan”, riep ze tegen Jason zodra ze Jayden in haar armen had.
De volgende minuten waren zeer onwezenlijk, vertelt ze in haar blogverhaal. „Ik kan nauwelijks beschrijven hoe het voelt als een huis van beton en cement bezwijkt en instort onder je voeten”, schrijft ze. „Wat kan een houten deurpost nog aan veiligheid betekenen als je huis om je heen afbrokkelt?”
Het huis veranderde in een ravage. De zijmuur stortte in, de schilderijen werden op de grond verpletterd. Ook de keuken ontliep het verwoestend geweld niet.
Buiten zat buurvrouw Denise te huilen en te jammeren. „Vanaf nu gaan mijn kinderen altijd naar de kerk”, schreeuwde ze. „En ik ga al mijn geld schenken aan de kerk. God, help ons nou, alsjeblieft.”
Willemien probeerde haar te troosten. „Jezus hoeft je geld niet”, zei ze. „Hij wil je hart.” De buurvrouw knikte. „O Jezus”, bad ze, „neem mijn hart, vergeef me.”
Dinsdagavond
Jason ging de straat op. Toen hij terugkwam, vertelde hij over de vernielingen die hij had gezien. Overal ingestorte gebouwen, met doden en gewonden. Ze probeerden in hun gehavende huis te slapen, met zijn drieën op een eenpersoonsmatras. De naschokken hielden hen echter uit hun slaap.
Woensdagmorgen
Vroeg in de ochtend ging even kort de telefoon. Maar vrijwel direct vielen alle lijnen weg. Dagenlang was er nauwelijks telefooncontact mogelijk.
Willemien wilde haar vrienden en familie in Canada informeren. Met moeite kon ze in het huis van een MAF-collega haar verhaal via de satellietverbinding op haar internetpagina krijgen. Onderweg ziet ze overal mensen op zoek naar bekenden.
Helikopters vlogen af en aan. Telkens kromp ze ineen. Het gedreun leek haar te veel op dat van de vele naschokken. „Mijn lijf staat op scherp”, vertelt ze. „Ik verlies Jayden niet uit het oog. Bij elke schok grijp ik hem en rennen we naar buiten.”
Het huis was nog een rommel. Buurvrouw Denise dook op en stak haar handen uit de mouwen. Willemien maakte haar duidelijk dat dit niet hoefde, maar dat wuifde ze weg. „We schonen het even een klein beetje op.”
Buurtgenoten kwamen met foto’s van wat ze in de omgeving hadden aangetroffen. Grote groepen mensen, die in paniek zochten naar hun geliefden. Lichamen of delen daarvan in de straat.
Bijzonder geschokt was ze door de beelden van de Caraïbische supermarkt, waar ze vaak rond het tijdstip van de beving hun groenten inkopen. Op de foto’s zag ze hoe vreselijk het er na de aardbeving uitzag. Het hele gebouw lag helemaal in elkaar.
Willemien dacht terug hoe Jayden met twee andere vriendjes kort voor de beving had gespeeld langs de veiligheidsmuur bij hun huis. Die lag nu plat. „Als de aardbeving ons een uur eerder had geraakt, hadden ze allemaal onder het puin kunnen liggen”, aldus Willemien. Ze schudde haar hoofd en wilde hier niet over nadenken. „God beheerst alles nog en nadenken over ”wat als” is nutteloos.”
Jason was intussen buitenshuis bezig orde op zaken te stellen. De twee gasflessen voor het fornuis waren bij de ramp onklaar geraakt. Ook de warmwatertank was stukgegaan. Jason probeerde eerst het een en ander te herstellen, maar besefte al gauw dat de problemen te groot waren om zelf te repareren. Dus zou de familie Krul het even zonder fornuis, stromend water en elektriciteit moeten doen. De zonnepanelen leverden niet voldoende stroom om in de behoefte te voorzien.
Grotere zorgen maakte Willemien zich op de dag na de beving over het voedsel zelf. Aan normaal inkopen doen hoefde ze voorlopig niet te denken, nu veel winkels waren beschadigd en ook de bevoorrading ongetwijfeld zou zijn ontregeld. Ze hadden alleen 75 liter drinkwater in voorraad.
Van een ander MAF-gezin kreeg ze een half brood. Jayden at er heerlijk van, wat zijn moeder dankbaar stemde. Zijn ouders waren nog te veel van streek om iets door hun keel te kunnen krijgen.
Intussen dacht Willemien verder. Nog maar een paar jaar geleden gingen beelden van voedselrellen op Haïti de wereld over. Zou dat straks weer gaan gebeuren? Willemien dacht aan hun eigen huis, waar inbrekers nu gemakkelijk naar binnen zouden kunnen. „Zal het roven en plunderen straks losbarsten nu zo veel muren zijn ingestort?”
Jason ging de straat weer op, overal waar hij kon een helpende hand toestekend. Een paar mensen vroegen hem of hij wonden kon hechten. „Ik zei dat ik het één keer had gedaan”, vertelde hij later tegen zijn vrouw. „Met weinig kennis en zonder verdoving begon ik grote wonden te hechten. De mensen schreeuwden terwijl ik hechtte. Anderen moesten helpen hen vast te houden.”
Later probeerde Jason met enkele anderen nog mensen uit het puin van een half ingestort gebouw te redden. „Maar alles begon te schuiven en het was niet veilig genoeg om door te gaan. Zonder geschikt gereedschap konden we niets doen”, moest de piloot met spijt vaststellen.
Woensdagmiddag
Alle gezinnen van de MAF kwamen bij elkaar voor een vergadering. Met een schok vernam Willemien dat Daniël van de internationale staf waarschijnlijk is omgekomen. „Ik kan het niet geloven”, schrijft ze. „Hij is van mijn leeftijd, 24 jaar.”
Bij hun aankomst in Haïti had hij hen geholpen en uitleg gegeven over culturele kwesties. „Hij was een oprecht gelovige en zou na zijn huwelijk zendeling worden in Jeremie (in het westen van Haïti, EvV).” Een ooggetuige had hem zien vallen in het universiteitsgebouw. Sindsdien was er niets van hem vernomen.
Iemand anders van de staf „probeert ons te troosten door te zeggen dat hij nu op een betere plaats is, maar ik kan nog niet bevatten dat hij is gegaan.” Met enkele andere leden van de staf was trouwens nog geen contact geweest, maar telefoneren was de afgelopen dagen zo goed als onmogelijk. „We bidden dat ze oké zijn.”
Tijdens de vergadering begon het gebouw weer te schudden. „Iedereen neemt subiet de trap af naar buiten.” Op klapstoeltjes buiten vergaderden ze verder.
De vergadering eindigde in het besluit dat alle gezinnen die niet noodzakelijk in Haïti moeten zijn, worden geëvacueerd, „te beginnen met gezinnen met kleine kinderen.” Willemien wist wat dat betekende: hun boeltje bij elkaar pakken.
Woensdagavond
Jason en Willemien dwaalden door hun huis, mijmerend over wat ze zouden meenemen. Veel hoefde het niet te zijn, meende ze. „Na de kleine stap tussen leven en dood te hebben gezien, lijkt niets nog van waarde voor me.”
Af en toe zag Willemien mensen met kaarsen op straat en hoorde ze groepjes geestelijke liederen zingen. „In Haïti heb ik nog nooit een atheïst ontmoet. Hoewel velen allerlei vormen van bijgeloof hebben, geloof iedereen dat er een God is Die de hele schepping beheerst”, schrijft ze. „Ze zijn niet geïnteresseerd in de wetenschappelijke verklaringen hoe een aarbeving ontstaat. „God beweegt de aarde.” Ze vragen ook niet en zijn niet boos. Ze zingen en prijzen Hem. Ik voel een rilling langs mijn rug gaan als ik naar hen kijk en luister. Zelfs midden in de vernieling is God aanwezig en kan ik Hem voelen.”
Donderdagochtend
Willemien werkte de twee koffers af. Het vliegveld was een bijenkorf, met elke dertig seconden landingen van grote toestellen. Maar het MAF-team moest even wachten. Na twee uur op het „vuile cement” hoorden ze dat er alleen militaire vliegtuigen mochten landen en dat het verwachte zendingsvliegtuig hen dus niet kon oppikken. Onverrichter zake keerden ze terug naar de stad, waar ze bij een ander MAF-gezin hun intrek namen. Na wat eten strekte zich uit de bank. „Nog nooit heeft een bank zo goed gevoeld.”
Jason & Willemien Krul-ter Haar
Willemien Krul-ter Haar werd geboren in Ermelo, maar emigreerde al jong naar Canada. Met haar man Jason behoort ze tot de Heritage Reformed Church (HRC), een kerk met Nederlandse wortels.
Jason is piloot bij de Mission Aviation Fellowship (MAF). Dit is een organisatie die zendings- en ontwikkelingsorganisaties ondersteunt met vliegverkeer. De drie toestellen in Haïti zijn tijdens de aardbeving intact gebleven. Vrijdagmiddag liet familie in Canada weten dat het gezin nog steeds op Haïti wachtte op een kans om het land te verlaten.