Kerk & religie
„Oorlog met Irak geen oorlog tussen religies”

„Ministers en politici dienen alert te zijn op de gevolgen van hun uitspraken en maatregelen voor de beeldvorming rond vreemdelingen in ons land.” Drs. Ineke Bakker, algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, wees hierop maandagavond in Amsterdam.

Van een medewerker
25 February 2003 10:07Gewijzigd op 14 November 2020 00:09
AMSTERDAM - Rabbijn Soetendorp was maandagavond een van de sprekers op de interreligieuze bijeenkomst in de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam. Christenen, Joden en moslims spraken daar over de gevolgen van een eventuele oorlog met Irak. Soetendorp: „We die
AMSTERDAM - Rabbijn Soetendorp was maandagavond een van de sprekers op de interreligieuze bijeenkomst in de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam. Christenen, Joden en moslims spraken daar over de gevolgen van een eventuele oorlog met Irak. Soetendorp: „We die

Negatieve beeldvorming, zei drs. Bakker, „kan een maatschappelijk klimaat bevorderen waarin verdraagzaamheid en het samenleven van mensen met verschillende culturen, levensbeschouwingen en religies worden bemoeilijkt.” Bakker was een van de sprekers tijdens een interreligieuze bijeenkomst, belegd op initiatief van de Raad van Kerken en de stichting Islam en Burgerschap.

De bijeenkomst beoogde een signaal af te geven aan de Nederlandse samenleving: een eventuele oorlog met Irak is geen oorlog tussen religies en mag dat ook niet worden. Vele vertegenwoordigers van verschillende religies en groepen gaven in de Amsterdamse Mozes en Aäronkerk acte de présence.

Volgens burgemeester M. J. Cohen is het „zonneklaar dat er een samenhang is tussen de internationale conflicten rondom Irak en de sfeer in Amsterdam.” De oorzaak hiervan ziet hij in de verscheidenheid die de Amsterdamse bevolking kenmerkt. „De inwoners zijn verbonden met vele groepen over de hele wereld.”

In tijden van spanning en oorlog is het, aldus Cohen, verkeerd de verschillen te benadrukken. „Leg de nadruk op wat ons verbindt. We zijn allereerst allemaal Amsterdammer en inwoner van Nederland. Verschil van mening mag er zijn. Maar laat respect voor elkaar een sleutelwoord zijn. We zijn tolerant voor de toleranten en intolerant voor de intoleranten.”

Demissionair minister van Justitie mr. J. P. H. Donner deelde de mening van het organiserend comité, dat een oorlog in Irak niet mag leiden tot een godsdienstoorlog, waardoor Nederland in kampen wordt verdeeld. Volgens de CDA-minister is een oorlog met Irak geen oorlog tussen religies. „Wie dat wel zo stelt, voedt het kwaad en voert de tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen alleen maar verder op. De duivel lacht daar bovendien om.”

De zorg of een eventuele oorlog met Irak de verhouding tussen de religies in Nederland op scherp zet, is voor mr. Donner niet het belangrijkste. „Het gaat er veel meer om hoe we de situatie zo ontbrandbaar hebben laten worden. Ook als de oorlog niet doorgaat, zitten we in Nederland nog met een brandbare situatie.”

Als het gaat om de strijd tussen religies, zo zei hij, „is de eerste vraag hoe we de onderlinge verhoudingen zo hebben veronachtzaamd dat we ons nu zorgen moeten maken over de brandbaarheid ervan.”

De CDA’er hekelde in dat verband politieke keuzes in het verleden. „Onder het mom van tolerantie en individualisme hebben we onachtzaamheid, vrijblijvendheid en langs elkaar heen leven geïnstitutionaliseerd. Uit vrees voor politieke gevoeligheid hebben we de lasten en spanning van het naast elkaar wonen van verschillende culturen genegeerd.”

Nog belangrijker is voor Donner de vraag welk brandbaar materiaal de burgers zelf aandragen. „Hoe beheren we de dagelijkse omgang met elkaar? Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar een nog groter goed is om in ons onderling verkeer de elementaire regels van burgerlijke beschaving in acht te nemen.”

Goed samenleven kan volgens hem alleen maar als op een vreedzame wijze met fundamentele verschillen wordt omgegaan. „Iedere discussie houdt op als we onze standpunten in geloofszekerheid gaan kleden of menen het moreel gelijk aan onze kant te hebben. Dan houdt het debat op en begint de godsdienstoorlog.”

Donner zei moeite te hebben met bepaalde ontwikkelingen in de oude stadswijken. „We hopen dagelijks brandbaar materiaal op in onze scholen en oude stadswijken met grote sociale en economische problemen, waar discriminerend en kwetsend gedrag steeds normaler dreigen te worden en waar een geleidelijke segregatie plaatsheeft.”

Rabbijn A. Soetendorp zag in de bijeenkomst het begin van de vorming van „een burcht die bestand is tegen uitingen van haat, miskenning, stigmatisering en discriminatie. We dienen te blijven knokken voor een fatsoenlijke samenleving, waarin niemand wordt vernederd.” De rabbijn pleitte ervoor dat de diverse bevolkingsgroepen de kennis van elkaars tradities en culturele achtergronden vergroten. „Het is bijvoorbeeld essentieel dat er op alle scholen les wordt gegeven over de spirituele tradities naast elkaar.”

Soetendorp erkende dat de bijeenkomst weinig invloed heeft op de ontwikkelingen rondom Irak. „Maar we hebben wel invloed op wat er in onze eigen multiculturele samenleving gebeurt. Laten we die invloed gebruiken opdat het waarachtig goed toeven is voor broeders en zusters die in de ware zin samen zijn.”

Aan het einde van de bijeenkomst, waarop ook nog vertegenwoordigers van andere organisaties spraken, werd een ”Verklaring van verbondenheid” overhandigd aan mr. J. P. H. Donner en mr. M. J. Cohen. De verklaring roept de overheid op om in te grijpen waar de gemoederen hoog oplopen of waar burgers met geweld of haat over de schreef gaan. Er wordt ook in gezegd dat samenleven in verscheidenheid inspanning, acceptatie en wederzijdse aanpassing vereist. „Laten we als burgers de moeite getroosten te bouwen aan een vreedzame samenleving”, zo luidt de oproep.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer