Mede door de inspanningen van KWF Kankerbestrijding zijn de vooruitzichten voor kankerpatiënten de afgelopen decennia aanzienlijk verbeterd. Toch valt niet bij elk type kanker een succesverhaal te vertellen.
Wie in die tijd de diagnose kanker kreeg, had geen goede vooruitzichten. De kans dat iemand na vijf jaar nog zou leven was 25 procent. De afgelopen zes decennia is dat gestegen naar 55 procent.
Om het wetenschappelijk onderzoek naar kanker en de ontwikkeling van betere behandelmethoden te stimuleren, reikte de KWF Kankerbestrijding vanmiddag voor het eerst de Koningin Wilhelmina Onderzoeksprijs (KWO-prijs) uit. De bijeenkomst had plaats in de Ridderzaal van het Binnenhof in aanwezigheid van koningin Beatrix.
Zes Nederlandse topwetenschappers ontvingen ieder een bedrag van 2 miljoen euro, te besteden aan kankeronderzoek. „Middelen zijn altijd schaars. Daarom hebben we uit de aanvragen die we binnenkregen de beste gekozen”, aldus Ton Hanselaar, algemeen directeur van KWF Kankerbestrijding.
De organisatie liet zich bij de selectie van de onderzoeksprogramma’s adviseren door de wetenschappelijke raad van KWF Kankerbestrijding en internationale deskundigen.
Een belangrijk criterium voor de zes projecten was dat ze de vertaalslag moesten maken van biologische kennis in het laboratorium naar praktische toepassingen in het ziekenhuis, zoals betere diagnostiek of nieuwe behandelmogelijkheden voor kankerpatiënten.
Ook de route terug, van het ziekenhuis naar het lab, is steeds belangrijker, signaleert Hanselaar. Met de resultaten die een studie oplevert, kunnen wetenschappers nieuwe vragen stellen en vervolgonderzoek in gang zetten. „Over en weer is er uitwisseling van informatie.”
Gemiddeld ging de vijfjaarsoverleving van patiënten sinds het ontstaan van de stichting elk jaar met 0,5 procent omhoog. „Dit is echter een algemeen beeld. De overlevingskansen van kinderen stegen harder, met 75 tot 80 procent. De prognose bij longkanker is echter nog steeds heel erg slecht. Het merendeel van de patiënten overlijdt binnen een tot twee jaar.” Hanselaar hoopt ook de komende jaren die stijgende trend in de overleving van kankerpatiënten te blijven zien. „Dit willen we volhouden, zo niet nog versnellen.”
Positieve resultaten zijn voor hem geen reden om te stellen dat verder onderzoek naar een bepaald type kanker niet meer nodig is. „We mogen trots zijn op de resultaten. Maar zo’n 45 procent van alle kankerpatiënten overlijdt nog wel binnen vijf jaar na de diagnose.”
Waar nog belangrijke winst te behalen valt, is op het gebied van de bijwerkingen, aldus Hanselaar. „Alle behandelvormen –chemotherapie, bestraling en operatie– gaan gepaard met bijwerkingen en complicaties.” Tot voor kort werd bij een tumor in de longen bijvoorbeeld een groot gebied rond het kankergezwel meebestraald. Dat gaf aanzienlijke schade aan het omliggende weefsel. „Nu bestralen we met 3D- of zelfs 4D-technieken. Daarmee slinkt het behandelde gebied van formaat pingpongbal tot de grootte van een speldenknop. De bijwerkingen verminderen daarmee ook.”
De inkomsten van KWF bestaan volledig uit giften. Jaarlijks gaan 120.000 vrijwilligers met de collectebus langs de deur. Verder steunen 700.000 donateurs de ”strijd tegen kanker”. „Die betrokkenheid van de Nederlandse samenleving is veel waard”, aldus Hanselaar.
De organisatie besteedt 80 procent van haar middelen –in 2008 zo’n 54 miljoen euro– aan wetenschappelijk onderzoek; de overige 20 procent steekt ze in voorlichting. „Over vrijwel elke vorm van kanker en de behandeling daarvan hebben we een folder voor patiënten.”
Daarnaast sponsort de organisatie voorlichtingscampagnes om mensen ervan bewust te maken dat zij het risico op het krijgen van kanker kunnen verkleinen door gezond te leven. Daarbij richtte KWF zich de laatste jaren onder meer op niet roken en verstandig zonnen. „Mensen moeten voor zichzelf de juiste keuzes maken.”
kwfkankerbestrijding.nl.