Laat Liberia leven…
Benita, Mammy, Martha en Howa (foto 1) kijken niet vrolijk. De vrouwen zijn elke dag druk met het klein slaan van stenen uit de rotsachtige bodem van de wijk Elwa in Monrovia, de hoofdstad van Liberia. Welgestelderen gebruiken dat puin voor het bouwen van huizen. De vrouwen werken ondertussen voor een karig maal. Het doel van de najaarsactie ”Laat Liberia leven” is zulke mensen te helpen.
Benita leefde, als gevolg van de burgeroorlog die tussen 1989 en 2003 in het land woedde, zeven jaar in de rimboe. Ze trok van plaats naar plaats om mogelijke vijanden te misleiden. In 1996 belandde Benita in Monrovia. Voor zulke vrouwen in het bijzonder gold: wie niet werkt, krijgt ook geen eten. Zij begon vrachtwagens die met zand geladen moesten worden met de hand te vullen. Nu vergruist zij rotsen tot puin. Net als Martha. Die heeft een paar kinderen. Maar ze weigert iets te vertellen over haar man. Moordende en plunderen rebellen onder commando van leiders als Charles Taylor en Prince Johnston hebben haar ettelijke malen verkracht. Is dat de achtergrond van Martha’s zwijgen?
Dergelijke verhalen vallen eveneens te vertellen over Mammy en Howa. Maar de vier vrouwen zullen straks –evenals tientallen anderen– in staat zijn in tuinen hun eigen voedsel te verbouwen. Om kippen en kleinvee te houden. Want alle vier participeren zij in het RD-project dat gestalte krijgt via samenwerking met ZOA-Vluchtelingenzorg.
Tijdens de burgeroorlog kwamen zeker 250.000 mensen in Liberia om het leven. Ook gebouwen raakten buiten gebruik. Van Hotel Africa –het telde vier of vijf sterren– is niet veel anders over dan een doorzichtig geraamte (foto 2). Rond 1990 nam rebellenleider Prince Johnson het gebouw in beslag. Hij doodde er veel binnenlandse vluchtelingen. En in 1999 zorgde oorlogsgeweld ervoor dat het hotel helemaal werd verwoest.
„Het moet een keer afgelopen zijn met die oorlog”, dachten Liberiaanse moeders. Onder leiding van mevrouw Cerue (foto 3) verzamelden zich op de vismarkt elke dag duizend vrouwen. Zo trokken zij in 2003 de aandacht van de toenmalige president Charles Taylor. Hij zwichtte uiteindelijk en beloofde de vredesbesprekingen in Accra bij te wonen. Dat gebeurde. Ook zeven Liberiaanse vrouwen vertrokken –onder leiding van Cerue– naar die stad. Zij mobiliseerden Ghanese dames en vormden samen een kordon om het gebouw waar de partijen bijeenkwamen. Een ultimatum vertelde: „Jullie komen er niet uit voordat er vrede is.” De vrouwen zorgden dat er niemand door een raam ontsnappen kon. Hun pogingen hadden succes.
De burgeroorlog was behalve dodelijk ook geldverslindend. Tientallen jaren was er daarom geen duit beschikbaar om bruggen en wegen te onderhouden. Toen stortte in een nacht in 2007 –bij het krieken van de dageraad– de Old Bridge zomaar in elkaar (foto 4). Die brug verbindt het centrum van Monrovia met Bushrod Island. Gelukkig stak op dat ogenblik geen verkeer of voetganger de Mesuradorivier over. De ingestorte brug was –om zo te zeggen– een laat gepresenteerde rekening.
Ook na de burgeroorlog bewaken de Verenigde Naties de broze vrede. Hun hoofdkwartier bevindt zich in Monrovia (foto 5). De armoe en ellende na al dat geweld, moord en doodslag zouden nieuwe conflicten kunnen oproepen.
In de wijk Jacobstown van Monrovia staat een kerk (foto 6). En vlak daarachter een moskee. Tussen christenen en moslims waren voorheen nooit veel conflicten in Liberia. Ze leefden vreedzaam samen. Maar toen de vrede eenmaal was getekend in 2003 probeerden voormalige rebellen die in de overgangsregering mede aan de touwtjes trokken de beide religieuze groepen te manipuleren. Onrust zou hun immers de kans geven de verkiezingen uit te stellen. Zodat ze langer aan de macht konden blijven.
De burgeroorlog in Liberia is ten einde. Maar de basisbehoeften zijn nog lang niet voor iedere burger beschikbaar. In de sloppenwijk Claratown op Bushrod Island ligt een watertank (foto 7). Omwonenden tappen illegaal water af uit een ander reservoir. Dat mag niet. Maar het alternatief is: ziekte.
In Liberia geldt feitelijk de ”struggle for life”. En het recht van de sterkste. Maar de Liberiaanse vrouw Eireen (l) –dat betekent: vrede– zet zich als christen in voor haar in beroerde omstandigheden levende medeburgers (foto 8). Zoals Annie en Harding, die het in de burgeroorlog heel moeilijk hadden.