Rumsfeld: Voldoende troepen voor aanval op Irak
De Amerikanen en de Britten hebben „ruimschoots voldoende” troepen om een militair offensief tegen Irak te openen. Dat zei de Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, donderdag in het televisieprogramma ”NewsHour with Jim Lehrer”.
Rumsfeld liet zich niet uit over cijfers, maar volgens militaire deskundigen beschikken de VS en Groot-Brittannië over 150.000 man aan troepen, marine-eenheden, vliegdekschepen en gevechtsvliegtuigen in de regio. Volgende week wordt deze troepenmacht met nog eens 50.000 man versterkt. Dat is „ruimschoots voldoende” volgens Rumsfeld om de aanval op Irak te beginnen als president Bush daartoe besluit.
De Amerikaanse president maakte donderdag nog eens duidelijk dat hij vastbesloten is om te handelen, wat de VN-Veiligheidsraad de komende weken ook beslist. „Voor de verdrukte bevolking van Irak komt de dag van de bevrijding naderbij”, aldus Bush tijdens een bezoek aan Atlanta, in de staat Georgia. „Een bevrijd Irak wordt een bron van hoop voor het Midden-Oosten.
In plaats van z’n buren te bedreigen wordt het land een voorbeeld voor vooruitgang en voorspoed, dat dat deel van de wereld goed kan gebruiken. Bovendien zal dit andere dictators tonen dat agressie tot hun eigen ondergang leidt”, verklaarde de president, verwijzend naar de Iraakse leider Saddam Hussein.
Volgens bronnen in het Witte Huis komen Washington en Londen volgende week met een nieuwe ontwerpresolutie voor de VN-Veiligheidsraad. Daarin zal Irak beschuldigd worden van „wezenlijke schendingen” van VN-resolutie 1441 van vorig jaar, die volledige ontwapening van Bagdad eiste. Deze formulering is volgens de Amerikanen en de Britten voldoende om militaire actie te rechtvaardigen.
Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell verklaarde tegenover de Britse BBC dat de ontwerpresolutie geen datum bevat voor mogelijke actie. „Maar het is wel duidelijk dat er weinig tijd meer overblijft; wij kunnen dit niet laten voortduren”, aldus Powell.
Zijn Russische collega, Igor Ivanov, deed vanuit Moskou een beroep op de VN-wapeninspecteurs in Irak om toch vooral objectief te blijven. „De inspecteurs worden onder grote druk gezet om hun vertrek uit Irak te rechtvaardigen”, meende Ivanov. Hij doelde daarmee op het vertrek van de vorige groep wapeninspecteurs die Irak eind 1998 verlieten, kort voordat de VS en Groot-Brittannië met luchtbombardementen begonnen.
Ivanov sluit niet uit dat Moskou gebruikmaakt van z’n vetorecht in de Veiligheidsraad om een militair conflict voorlopig te helpen voorkomen. Rusland is met China, Frankrijk en diverse andere landen van mening dat de wapeninspecteurs voorlopig hun werk moeten voortzetten.
Intussen bleef de Turkse kwestie donderdag onopgelost. Het Turkse parlement wil pas beslissen over het gebruik van Turkse bases door de Amerikanen als de VS hun economische hulp (als compensatie voor verwachte schade door een oorlog in Irak) verhogen. Bovendien wil Ankara deze toezeggingen schriftelijk bevestigd hebben.
Naast dit financiële punt zijn er ook nog meningsverschillen tussen Washington en Ankara over de rol van Turkse militairen in Noord-Irak, wanneer een oorlog eenmaal begonnen is. Volgens de Amerikanen mogen de Turken een kleine strook bezetten om een toevloed van Koerdische vluchtelingen naar Turkije te voorkomen. De Turken claimen echter een veel groter deel van Noord-Irak.
Verder zeggen zij wel te willen „samenwerken” met de Amerikaanse of geallieerde troepen in Irak, maar zij ontkennen berichten vanuit Washington dat de Turkse troepen in Noord-Irak onder Amerikaans opperbevel zouden komen te staan.