De twee mannen waren zeker op de vuist gegaan, als een klein beekje hen niet op afstand had gehouden. Ook in een gehucht als Mödlareuth (spreek uit: Meutlaroit) lopen de gemoederen soms hoog op. Op de achtergrond is het laatste stuk Muur te zien dat tijdens de Koude Oorlog het gehucht verdeelde.
Het is een grapje dat de vijftig inwoners van Mödlareuth gretig vertellen. Het beekje, de Tannbach, splitst het dorp al sinds de zestiende eeuw in twee delen. Nog steeds is het noordelijke dorpsdeel Thüringen en het zuidelijke Beieren. En nog altijd heeft het dorp twee postcodegroepen en netnummers.
Alle eeuwen zorgde de grensbeek niet voor verschil. De school –nooit groter dan één klas– lag aan de noordkant. Kerkelijk behoorde het protestantse dorp bij Töpen, in het zuiden.
Pas na de opdeling van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog kreeg de beek –smaller dan een Hollandse poldersloot– grotere betekenis. De DDR-regering zag duizenden van zijn best opgeleide burgers het land verlaten. Het station van de nabijgelegen grensstad Hof verwelkomde tot 1952 maandelijks duizenden DDR-burgers.
Eerst kwam er een lage heining van prikkeldraad door het dorp. Stap voor stap werd die hoger. Totdat er in 1966 een 700 meter lange muur van 3,30 meter hoog stond. Helemaal witgekalkt, zodat ook ’s nachts bewegingen goed te zien waren. Twee wachttorens maakten de intimidatie compleet.
Woede
Na de val van de DDR wilden de dorpelingen alles tegen de vlakte gooien. Foto’s uit 1990 tonen met hoeveel vreugde de Mödlareuthers hun woede koelen op de gehate grens. Toch is het laatste stuk blijven staan.
Dagelijks komen groepen een van de weinige overgebleven delen grensstrook bekijken. Vrijwel alle bezoekers –Duitsers zowel als buitenlanders– verbazen zich erover hoe doordacht het grenssysteem was.
Het IJzeren Gordijn was dan ook de duurste en best bewaakte grens ter wereld. „Als er wat gebeurde, stond hier binnen een paar minuten honderd man”, vertelt een gids. „Langs de grens waren 40.000 bewakers actief.”
Het zou tien keer handiger zijn geweest de hekken om het dorp heen te leiden en Mödlareuth aan de kapitalisten over te laten. De DDR zou er een paar hectare kleiner door zijn geweest en het zou enkele tientallen inwoners hebben gescheeld. Maar relativering kwam in het rode woordenboekje niet voor. Geen wonder dat het West-Duitse deel van Mödlareuth al sinds de jaren zestig bezoekers trekt.
Helikopter
De gids wijst op het weiland aan de Beierse kant van de beek. In de Koude Oorlog gebruikten westerse politici, zoals de Amerikaanse president Bush in 1983, dat om hun helikopter erop te laten landen.
Van tijd tot tijd haalde een boer zijn cyclomaaier over het veld. Als hij bij het bochtige grensbeekje kwam, letten de DDR-grenssoldaten extra op. Telkens als de maaibalk over de Tannbach zwaaide, maakten zij een aantekening. De West-Duitse regering ontving dan een klacht wegens „luchtruimschending.”
Mödlareuth ligt tussen glooiende weilanden en maisvelden. Op de heuvelkammen staan windmolens. Bij de dorpen kondigt een bord een oogstfeest, gesponsord door bekende bierbrouwers, of iets dergelijks aan.
Verderop, tussen Mittelhammer en Prex, wijst een bordje linksaf naar het ”Dreiländereck”. Tussen de bomen verstopt raakten hier Oost-Duitsland, West-Duitsland en Tsjechoslowakije elkaar.
Ook hier kabbelt een grensbeek, maar deze is breder. Twee oude grenspalen staan hier al sinds 1844. Aan de overkant een bordje met de waarschuwing: ”Pozor! Státní Hranice” (Pas op! Staatsgrens).
In dit drassige bosje stopte de 1380 kilometer lange Duitse binnengrens. Vanaf hier trok de Tsjechoslowaakse regering het IJzeren Gordijn verder naar het zuiden.
Verder heerst hier de rust van de natuur. Overal fluiten de vogels. Al vrij snel na de val van de Muur realiseerde de Duitse regering zich dat de uitgestorven grensstrook had gezorgd voor een geweldige natuurontwikkeling. Vandaar de vele bordjes ”Naturschutzgebiet.”
Op een bankje bij een oorlogsmonument zit een fietser uit Hof te mijmeren. Na bijna twintig jaar voelt hij het nog altijd als hij de grens passeert. „Voor mij is het nog altijd ”drüben”, de overkant”, vertelt hij. „Ik weet nog als de dag van gisteren hoe in november 1989 de Trabbi’s naar Hof kwamen om de 100 mark begroetingsgeld op te halen en te besteden.”
Droog
Bij de beek staat een fietser uit te puffen. De afgelopen drie weken fietste hij vanaf het schiereiland Priwall, in het noorden van Duitsland, langs de grens naar de zuidpunt. „Het was gelukkig meest droog”, zegt hij.
Het boekje ”Deutsch-deutsche Radweg” wees hem de route. „Soms viel er weinig bijzonders te zien, behalve grote akkers. Later ging ik weer door ongerepte natuur, zoals het Thüringer Wald. De route volgt de grens op een afstand en is daardoor iets korter.” Hij kijkt op zijn navigator. „Precies 1260 kilometer”, zegt hij.
Hij neemt een slokje water, stapt op en koerst richting station Hof. Blij dat het erop zit.
Dit is de laatste aflevering in een serie van zeven over de voormalige Duitse binnengrens.