„Individuele getuigenis hoofdzaak"
Ouderwets, onverdraagzaam, gevaarlijk. Zo oordeelt de seculiere meerderheid in Nederland over orthodoxe christenen. Wie zich niet aansluit bij de heersende moraal heeft de publieke opinie tegen en krijgt de wind van voren. In een serie artikelen aandacht voor de positie van de vermeende ayatollahs van de Veluwe. Vandaag het zesde en laatste deel: de visie van dr. Roelof Bisschop en prof. dr. Frank van der Duyn Schouten.
Christenen moeten meer dan ooit aanwezig zijn in de samenleving. Daar zijn ze het over eens. De invulling verschilt. Prof. dr. Frank van der Duyn Schouten: „Voor mij is het individuele getuigenis de hoofdzaak.” Dr. Roelof Bisschop: „Mee eens. Elke refo is een soldaat in het leger van Christus. Maar een denktank als hulpstructuur is niet verkeerd.”
Acht opinieleiders gaven afgelopen weken hun visie op de positie van orthodoxe christenen in de samenleving. Is er minder ruimte voor de Bijbelse boodschap? Wordt er van refo’s een karikatuur gemaakt? Of zijn ze zelf de aanleiding voor verkeerde beeldvorming? Twee prominenten blikken terug én kijken vooruit.
Van der Duyn Schouten, oud-rector magnificus van de Universiteit van Tilburg: „In de serie interviews wordt de spanning zichtbaar tussen verdedigen van wat we als reformatorische christenen hebben en menen te hebben, en getuigen. Van der Vlies zit snel op de eerste lijn. Daar is zijn organisatie, de SGP, op gericht. Zelf ga ik meer voor de tweede lijn, het persoonlijk getuigen in de omgeving waar je door God bent geplaatst. Ik zie echter ook het belang van verdedigen, zeker met het oog op mijn kinderen en kleinkinderen. Overigens doet er zich bij dat getuigen een spanningsveld voor. Ik zal in het gesprek met andersdenkenden niet zo snel over het vrouwenstandpunt van de SGP beginnen, want dat vertroebelt de boodschap waar het ten diepste over gaat.”
Bisschop, historicus, politicus en directeur van het Wartburg College, locatie Revius in Rotterdam: „Ik zie twee lijnen in de serie. De eerste is de oriëntatie op de Vroege Kerk. Net als de eerste christenen destijds moeten wij nu aanwezig zijn in de samenleving. De tweede lijn is het pleidooi voor een documentatiecentrum. Of dat toereikend is? Ik betwijfel het. We moeten veel assertiever zijn. Niet afwachten tot de confrontatie komt, maar deze juist opzoeken. Zelf de stap naar voren doen. Dat is een lijn waarmee de gereformeerde gezindte niet zo vertrouwd is, maar die wel nodig is.
We worden als reformatorische christenen gedoogd, terwijl we al eeuwenlang een onderdeel van de Nederlandse samenleving zijn. SGP’er Van der Staaij heeft dat onlangs in een commissievergadering in de Tweede Kamer een keer heel duidelijk op deze manier gezegd. Christenen staan niet op één lijn met moslims. Wie dat suggereert, is onhistorisch en onzuiver bezig. Alsof je als Nederlandse christen zou moeten integreren in je eigen cultuur. De uitdrukking ”ayatollahs van de Veluwe” is een belediging waar christenen gerust gecontroleerd boos over mogen worden.”
Vage mix
Bisschop verwerpt het verwijt dat zijn redenering aanzet tot vreemdelingenhaat. „Dit zijn geen Wilderstermen. Dat wordt ons door anderen aangepraat. We mogen als Nederlandse christenen zelfbewust voor onze positie in de samenleving opkomen. Anderen doen het niet voor ons. Tegelijk moeten we de Bijbelse noties van gastvrijheid en herbergzaamheid ten aanzien van de vreemdeling hoog houden. Dat is wat anders dan de vage soep-met-vlamix die we integratie noemen.”
Van der Duyn Schouten: „Ik wil waarschuwen voor ”je moet dit en je moet dat”. Houd ruimte voor verschillende manieren van reageren. Een Van der Staaij zit naast een Van der Vlies. Van der Vlies is niet boos te krijgen, maar sprak bij het slot van de algemene beschouwingen in de Kamer wel nog even een paar wijze woorden over het gedrag van zijn collega’s. Dat sorteerde effect. Ik vind de manier waarop we elkaar in de gereformeerde gezindte de maat nemen zo benauwend. Laat ruimte voor variëteit.”
Van der Duyn Schouten, nog steeds verbonden aan de Universiteit van Tilburg als algemeen directeur van een centrum voor wetenschappelijk onderzoek naar de pensioenproblematiek, opereert zelf als christen in een overwegend seculiere omgeving. Hoe hij dat doet? „Ik probeer consequent, oprecht en transparant te zijn. Ik bid in de mensa voor m’n eten en mijn collega’s weten dat ik op zondag twee keer naar de kerk ga en dus niet op een congres ben. Daar moet je vanaf het begin duidelijk in zijn. Het ergste wat een christen kan overkomen, is dat hij in z’n gedrag afwijkt van wat anderen van hem mogen verwachten. Als een christen zich niet houdt aan algemene deugden, wordt hem dat dubbel zwaar aangerekend.”
Oprecht verbaasd
De kritiek op christenen houdt hen een spiegel voor, stelt de hervormde hoogleraar uit Ridderkerk. „Hoe komt het dat anderen ons ayatollahs van de Veluwe noemen? Misschien geven we daar zelf aanleiding toe. Komen wij over zoals we denken over te komen?
De generatie van Maarten ’t Hart die de kerk bewust de rug toekeerde en gefrustreerd achterom kijkt, hebben we grotendeels gehad. Mensen zijn nu soms oprecht verbaasd over onze denkbeelden en leefwijze, omdat ze er helemaal niet vertrouwd mee zijn. Dat vraagt een andere benadering. We moeten om te beginnen uitleggen waar we voor staan.”
In een nieuwe organisatie om het christelijk geluid te laten horen, ziet Van der Duyn Schouten weinig. „Daar zijn we als gezindte te verdeeld voor. Neem de nationale synode. Het initiatief is alweer fel bekritiseerd, terwijl we nog een jaar te gaan hebben voordat het zover is. Ik denk dan: Was er maar niet aan begonnen, want je had kunnen weten hoe het zou gaan. Een statement namens protestants Nederland richting de samenleving is echt te ambitieus. Helaas blijken we beter in staat de waarheid tegenover aangrenzende kerkverbanden te verdedigen dan ten overstaan van de ongelovige wereld.”
Verantwoording
Van der Duyn Schouten benadrukt dat de verdeeldheid het individuele getuigenis des te belangrijker maakt. „We moeten daarvoor gevoed en gestimuleerd worden door de zondagse prediking. Christenen leven van genade, hun is barmhartigheid geschied, schrijft Paulus. Dát moet onze houding stempelen, niet assertiviteit.”
Bisschop: „Mee eens, maar Petrus schrijft ook dat we altijd bereid moeten zijn tot verantwoording. Dat geldt niet alleen binnen onze eigen kring, maar ook in de publieke ruimte. Dan moeten we als christenen wel weten waar de echte fronten liggen. Daar hebben we moeite mee, en daarom zoeken we de fronten vaak in eigen kring. Dat is een wezenlijk probleem.”
De hersteld hervormde historicus uit Veenendaal voelt wél voor een nieuwe belangenorganisatie. „Met Van der Duyn Schouten zeg ik: Eerst uitleggen wat de Bijbelse boodschap inhoudt. Dat hebben we de laatste veertig jaar te weinig gedaan. Geen wonder dat er een generatie is opgegroeid die het niet snapt. Mijn vrouw en dochters hebben op verzoek meegedaan aan een tv-uitzending van NOVA over het vrouwenstandpunt van de SGP. Ze hebben gewoon rustig uitgelegd wat dat standpunt precies inhoudt en kregen daar veel waardering voor.”
Van der Duyn Schouten: „Daarbij moeten we oppassen dat anderen gaan bepalen wat aan ons interessant is. Media kweken graag een soort amishachtig sfeertje rond christenen. Zo van: ze zijn hier tegen, ze zijn daar tegen. Maar dan gaat het meestal niet om de wezenlijke zaken. En laten we ook bedenken dat het Evangelie altijd een ergenis voor de Joden en een dwaasheid voor de Grieken zal blijven.”
Angstvallig stil
De hoogleraar daagt orthodoxe christenen uit zich te laten horen in het debat over de grote maatschappelijke vraagstukken. „Ik denk aan de AOW, de solidariteit tussen generaties en de integratie van minderheden. Als je het eerste thema neemt: Hoe zien christenen arbeid? Als een last of als een zegen? Is het zo erg om door te werken tot je 67e? Terwijl hier uitgelezen kansen voor een christelijk geluid liggen, houdt de SGP zich bij dit thema angstvallig stil. En als het om het integratievraagstuk gaat: je kunt tegenwoordig als politieke partij groot worden met vreemdelingenhaat. Dat is verontrustend. Wat stellen christenen daar tegenover?”
Bisschop: „Een ander voorbeeld is de WMO. Het doel daarvan is de overstap te maken van de verzorgingsstaat naar de zorgzame samenleving. Een gouden kans voor de kerken. Dit is Evangelieverkondiging met de daad. Sommige kerken doen dat ook. Andere zeggen: Het is de overheid om ons geld te doen. Dat is jammer.
Een voorbeeld in het onderwijs is de maatschappelijke stage die leerlingen moeten volgen en de aandacht voor burgerschapsvorming. Prachtige middelen om onze jongeren in aanraking te brengen met andersdenkenden en te leren uit te komen voor hun overtuiging. Refoscholen moeten hun leerlingen opvoeden tot de bereidheid om zich te verantwoorden. Laat reformatorische jongeren eens in een moslimgezin uitleggen wat de essentie van het christelijk geloof is.”
SGP-jongeren
Of Bisschop die bereidheid tot verantwoording, die assertiviteit in reformatorische kring ziet groeien? „Misschien nog niet in de breedte van de gezindte, maar wel onder mensen die op representatieve posten zitten, én onder jongeren. Ik denk aan een organisatie als de SGP-jongeren. Daar zitten uitstekende voorbeelden tussen die het publieke debat durven aangaan.”
Van der Duyn Schouten: „Ik wil nogmaals wijzen op het belang van de zondagse prediking. Assertiviteit moet opkomen uit de Boodschap met een hoofdletter. Daarom is het zo belangrijk dat mensen zondags twee keer in de kerk komen om bij te tanken, om hun geestelijke accu op te laden. Daar ligt een grote opdracht voor predikanten. Landt de prediking nog bij mensen? Een van de meest essentiële aspecten voor christenen in de samenleving is dat zij in staat zijn te verwoorden waar ze voor staan.
Daarnaast is de Bijbel duidelijk over de eindtijd. De liefde van velen zal verkillen, christenen zullen verdrukt worden. Als je verlangt naar de eindtijd, moet je niet proberen deze fase over te slaan. Daar zullen we immers ook doorheen moeten.”
Bisschop: „Ik denk in dit verband aan de tweerijkenleer van Augustinus; het rijk van de wereld en het rijk van God. Zij voeren een geestelijke strijd met elkaar. Als een christen zich dat realiseert, dan staat hij op z’n post. Denk ook aan Tertullianus met zijn ”militia Christi”. Elke refo is een soldaat in het leger van Christus. Niet strijden om anderen te overtuigen, maar wel om de Bijbelse boodschap te laten horen waar dat maar mogelijk is. Als christenen hun mond houden, doen ze de samenleving te kort.”
Verstrooiing
Van der Duyn Schouten: „We moeten nog eens goed kijken naar de eerste christenen, want we pikken er soms maar wat uit. Wat waren hun karakteristieken? Ze waren betrokken op hun omgeving, ze zorgden voor zieken en zwakken, maar ze leefden ook in de verstrooiing. Ze gingen niet de barricaden op, maar werden teruggeworpen op het individuele getuigenis. Dat was hun kracht. Geldt dat ook niet voor onze tijd? Als we alle christenen in Nederland bij elkaar zouden krijgen, dan is het nog maar een kleine minderheid in de samenleving. Verwacht het dus niet van de grootte van de groep of van organisaties. In dat opzicht zijn wij als reformatorische christenen een beetje rooms. We kijken al snel naar de kerk, naar de geestelijkheid, naar allerlei instituties. Die moeten het doen. Ik ben daar niet gelukkig mee.”
Bisschop: „We moeten het inderdaad niet van instituties verwachten, maar ze kunnen wel een hulpstructuur bieden. De vraag is dan: Zijn we als gereformeerde gezindte bereid ervoor te gaan? Dat bedoel ik niet activistisch, maar op de manier van Luther. Hem wordt de uitspraak toegeschreven: „Als morgen de wereld vergaat, plant ik vandaag nog een appelboom.” Christenen moeten doen wat hun hand vindt om te doen. Het is onze opdracht de boodschap uit te leggen en op die manier te getuigen. We hoeven niet te óvertuigen. Het verwijt van activisme is nogal eens een excuus om passief achterover te kunnen leunen. Als christenen de Bijbelse boodschap niet meer uitdragen, wie moet het dan doen?”